Anderhalf jaar geleden gooide de opleiding informatica het roer om: het eerste (half) jaar kreeg de naam ‘Basecamp’ en werd gekoppeld aan een doorstroomnorm. Het lijkt een zeer gunstig effect te hebben op resultaten en binding van studenten.

Als we docent en Basecampcoördinator Xenia Hasker spreken, zijn de studenten van de ‘februaristart’ net begonnen. Die groep telt dit jaar 62 studenten, drie klassen. In september gingen er vijftien klassen van start.

Het extra startmoment, midden in het studiejaar, is mogelijk geworden doordat informatica niet meer werkt met losse vakken maar met semesters, en de semesters uitwisselbaar heeft gemaakt. Ook voor studenten die in het eerste jaar niet alles halen is dat handig: zo hoeft vertraging geen heel jaar tijdverlies te betekenen.

Basecamp: goed begonnen

De ervaringen met het werken met semesters zijn positief en dat geldt ook voor de nieuwe vorm Basecamp. Hasker: ‘In Basecamp leren studenten eerder wat het vak inhoudt, wat het betekent om software developer te zijn. Ze beginnen ook eerder met programmeren.’

Dat doen ze in een redelijk kleine klas met daarin divers samengestelde leerteams. Twee dagen in de week zijn alle studenten de hele dag aanwezig. Twee docenten, een technische docent en een coach, zijn in de klas om de studenten te begeleiden. ‘In deze setting kunnen we ook goed inspelen op niveauverschillen, studenten die sneller of juist wat langzamer willen gaan’, zegt Hasker.

Doorstroomnorm

Tegelijk met Basecamp is een doorstroomnorm ingevoerd: je moet Basecamp gehaald hebben om aan semester 2 te beginnen. Hasker: ‘Als de basis er niet goed inzit blijft dat je achtervolgen. Toen er nog met losse vakken gewerkt werd, kon het gebeuren dat een student nog basisvakken had openstaan als-ie op stage ging. En dan ga je op stage zonder zelfvertrouwen, met het idee dat je eigenlijk niks kunt.’

‘Toen er nog met losse vakken gewerkt werd, kon het gebeuren dat een student nog basisvakken had openstaan als-ie op stage ging.’

Heb je Basecamp niet gehaald, dan kun je het herkansen. Doordat er ook een startmoment in februari is, kun je meteen door en hoef je geen jaar vertraging op te lopen. Voor het tweede semester geldt vervolgens hetzelfde: je moet het hebben gehaald om aan het tweede jaar te kunnen beginnen, maar je kunt ook daarvoor in september of in februari instromen.

Andere gesprekken met studenten

Het grappige is, vertelt Hasker, dat studieloopbaancoaches nu ook heel andere gesprekken hebben met de studenten. ‘Eerder gingen die over de puzzel van wat een student nog moest inhalen en het plan van aanpak om achterstanden in te halen. Nu is dat veel overzichtelijker en kan de slc’er zich meer met coaching bezighouden. Slc’ers zien ook een andere houding bij studenten.’

Ook voor docenten is het een verandering. Die zijn meer bezig met coaching, minder met ‘oldskool’ lesgeven. Hasker: ‘Naarmate Basecamp vordert worden studenten steeds meer losgelaten. Ze beginnen met stapsgewijze instructie, later worden er stappen weggelaten en moeten ze op zoek naar oplossingen, hun eigen oplossend vermogen inzetten. Dat is voor docenten ook wennen. Na een korte uitleg is het “zoek het uit”, natuurlijk wel met begeleiding. Het is ook intensiever voor ons als docenten. Je bent de hele dag aanwezig en moet studenten gemotiveerd houden.’

Meer binding

Binding met elkaar en de opleiding is óók een factor in studiesucces, weet Hasker. ‘Ook daaraan draagt Basecamp bij. Eerst had je als technisch docent zestig studenten voor je neus en kende je de namen eigenlijk niet; nu kennen studenten en docenten elkaar veel beter. En waar studenten voorheen nogal eens voor een vak naar school kwamen en dan snel weer naar huis gingen, zitten ze nu de hele dag met elkaar in het lokaal. Ze gaan samen lunchen en spreken ook vaker na school af.’

Het aandeel vrouwelijke studenten is nog altijd niet heel groot bij informatica, maar het leuke is dat de vrouwelijke studenten banden hebben gesmeed als een soort ‘girls in IT’, vertelt Hasker. Ook leuk is dat de studievereniging CSAR na corona weer gestaag opkrabbelt.

Harde cijfers

En last but not least de ‘harde cijfers’. Basecamp was immers bedoeld om uitval te voorkomen. ‘Voorheen was de uitval bij informatica hoog’, zegt Hasker. ‘Nu Basecamp is ingevoerd zijn de uitvalcijfers gedaald. Van de eerste ronde Basecamp is 28 procent uitgevallen, en 23 procent heeft in één jaar zijn P gehaald. Dat was in de oude situatie 50 procent uitval en 10 procent p-in-een-jaar. In de tweede groep september-instromers zien we vergelijkbare cijfers’, zegt Hasker.

De studenten die nu uitstromen, stromen uit om de goede redenen, stelt ze. ‘Eerder vielen ze bijvoorbeeld uit omdat ze er te laat achter kwamen dat ze een andere studieaanpak nodig hadden. Dan raakten ze achterop en stroomden ze uit door een negatief bsa. Nu vallen studenten af omdat ze eerder weten wat het vak inhoudt en of het bij hen past. Voorheen was er onnodige uitval van studenten die het eigenlijk wel konden, maar te veel zoekend waren.’

Tekst en foto: Edith van Gameren

Volg ons op Instagram