Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
24 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Op zoek naar een nieuwe gemeenschappelijke taal met Mounir Samuel: ‘Wees diversvaardig’

Gepubliceerd: 2 October 2024 • Leestijd: 3 minuten en 19 seconden • Nieuws

Op de eerste dinsdag van oktober, Diversity Day, nodigde diversiteitsplatform INCLUDED Mounir Samuel uit om in een masterclass uit te leggen hoe je ervoor kunt zorgen dat iedereen zich gehoord en begrepen voelt.

‘Brace yourself’ zegt Samuel aan het begin van de sessie, ‘ik praat heel veel.’ Hij heeft niets te veel gezegd, blijkt in de krap anderhalf uur dat hij het publiek meeneemt van Polynesië naar Mexico, en van de Egyptische farao’s via de kruistochten naar het koloniale Nederland. Hij wil vooral zaadjes planten, zegt hij, waarmee de aanwezige studenten en medewerkers misschien meteen of misschien later iets gaan doen.

Hippe modeterm

Samuel is niet zo dol op de term ‘inclusieve communicatie’, vooral een hippe modeterm in zijn optiek: ‘Ik wil het denken verder trekken, naar waardengerichte communicatie’, zegt hij. Samuel publiceerde vorig jaar een boek met de titel ‘Je mag ook niets meer zeggen’, dat ook over dit onderwerp gaat.

‘Hoe vaak hebben we een gesprek met een vreemde?’, vraagt hij aan het begin van de sessie naar aanleiding van een filmpje. ‘Daardoor vergeten we hoeveel we gemeenschappelijk hebben en hoe we elkaar nodig hebben.’

Waardengerichte communicatie

Maar wil je zulke gesprekken met elkaar voeren dan moet er een gemeenschappelijke taal zijn. Boomers willen het graag gezellig houden, Gen-Z heeft het over safe, die willen zich veilig voelen, beweert Samuel. ‘Praten over Gaza, de klimaatramp, of genderongelijkheid is niet gezellig en ook niet veilig. Maar het is wel waardevol. Ik pleit voor waardevolle gesprekken en waardengerichte communicatie.’

In zijn boek met als ondertitel ‘Een nieuwe taal voor een nieuwe tijd’ heeft hij vijf thema’s uitgedacht, zoals ‘geslacht, gender en geaardheid’, ‘toegankelijkheid en validisme’ en ‘inclusie en erkenning’. Op elk van die terreinen heeft hij verschillende waarden beschreven die zorgen voor inclusieve(re) communicatie. Uitgaan van die waarden, vijftien in totaal, moet zorgen voor een veilige, inclusieve en toegankelijke communicatie.

Zo’n waarde – op het thema ‘gender en geaardheid’ – is bijvoorbeeld: iedereen wordt erkend, begroet en aangesproken. Samuel wil dit niet ‘woordgericht’ maar ‘waardengericht’ aanpakken: ‘Mensen verbieden om mevrouw of meneer te zeggen werkt niet, het is beter om na te denken hoe je mensen wél aanspreekt als je weet dat lang niet iedereen zich als meneer of mevrouw identificeert’, zegt hij.

Nieuwe taal

Nieuwe taal is nodig en in zijn boek probeert hij die nieuwe taal uit te vinden. In de masterclass laat hij aan de hand van voorbeelden uit Polynesië, Mexico, en van de native Americans zien dat er overal en altijd meer dan twee geslachten en genderidentiteiten zijn geweest. Omdat wij er de woorden niet voor hebben, zijn we ons in Nederland van dat bestaan niet bewust.

Als het over beperkingen gaat is een belangrijke waarde die in de taal terug moet komen dat een persoon een beperking heeft maar niet beperkt is: ‘Dat lijkt een open deur maar Nederland is net weer door de VN op de vingers getikt als land dat te weinig doet aan toegankelijkheid.’

Ook hier speelt de taal die we gebruiken een rol; in de taal gaan we ervan uit dat je geen beperking hebt. ‘Zien, horen, zitten, staan gebruik je bijna in elke zin, wees je daarvan bewust.’

Visuele beperking

Toegankelijkheid is een dagelijkse bezigheid en eveneens een waarde die gaat over beperkingen en validisme. Hij geeft een pijnlijk maar ook grappig voorbeeld van de oogpoli van het UMC, waar alles met gekleurde lijnen is aangegeven. Samuel, die zelf een visuele beperking heeft: ‘Ik voel me nergens visueel beperkter dan op de oogpoli’. Ook de bordjes op de expositie die hij samenstelde zijn voor hem onleesbaar. ‘Maar de tekst mag niet groter want dat past niet bij de huisstijl – tja, wat is nou belangrijker?’

Verschillen erkennen en benoemen, eerlijk en transparant zijn over onze Nederlandse geschiedenis is ook belangrijk. Mounir pleit voor het afschaffen van omfloerste bewoordingen zoals ‘er was op de plantages behoefte aan goedkope arbeidskracht’. Nee: benoem wie mensen wegroofde, en wie slachtoffer werd.

‘Diversvaardigheid’

Hij heeft moeite met inclusie als hoogste ideaal, legt hij uit, omdat je mensen wel kunt ‘includeren’ maar dan alsnog uitgaat van de bestaande situatie. ‘Willen we werkelijk bouwen aan een nieuwe samenleving en nieuw onderwijs, dan moeten we bouwen aan een nieuw kaartenhuis’, zegt hij. Dat vereist ‘diversvaardigheid’ zoals hij het noemt, mensen in al hun facetten zien, individueel en niet als eendimensionaal lid van een groep.

De laatste waarde die hij noemt is: ‘De nieuwe taal maakt excuses’. Hoe zeg je echt sorry? Niet door een formulering als ‘het spijt me dat je je gekwetst voelt’. De ingrediënten zijn erkennen, benoemen, herstellen, en sorry. De ander zegt: hoor me nou, zie me nou, geloof me nou. Als we dat kunnen gaat dat echt zoveel heling brengen.’

Tekst: Edith van Gameren
Beeld: Wikimedia Commons (portret)

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!


Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

6 Responses to Op zoek naar een nieuwe gemeenschappelijke taal met Mounir Samuel: ‘Wees diversvaardig’

  1. Zeggen dat er in andere delen meer dan 2 geslachten bestaat is een fout en gewoonweg niet waar.. Hooguit andere ‘gender-expressie’, wat ook maar de vraag is.

  2. “Samuel, zelf visueel beperkt: (…)” We hebben van Samuel geleerd dat “Samuel, die zelf een visuele beperking heeft: (…)” inclusiever is.

  3. Best bijzonder dat er zo’n weinig kritische recensie wordt geschreven over de ‘masterclass’ van Mounir Samuel door Edith van Gameren. Daarom is het juist interessant om ook de recensie van emeritus hoogleraar taalkunde Ludo Beheydt te lezen over het boek van Samuel, ‘Je mag ook niks meer zeggen’, dat Samuel als uitgangspunt nam voor zijn ‘masterclass’ (zie https://neerlandistiek.nl/2023/07/wat-mag-je-nog-zeggen/ ). Beheydt zegt over dit boek:

    ‘Zelden heb ik zo’n onverdraagzaam, zelfingenomen, betuttelend en ontoegankelijk boek gelezen over taal als Je mag ook niets meer zeggen. Gelukkig zegt de auteur al in het woord vooraf: “Ik ben geen taalwetenschapper”. Want anders zou je je als taalwetenschapper schamen.’

    Het boek ‘Je mag ook niks meer zeggen’ borduurt verder op het eerdere werk van Samuel, namelijk ‘Waarden voor een nieuwe taal.’ Hoogleraar taalkunde Marc van Oostendorp zegt over dit werk (zie https://neerlandistiek.nl/2021/04/ik-ben-neerlandistisch/ ):

    ‘Kun je je als je over taal schrijft niet een klein beetje verdiepen? Laten we zeggen op het niveau waarop de stof in de basisschool wordt uitgelegd.’

    De kritieken zijn niet mals en het wordt duidelijk dat we te maken hebben met iemand die op dit vlak totaal niet kundig is. Zogezegd de Willem Engel van de taalkunde. Maar was dit dan niet duidelijk voor de toehoorders van de ‘masterclass’? Als medewerker voor Profielen had Van Gameren toch in haar recensie duidelijk kunnen schetsen dat we te maken hebben met de nieuwe kleren van de keizer? Waarom is de onkunde van Samuel over het hoofd gezien?

  4. Bedankt voor de aanvulling, overigens is het artikel geen recensie en gaat het niet over het boek, het is mijn weergave van de ideeën die Mounir Samuel te berde bracht tijdens een lezing ihkv Diversity Day. Wat vond u zelf van het boek?

  5. De zaken die Samuel lijkt te zeggen (volgens uw verslaglegging) in desbetreffende ‘masterclass’, lijken sterk overeen te komen met wat naar voren komt in zijn boek. Van bepaalde zaken in het boek sla je ook stijl achterover. Zo schrijft Samuel: ‘Wie goed oplet merkt dat in dit boek werkwoorden als ‘bekijken’ en ‘zien’ zo veel mogelijk mijd.’ Samuel zou het gebruik van deze woorden als validistisch beschouwen en stelt alternatieven voor. Zo zou ‘blinde vlek’ vervangen kunnen worden ‘gemist perspectief’, ‘zelfbeeld’ door ‘zelfbeschouwing’ en ‘zienswijze’ (ook) door ‘beschouwing’. Wat Samuel kennelijk niet inziet, is dat zowel ‘perspectief’ (Latijn ‘per’ + ‘specere’ = zien, bekijken, https://etymologiebank.nl/trefwoord/perspectief) als ‘beschouwing’ (‘be-‘ + ‘schouwen’ = bezien, https://etymologiebank.nl/trefwoord/beschouwing) ook woorden zijn die eigenlijk ‘zien’ betekenen. Je hoeft geen uitgebreide kennis van het Latijn te hebben om dat te weten en het is dan ook wonderlijk dat Samuel zulke fouten maakt.

    Ook meent hij dat we vanwege ‘zoöïsme’ (zijn benaming voor iets dat lijkt op ‘speciësisme’) geen gezegden/uitdrukkingen of woord(groep)en mogen gebruiken waarin er op een negatieve manier wordt verwezen naar dieren. Zo komt naast de ‘dove kwartel’ ook de ‘dappere dodo’ voor op zijn zwarte lijst. De ‘dodo’ in ‘dappere dodo’ is echter niet de walgvogel die is uitgestorven op Mauritius, maar is de naam van een menselijk poppenpersonage uit een kinderserie en dat personage is vernoemd naar een heilige, namelijk Sint-Dodo van Asch (zie https://www.ensie.nl/woordenboek-van-populair-taalgebruik/dappere-dodo).

    Samuel ziet elk woordgebruik als een potentieel probleem, maar bedenkt dan zonder enige kritische analyse en niet gehinderd door enige kennis van zaken zelf maar wat ‘oplossingen’. Samuel is doorgeslagen, zoals Beheydt ook in zijn recensie verwoordt: ‘Hij schrijft dan wel in de inleiding dat hij gaat voor “een nieuwe taal die veilig, toegankelijk en inclusief is voor iedereen”, maar met deze gids is het voortdurend op eieren lopen. Oeps, sorry, de uitdrukking op eieren lopen mag ook niet meer (p. 103). In elk geval is de nieuwe taal helemaal niet veilig, want op elk moment kan het fout gaan, alleen weet je nooit wanneer en dus gaat het gegarandeerd fout.’

    In uw stuk heeft u er nu voor gekozen om de ‘weergave van de ideeën die Mounir Samuel te berde bracht’ naar voren te brengen, maar zijn ideeën zijn niet los te zien van de lage kwaliteit die hij levert op taalkundig vlak. Het is dan ook de vraag waarom zo’n iemand dan wordt uitgenodigd door INCLUDED. Als u verslag zou doen van een lezing van Willem Engel, dan kunt u ook niet zonder enige kritische kanttekeningen gaan voor de ‘weergave van de ideeën’ van Engel. In het geval van Samuel had ik ook anders mogen verwachten.

 

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top