In het duurzame vervoersbeleid, waar de HR in januari 2025 mee start, wordt woon-werkverkeer met de auto nog wel vergoed als dezelfde reis met het ov anderhalf keer zo lang duurt. Hoe bereken je dat, vraagt de centrale medezeggenschapsraad (cmr) zich af.

Zoals verwacht heeft de cmr ingestemd met het door het cvb voorgenomen duurzame vervoersbeleid. Nieuw is dat het woon-werkverkeer volledig wordt vergoed als je met het openbaar vervoer reist (nu krijg je alleen de eerste 20 kilometer terugbetaald). Als je met de auto komt, krijg je vanaf januari nog maar 12 cent per kilometer (de eerste 20 kilometer), het jaar erna verdwijnt de vergoeding in z’n geheel.

Uitzonderingsgevallen

In uitzonderingsgevallen blijven medewerkers van de HR nog wel in aanmerking komen voor de volledige vergoeding. Bijvoorbeeld als je om medische redenen afhankelijk bent van de auto, onregelmatige werktijden hebt of als de ov-reis minimaal anderhalf keer zo lang duurt als de autorit.

Maar wat is anderhalf keer zo lang? In de brief over het instemmen met het nieuwe beleid geeft de cmr aan het cvb het ‘zwaarwegende adviespunt’ mee om kritisch te kijken naar dit uitzonderingscriterium omdat dit nog niet goed is uitgewerkt.

Tel je files mee?

Het criterium ‘anderhalf keer zo lang’ lijkt ruimte te geven tot ‘creatief boekhouden’, motiveert Lidewij ten Kate, voorzitter van de pgmr (personeelsgeleding van de cmr). ‘Hoe ga je het berekenen? Met het wel of niet meetellen van bijvoorbeeld files of overstappen kunnen er immers interpretatieverschillen ontstaan. Het cvb moet dat nog uitwerken.’

De cmr wil hierover graag ‘de vinger aan de pols houden’, stelt Ten Kate omdat de interpretatie van het ‘anderhalf keer zo lang-criterium’ effect kan hebben op het uitgangspunt van het duurzame van het nieuwe vervoersbeleid. Het is immers niet de bedoeling dat heel veel medewerkers hun autorit naar de hogeschool vergoed blijven krijgen, en ze dus niet worden gemotiveerd de trein of de fiets te nemen.  

‘Evalueer het beleid na een jaar’

Aan het ‘zwaarwegende adviespunt’ voegt de cmr toe dat ze graag ziet dat het nieuwe beleid na een jaar wordt geëvalueerd ‘om dan kritisch te kijken naar dit criterium en te herzien waar nodig’.

De cmr vraag het cvb ook om helder te communiceren over het vervoersbeleid ‘omdat een deel van de werknemers hun woon-werkverkeer-gedrag zal moeten aanpassen aan het nieuwe beleid. De pgmr adviseert om een tijdelijk centraal punt in te stellen voor alle vragen’.

Tekst: Jos van Nierop
Foto: Darice de Cuba