Vorige week zijn de eerste concrete plannen aan het personeel gepresenteerd. Wat vindt het Inspraakorgaan Diensten (IOD) daarvan?
Van Roon: ‘Dat er iets moet gebeuren, is waar. Ook wij wisten en merkten dat de samenwerking tussen diensten soms vrij waardeloos was, en gesprekken daarover hebben niet veel uitgehaald. Ook het IOD is dus blij dat de kwaliteit van de dienstverlening aangepakt gaat worden. Dat gezegd hebbend vinden wij wel dat er nog heel veel ontbreekt aan de plannen die nu gepresenteerd zijn.

‘De concretisering ontbreekt, maar het schort ook aan onderbouwing en argumentatie. De diensten moeten niet meer aanbod-, maar vraaggericht gaan werken bijvoorbeeld. Maar wat is die vraag vanuit het onderwijs dan precies? Uit de presentatie van vorige week begreep ik dat de klant dat zelf ook eigenlijk niet zo precies weet. Dat vinden wij een te wankele basis om tot deze reorganisatie over te gaan.

Andere scenario’s
‘Ik ben ook benieuwd naar het antwoord op de vraag: Wat heeft ons in het verleden dan verhinderd om klantgericht te werken? En wat geeft ons het vertrouwen dat dat met de huidige voorstellen beter zal gaan? Ook die reflectie ontbreekt volgens het IOD.
‘Daarnaast vragen we ons af of er verschillende scenario’s zijn gemaakt waaruit blijkt dat de oplossing om van negen naar vier diensten te gaan de beste is. Andere scenario’s hebben wij in ieder geval niet gezien.

‘De projectgroep die zich bezighoudt met de reorganisatie van de diensten werkt vanuit de gedachte dat verkokering moet worden doorbroken. Dat lijkt me een prima uitgangspunt, maar hoe zorgen we ervoor dat er geen nieuwe kokers ontstaan binnen de nieuwe en grotere diensten? Die nieuwe diensten krijgen ook weer een eigen structuur, met misschien nieuwe managers en er zal toch coördinatie moeten plaatsvinden. Daarover heb ik tot nu toe niets gelezen of gehoord. Het is niet alleen belangrijk dat de diensten beter samenwerken met de instituten, maar ook dat er binnen de diensten en tussen die diensten beter wordt samengewerkt. Dat is wel wat de projectgroep zegt, maar wat volgens ons nog te weinig is uitgewerkt.’

Duidelijkheid
‘Ons advies is dat de projectgroep de komende maanden meer en beter gaat samenwerken met de collega’s die het werk straks moeten gaan uitvoeren. Het is prima dat deze reorganisatie begonnen is bij de directeuren, maar de mensen van de werkvloer moeten zich kunnen herkennen in de plannen en bereid zijn erin mee te gaan, anders is het gedoemd te mislukken.

‘Het is niet erg dat de reorganisatieplannen niet af zijn. Als de projectgroep er nog een jaar over wil doen, vinden wij dat prima. Als het resultaat maar goed is en van tevoren duidelijk is waaraan we beginnen.’

Dorine van Namen