Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
19 april 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Blog Demian: Een goed seizoen voor Aspergers

Gepubliceerd: 11 June 2015 • Leestijd: 4 minuten en 18 seconden • Demian Janssen Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Onlangs trof ik onder in een la een dik pak papier aan. In een opschriftloze bruine envelop zaten mijn oude evaluatiedocumenten van Emergis, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Ik ben hier, inmiddels bijna twintig jaar geleden, als zesjarig jongetje een aantal keer op bezoek geweest om ‘begeleid te spelen’.

De bedoeling van deze klinische aangelegenheid was het vaststellen van een ontwikkelingsstoornis, op verdenking van autisme of een zijpad daarvan: Asperger. Vriendjes had ik niet en ik bracht het overgrote deel van mijn tijd door in het cv-hok van de basisschool, of in het nabij gelegen park. Naast afwezigheid toonde ik ook nog eens een grote desinteresse in de schoolvakken en zat ik alleen maar te tekenen: morbide tekeningen vol geweld, monsters, dood en andere ongemakken. Reden genoeg voor mijn ouders om aan de bel te trekken. De andere kinderen begonnen inmiddels ook te merken dat er iets aan de hand was. Wie was toch dat welbespraakte maar afwezige jongetje dat alleen zijn mond opentrok voor gekke grapjes en van die enge tekeningen maakte? En zo begon de sociale selectie die alleen maar zo eerlijk en primair kan zijn in groep drie van de basisschool.
Nu wil het toeval dat in de vroege jaren negentig het toekennen van labels in rap tempo in opkomst was en al snel hadden veel van mijn leeftijdsgenootjes ADHD, ADD, Asperger, autisme, dyslexie, dysfasie, dyspraxie, dyscalculie en ga zo maar door. Men probeerde verwoed een classificatiesysteem te ontwikkelen om al die onbegrepen kinderen iets beter te begrijpen.

Een goed seizoen voor aspergers 1

De eerste wand
Na een paar keer spelen kwam dan ook de conclusie dat ik mij ‘binnen het autistisch spectrum’ bevond, zwevend tussen Asperger en MCDD, een meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis. Kort gezegd hield dit in dat ik moeite zou hebben met leren en sociale vaardigheden. Omdat hier niet zachtzinnig mee wordt omgegaan in groep drie van de basisschool en de eerste tekenen van pestgedrag de kop opstaken, gaven mijn ouders mij de keuze tussen de concurrerende openbare basisschool en het speciaal onderwijs. Ik vermoedde dat er op de openbare basisschool niet minder vreemd van de We need to talk about Kevin-tekeningen op zou worden gekeken, dus ik koos voor het speciaal onderwijs.

Ik sprokkelde karaktereigenschappen bij elkaar dat het een lieve lust was.

Dit bleek een goede beslissing te zijn want ik had het er best naar mijn zin. Ik zat tussen gelijkgestemde leeftijdsgenootjes en dankzij de legio persoonlijkheids- en ontwikkelingsstoornissen viel er altijd wat te beleven. Voor zover ik wist, zat ik daar voor een rekenachterstand maar gaandeweg het eerste jaar vielen me steeds meer dingen op. Hoe kwam het dat ik als een van de weinigen goed kon lezen? In het eerste jaar had ik de volledige schoolbibliotheek al leeg gelezen en ADHD of agressieproblemen had ik ook niet. Ik besloot hier eens naar te vragen bij mijn mentrix, die mij toen haarfijn uitlegde wat er aan de hand was. Ik kan me nog herinneren verbaasd te zijn, voor zover ik weet had ik de term autisme nooit eerder horen vallen en ik wist niet wat het was. Ik vroeg haar naar de kenmerken, en hoe ze dat dan kon zien. ‘Je kijkt nooit mensen aan’, zei ze. ‘Het is daarom moeilijk voor sommige mensen om een connectie met je te maken.’ Zo had ik er nooit over nagedacht.

De tweede wand
Vanaf die dag keek ik met andere ogen naar de wereld om me heen. Wat eerst een grote zandbak was waar ik mijn eigen gang kon gaan, begon er nu uit te zien als een laatste halte. Ik begon te observeren en te zoeken naar de sociale norm. Hoe lopen andere mensen? Hoe praten en lachen ze? Waar hebben ze het dan over? Hoe ga je in godsnaam met meisjes om? De jaren die volgden, stonden in het teken van sociale ontwikkeling en ik leerde mezelf van alles aan en af. Mensen aankijken had ik vrij snel onder de knie, maar wat lastig bleek was het vormen van een extraverte persoonlijkheid. Ik sprokkelde karaktereigenschappen bij elkaar dat het een lieve lust was. Het kwam dan ook meer dan eens voor dat ik, als ik lange tijd met iemand optrok en daarna weer thuiskwam, de lach, het gevoel voor humor, accent en zelfs lichaamstaal van die persoon had overgenomen. ‘Die blik die je nou in je ogen hebt, is precies hoe hij altijd kijkt’, zei mijn vader dan. Ik zocht op deze manier naar een connectie en wijze van communiceren waar ik me prettig bij voelde. Inmiddels doe ik dit gelukkig niet meer, en trots ben ik er ook niet echt op, maar het heeft me wel geholpen. Dankzij het kopieergedrag heb ik mijn ‘weg naar buiten’ kunnen vinden.

De derde wand
Door de nodige sociale blunders, onhandige beslissingen en het verleggen van persoonlijke grenzen begon zich dan eindelijk een fatsoenlijk functionerend individu te vormen. De strikte morele codes, normen en waarden die ik hoog in het vaandel hield, kwamen veelal voort uit angst. Als mijn vrienden uitgingen, wilde ik niet mee. ‘Een grote oppervlakkige primitieve paringsdans’, zeurde ik dan. Maar eigenlijk dacht ik dat ik daar toch niet thuis zou horen. Toen ik naar het reguliere middelbaar onderwijs ging, en twee jaar later naar het mbo, verkruimelde de rest van mijn ivoren toren. Mijn gezichtsveld was een stuk breder geworden en ik begon eindelijk zin te krijgen om mij een beetje in de wereld te begeven. Ik zette heel veel van mijn onbegrip en haat aan de kant en omarmde in zekere zin de vervreemding die mijn achtergrond me heeft nagelaten.

Dankzij kopieergedrag heb ik mijn ‘weg naar buiten’ kunnen vinden.

De vierde wand
Het heeft gezorgd voor een sympathie en misschien zelfs fascinatie voor wat ze the underdog noemen; een positie die ik zelf ook een tijdje heb bezet. Een positie die me tot een redelijk openhartig persoon heeft gemaakt die zich liever openstelt en laat kennen dan vanaf de zijlijn toekijkt. Inmiddels heb ik er een beetje vrede mee en de vraag wat nou normaal of acceptabel is, houdt me niet meer zo bezig. Als ik erop terugkijk, denk ik wel dat dit alles noodzakelijk was en dat ik verder van huis was geweest als ik de makkelijke weg had gekozen, me had neergelegd bij mijn diagnose. Van autisme valt op het eerste gezicht nu niet meer te spreken, hooguit van excentriek of stoïcijns. Mijn voornemen is dan ook om het na deze publicatie niet meer ter sprake te brengen op momenten dat het niet nodig is, zoals bij eerste ontmoetingen. Het is niet langer relevant. Het Aspergerseizoen is immers al een tijdje voorbij.

 

 

Demian Janssen is derdejaars illustratie aan de Willem de Kooning Academie. Zijn hart gaat uit naar het beeldverhaal en naar redactioneel werk.

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

4 Responses to Blog Demian: Een goed seizoen voor Aspergers

  1. Mooi verhaal. Ik herken mij er ook erg in (Heb ook asperger). We hebben gewoon even de tijd nodig om aan de wereld te wennen 😉

  2. Je hebt een lange weg afgelegd en er beter uitgekomen. De wereld is lastig, of je nu wel ‘wat’ hebt of niet, iedereen moet z’n plekje vinden en bij de een duurt het wat langer dan de ander. Zelf ben ik nog niet eens op de helft waar jij bent (heb ADHD en PDD-NOS) maar ik kom er wel, in m’n eigen tempo.

    Ik vind het altijd fijn om zoiets als dit te lezen, het laat zien dat ondanks een ‘beperking’ je niet moet laten tegenhouden, heel veel is mogelijk, je moet je er alleen voor inzetten.

  3. Goed geschreven verhaal, Demian! Geeft een goed beeld van wat Asperger is en hoe jij daar in de praktijk mee om gaat.

  4. Supergoed verhaal. Vooral heel knap dat je Elf onder woorden kunt brengen hoe je ‘jezelf aangepakt’ hebt. Fantastisch dat je niets meer met het etiket te maken wilt hebben. Je mag gewoon zijn wie je bent. Succes met je studie en wat je nog meer onderneemt. Ina

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top