Hoog bsa struikelblok voor medezeggenschapsraad
Gepubliceerd: 23 June 2015 • Leestijd: 2 minuten en 24 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Ready4Succes, de onderwijsplannen voor het eerste jaar bij COM, komen er niet zoals het onderwijsinstituut dat het liefst ziet. Dat is de conclusie na de bijna vier uur durende medezeggenschapsraadsvergadering van gistermiddag.
Dat de medezeggenschapsraad (cmr) kritisch is over de plannen werd al eerder duidelijk. Vooral de studentleden zetten in de discussie Ron Bormans op scherp, waarmee de collegevoorzitter de kritische studenten krijgt waar hij eerder om vroeg. Tot een definitief besluit kwam het gisteren nog niet: het collegebestuur bond iets in en stelt nu, na overleg met CoM (Instituut voor Commercieel Management), voor dat eerstejaars die één studieonderdeel niet gehaald hebben, een vervangende opdracht mogen doen. Hoogstwaarschijnlijk zal een meerderheid van de cmr daar bij het vervolg op de vergadering, op 6 juli, mee instemmen.
Pilot voor één jaar
CoM en het collegebestuur hebben gekozen voor een onderwijsvorm met intensieve begeleiding, kortere onderwijsperiodes, minder herkansingen en de mogelijkheid om enkele onvoldoendes te compenseren. Wel moeten de eerstejaars het jaar in één keer halen. Daarbij geldt een bsa (bindend studieadvies) van 60 studiepunten. Het gaat om een experiment, een pilot van één jaar.
‘Maar voor studenten is het geen experiment’, betoogt studentlid Selcuk Durak. Ook als het experiment geen vervolg krijgt, moeten eerstejaars met minder dan 60 punten vertrekken. Rechtsongelijkheid in vergelijking met andere opleidingen (waar 48 punten moeten worden gehaald), vindt een aantal cmr-leden. Durak: ‘Zorg eerst voor een goede organisatie bij de opleiding, en ga dan pas experimenteren. Studenten zijn geen proefkonijnen!’
Bevlogenheid honoreren
Collegevoorzitter Bormans is juist erg enthousiast over het docententeam van COM dat de afgelopen anderhalf jaar ‘zichzelf heeft geëvalueerd’. En gekomen is met de nieuwe onderwijsvorm die voor studenten streng is ‘om ze in een studeerritme te krijgen’. Bormans: ‘Ik zie dat de docenten met veel bevlogenheid met ideeën zijn gekomen om studieuitval tegen te gaan. Daarbij zitten we in een transitie van een centraal gestuurde organisatie naar het eigenaarschap op de werkvloer, naar de docenten. Dat wil ik honoreren.’
De cmr, die instemmingsrecht heeft op de in de onderwijs en examenregeling (OER) op te nemen bsa, laat zich niet overtuigen door Bormans die al eerder inbond en het aantal pilots naar beneden bijstelde. Er was sprake van zeven pilots, dat zijn er nu twee: bij CoM en bij de opleiding industrieel product ontwerpen (IPO), waar een bsa van 52 punten gaat gelden. Daar stemt de cmr wel mee in.
‘Cmr-leden begrijpen het niet’
Dat de cmr de ideeën van CoM niet zonder meer overneemt, is tegen het zere been van CoM-docenten. Als toeschouwer zijn er zo’n twintig aanwezig bij de vergadering en tijdens de pauze proberen enkelen de cmr-leden te overtuigen. Tegenover Profielen spreken anderen over de ‘zeer fragmentarische’ reacties van cmr-leden, bijvoorbeeld over de bsa. ‘Ik heb het idee dat ze het volledige onderwijsconcept niet goed begrijpen’, reageert een van de docenten.
Ook het feit dat de cmr nu pas, een paar maanden voordat de pilot moet gaan draaien, bij de discussie is betrokken, valt bij de docenten niet goed. Daarvoor trekt Bormans het boetekleed aan. Bormans benadrukt wel dat binnen het instituut zo’n beetje iedereen (onder andere examencommissies en de instituutsmedezeggenschapsraad) betrokken is bij de plannen en ermee akkoord is..
‘Bedrijfsleven enthousiast’
Maar hoe zit het met de toekomstige werkgevers van de studenten, die dus weten dat een student onvoldoendes heeft mogen compenseren? Dat is niet goed, vindt cmr-studentlid Esmée Paling. ‘Het bedrijfsleven is betrokken bij de nieuwe onderwijsvorm van CoM, en is er enthousiast over’, werpt Bormans tegen. ‘En: als het zo zou zijn, dat we ‘incomplete’ mensen gaan afleveren, dan haak ik af.’ Overigens mogen niet alle onvoldoendes worden gecompenseerd en geldt de maatregel alleen voor het eerste jaar.
Jos van Nierop
“kortere onderwijsperiodes, minder herkansingen en de mogelijkheid om enkele onvoldoendes te compenseren”… Tweedejaars die “enkele onvoldoendes” hebben gecompenseerd zijn onvolmaakte tweedejaars zonder solide kennis van (vaak) basisvakken. Hoezo “compenseren”? Student beheerst het vak wél of hij/zij beheerst het vak niet. De kwaliteit van het onderwijs wordt onvoldoende gewaarborgd. Dit los van de discussie over de “60 punten anders BSA”-kwestie…
Er wordt toch ook binnen een toets ‘gecompenseerd’: niet iedere vraag binnen een toets hoeft voldoende te zijn om een voldoende voor de toets te halen.
Beheerst de student het vak niet omdat hij/zij niet op alle vragen van een toets voldoende heeft gescoord?
Beste O.P.,
Het wel of niet beheersen van het vak zie ik minder zwart-wit (of binair) dan jij.
Volgens mij hangt je beheersing van “het vak” af van een ingewikkelde combinatie van allerlei kennis, vaardigheden, competenties, beroepshouding, interesses, motivatie, enzovoort..
Al die dingen zijn niet statisch. Kennis verdwijnt na de toets, of komt er na de toets nog bij. Interesses ontwikkelen zich, etc.
Binnen het beroepsdomein zijn de variaties in wat belangrijk is binnen “het vak” per bedrijf, per afdeling en per functie ook enorm.
Ik vind het daarom plausibel dat je bepaalde zaken waar je minder talent en interesse voor hebt kunt compenseren met zaken waar je je energie beter op kunt richten.
Dat je daarmee bepaalde richtingen binnen het beroepsdomein voor jezelf afsluit of moeilijker maakt, kan acceptabel zijn, mits je je energie ook echt richt op datgene waar je wel interesse en talent voor hebt.
Al klinkt het paradoxaal: compenseren kan uiteindelijk betere beroepsbeoefenaren opleveren.
Ik (klasvertegenwoordiger 2e jaar opleiding TB) sluit me volledig bij Mark Smit aan.
Voldoendes geven inderdaad ook al maar 55% ‘beheersing’ aan bij normale cesuur.
Met dit voorstel zou t kunnen ontstaan dat je 2 vakken mist maar toch weg moet. Het moet erom gaan dat je er uiteindelijk gewoon komt, op zijn minst een herkansing voor elk vak, binnen jetzelfde jaar, lijkt mij gewoon prima.
‘Maar hoe zit het met de toekomstige werkgevers van de studenten, die dus weten dat een student onvoldoendes heeft mogen compenseren?’
Van ir X van de TUD is de constructie van 40% van de gebouwen die hij/zij ontwierp ondeugdelijk gebleken. Van een ziekenhuis van de hand van ir X is 4/10 deel ingestort.
Van specialist Y, opgeleid in ’t Erasmus MC, is 40% van zijn/haar patiënten gestorven.
Beide hebben hun bul uitgereikt gekregen met eindcijfer 6
Ik vind dat TU- en geneeskunde-studenten hun bul pas mogen krijgen met eindcijfer gemiddeld een 10.
@RON HEEKELAAR:
Ik neem aan dat u dan dus zelf ook al uw voorgaande studies hebt afgerond met één 9 en voor de rest 10’en of is er iemand geweest die u, met het volste vertrouwen dat het goed zou komen, een papiertje heeft aangeboden welke u gretig heeft aangenomen?
Ik zie veel jongeren zich ontwikkelen in korte tijd van volledige leek en onbekend in mijn vakgebied tot boeken wurm en zich cum laude opwerpen voor hun P. Als ik dan echter eens een praktijkvoorbeeld bespreek met deze jongeren, komt er soms een antwoord uit wat in de buurt komt van wat ik zocht maar kant noch wal raakt als het gaat over de haalbaarheid en praktische aard van die oplossing.
Anderen zie ik zich elke les weer verbazen over de complexiteit van de theorie in de lessen zoals aangeboden, maar hebben een paar gouden handen en kunnen zich, als het gaat om productiviteit in projecten, meer verdienstelijk maken dan de Cum Laude studenten.
Mijn punt: ik denk dat het te kort door de bocht is om een BSA van 60 punten te stellen, aangezien daar vooral de vaardigheid ‘Theorie van een vak beheersen’ getoetst wordt en niet de mate van nuttige en -door de commerciële wereld- verwachtte kennis en vaardigheid om een casus te redden.
Hiervoor een oplossing vinden is natuurlijk lastig en ik zou ook geen gepaste oplossing kunnen geven. Maar de eis van een bestuur om maar 60 punten te eisen voordat iemand door mag naar het 2e jaar, vind ik een moeilijk te accepteren feit. Een professional krijgt de verantwoordelijkheden die hij of zij geschat wordt te kunnen dragen. Als vervolgens blijkt, in een proefperiode, dat deze professional daar nog niet klaar voor is, worden daar vaak intern andere oplossingen voor gezocht. Maar de hiaten in de kennis van de vakken uit het eerste jaar zijn meestal in de nakomende jaren gedicht en over het aantal punten behaald in dat eerste jaar zal waarschijnlijk met geen woord meer gesproken worden.
Maar het zijn die hiaten die een student belemmert om zijn/haar studie voort te mogen zetten en dat is in mijn ogen dus te kort door de bocht.
Dag S. DE OA,
Ik onderschrijf uw vertoog.
Ik ben er echter ook absoluut van overtuigd dat collega’s uitermate prudent met de belangen van jonge mensen omgaan en dat zij met dit alles rekening hebben gehouden en dat zodoende voor iedereen voor februari duidelijk is of de gekozen studie de juiste is, of niet, en de 60 studiepunten daarna gehaald gaan worden.
[…] “Het is al weer een paar jaar geleden dat de discussie tussen het College van Bestuur en de centrale medezeggenschapsraad (cmr) zoveel aandacht trok”, zo opent de voorzitter van de cmr, Fons van Maldeghem, de vergadering, met een blik op de overvolle publieke tribune. Waarbij in ons geval ‘publieke tribune’ staat voor een rij stoelen achter de deelnemers aan de vergadering. Collega’s van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO) en ons Instituut voor Commercieel Management (COM) bevolken massaal die ‘tribune’. Vier uur later zouden we vaststellen dat we ook zelden tot nooit zo lang vergaderen met elkaar. En ook dat we het nog niet met elkaar eens zijn. […]