“Goed nieuws”, reageert Mark van den Hove van het Landelijk Studenten Rechtsbureau. Dat spande een zaak aan tegen de Hogeschool Utrecht namens meer dan honderd studenten medische hulpverlening. Allemaal liepen ze vertraging op omdat ze door het ontbreken van een BIG-registratie geen stageplek konden vinden.

Dat is de schuld van de hogeschool, zegt de rechter nu. “Die had er rekening mee moeten houden dat het moeilijk zou worden om een plek te vinden”, aldus Van den Hove.

De studenten eisen een schadevergoeding. Het is nog onduidelijk hoe hoog die precies wordt, maar de rechter wil volgens Van den Hove in ieder geval uitgaan van de letselschaderichtlijn: 20.000 euro per jaar. “Dat is vooral omdat studenten later op de arbeidsmarkt zijn gekomen. Dat betekent minder inkomsten, maar bijvoorbeeld ook minder pensioenopbouw”, aldus Van den Hove.

Stageverleners vonden voorheen dat het geen zin had studenten op te leiden, omdat het onduidelijk was of het beroep medisch hulpverlener ooit zou worden opgenomen in het BIG-register, waar bijvoorbeeld ook artsen en verpleegkundigen in geregistreerd staan. Zonder die registratie mogen afgestudeerden niet het beroep uitoefenen waarvoor ze zijn opgeleid.

Pas in oktober 2015 maakte minister Schippers van Volksgezondheid bekend dat medisch hulpverleners vanaf 1 juli 2016 in het BIG-register staan.

De Hogeschool Utrecht bestudeert de uitspraak nog. Een reactie volgt “zo spoedig mogelijk”.

De Hogeschool Rotterdam biedt ook een opleiding medische hulpverlening aan, maar doet dat alleen met studierichtingen waarvoor een BIG niet noodzakelijk is. Opleidingsmanager Cees van Bers zei eerder dat hij daar graag verandering in zou brengen als de BIG-registratie eindelijk geregeld is.

HOP, Petra Vissers / Profielen