‘Een nieuw begin’, karakteriseerde ceremoniemeester Erwin van Braam, directeur van de concernstaf, de plannen van de hogeschool. En aan dat nieuwe begin – waarin studiesucces prioriteit heeft – zijn heel wat woorden voorafgegaan, legde collegevoorzitter Ron Bormans uit. Zo veel dat medewerkers verzuchtten: ‘Hou op met praten, we gaan het gewoon doen.’

En daarom gaat het college de komende vier jaar investeren in acht werkplaatsen, waarin – over de grenzen van opleidingen en instituten heen – aan verandertrajecten zal worden gewerkt.

Ondersteunende medewerkers naar opleidingsteams

Dat het bestuur verantwoordelijkheden lager in de organisatie wil leggen, was al langer duidelijk. Gisteren werd meer bekend over de manier waarop dat gestalte moet krijgen.

Waar tot vandaag nog van docententeams werd gesproken, gaat het nu over opleidingsteams. Een niet onbelangrijke verandering, want in een opleidingsteam komen niet alleen docenten, maar ook onderzoekers, management, ondersteunend en faciliterend personeel te werken. Ondersteunende medewerkers kunnen lid zijn van meerdere opleidingsteams.

Dat betekent een verdere decentralisatie van de diensten van de hogeschool, en ook een verdere afname van de uitgaven aan de centrale dienstverlening.

De onderwijsgebonden dienstverlening (zoals onderwijskundigen, decanen en studentzaken) blijft op 15 procent, maar de uitgaven aan de zogenaamde generieke dienstverlening (zoals cvb, personeelszaken en financiën) gaat terug van 22,7 naar 20 procent van de begroting. Vier jaar geleden was dat nog 27 procent. Het geld dat hiermee vrijkomt, gaat direct naar het onderwijs.

De vier economische instituten worden opgeheven

Opleidingen gaan de komende jaren in een andere setting met elkaar samenwerken. In plaats van instituten komen er domeinen, in eerste instantie een economisch domein. De vier economische instituten (RBS, IFM, IBK en COM) hebben de afgelopen jaren al een gezamenlijke onderwijsvisie ontwikkeld en vanaf dit collegejaar verzorgen zij hun onderwijs gezamenlijk op één locatie.

Ondernemerschap wordt een nieuw thema en onderdeel van de curricula van de economische opleidingen. Ook studenten van andere opleidingen voor wie het ondernemerschap een aantrekkelijk perspectief biedt, kunnen hier terecht. Onderzocht gaat worden welke mogelijkheden er zijn om studenten te faciliteren in het opzetten van hun eigen bedrijf.

De vier huidige instituten worden opgeheven en samengevoegd tot de Hogeschool Rotterdam Business School. Er komt een driekoppige directie.

Bij de technische opleidingen is er eenzelfde trend. De opleidingen van de instituten EAS, IGO, RMU, CMI en RAC, het kenniscentrum duurzame havenstad en RDM Center of Expertise gaan intensiever met elkaar samenwerken, en ook daar krijgt het gebouw, aan het Academieplein, een forse opknapbeurt, vertelde Bormans.

Verplichte bijscholing

Verder worden docenten verplicht om zich periodiek bij te scholen in pedagogische en didactische vaardigheden, wordt er onderzoek gedaan naar de rol die de centrale medezeggenschap kan vervullen in een decentraliserende hogeschool en zal er meer aandacht uitgaan naar masteropleidingen dan de afgelopen jaren gebruikelijk was.

Het wervings- en aannamebeleid wordt gericht op diversiteit, in overeenstemming met het charter diversiteit dat de hogeschool anderhalf jaar geleden tekende.

‘Voor de vakantie zijn het bestuur en de cmr aan het armpje drukken geweest over de wenselijkheid van een (variabel) bindend studieadvies’, zei Bormans. ‘De hogeschool gaat nu meer tijd uittrekken om dat onderwerp grondig met elkaar te bediscussiëren en start, onder leiding van onafhankelijke deskundigen, een brede dialoog.’

50 docenten mogen jaarlijks experimenteren met nieuwe technologie

Daarnaast krijgt de digitalisering van het onderwijs een boost. Er komt een fysieke plek, het Edulab, waarin met nieuwe technologieën wordt geëxperimenteerd en jaarlijks krijgen 50 docenten een voucher (tijd) om hier naar eigen wens invulling aan te geven. De opgedane kennis moet uiteraard worden gedeeld.

Wat bindt ons?

Als het onderwijs gedecentraliseerd wordt, wat bindt ons dan nog als hogeschool? ‘De missie en doelen, zoals die zijn vastgelegd in de strategische agenda’, legde Bormans uit, ‘dus dat we kwalitatief hoogwaardig, inclusief en contextrijk onderwijs bieden.’

Maar ook dat de kwaliteit van het onderwijs voor iedereen op dezelfde manier wordt getoetst, namelijk door studenttevredenheid, studiesucces, medewerkerstevredenheid, aansluiting op de arbeidsmarkt en waardering door experts (accreditatie), en dat er afspraken zijn over de manier waarop we samenwerken, zoals bij keuzeonderwijs en minoren.

De financiële administratie, ICT, personeel en processen zijn eenvormig, en natuurlijk heeft iedereen zich te houden aan de (wettelijke) regels, zoals de Wet op het hoger onderwijs en regels van de accreditatieorganisatie NVAO.

Begroting later dit jaar

Decentralisatie maakt ook een andere manier van sturen door het college nodig. Het cvb bewaakt de doelstellingen van de opleidingsteams, motiveert, faciliteert en investeert, zo lezen we in Ons WERKplan.

Hoeveel het college investeert en hoe de middelen worden verdeeld, moet blijken uit de begroting die eind van dit jaar wordt gepubliceerd.

Tekst: Dorine van Namen
Foto: Hans Tak