Dat hij de titel mocht ontvangen had hij nooit gedacht, maar hij herkent zich wel in een van de opmerkingen van de studenten, namelijk dat hij zo sociaal is: ‘Ik maak graag een praatje, ik ben oprecht geïnteresseerd in iedereen. Als ik vroeg op school ben, praat ik ook even met de schoonmakers.’

Leon Goor studeerde bedrijfskunde op het hbo en vervolgens bedrijfskunde met een specialisatie in marketing aan de Erasmus Universiteit. Vervolgens werkte hij bij verschillende grote bedrijven zoals ARA en KPN. Vanuit zijn werk werd hij gestimuleerd om er iets naast te gaan doen, dus besloot hij docent te worden. Niet zo gek, want hij komt namelijk uit een ‘onderwijsfamilie’: ‘Mijn vader was docent op het hbo en mijn jongere zus is docent op een universiteit in Australië.’

Van bedrijfsleven naar docentschap

Vergeleken met het bedrijfsleven is het onderwijs wel wat anders. Zo merkt hij verschillen als het gaat om macht binnen een organisatie: ‘Ik denk dat bij grote organisaties politiek en machtsverhoudingen een belangrijke rol spelen. Waar de informele macht ligt of hoe je draagvlak creëert, weet je soms pas als je met mensen een biertje gaat drinken. Ik heb het idee dat dat in het onderwijs minder speelt.’

Tien jaar geleden stuurde hij een open sollicitatie naar de Hogeschool Rotterdam en kon hij een dag per week aan de slag. ‘Tot drie jaar geleden werkte ik daarnaast nog vier dagen per week bij de Universiteit Wageningen en leidde ik een van de communicatieafdelingen. Met de uitbreiding van het instituut Communicatie, Media en Informatietechnologie (CMI) kreeg ik de kans hier fulltime te werken. Ik was het heen en weer rijden naar Wageningen ook wel een beetje zat.’ Voor Leon Goor kwam deze kans op een goed moment: ‘Ik was in mijn laatste functie in Wageningen op den duur alleen nog bezig met geld en het ziekteverzuim van collega’s. Daar kreeg ik niet echt energie van.’

Inspelen op verwachtingen

Docent zijn bevalt Leon Goor heel goed en dat plezier brengt hij over op zijn studenten. Hij werd in het juryrapport van de docentenverkiezing geprezen om zijn enthousiasme en zijn vermogen zich in de studenten te verplaatsen. Dat is voor hem ook het belangrijkste en leukste aan het docentschap: ‘Als je lesgeeft, is dat altijd vanuit jezelf en in mijn geval vanuit de praktijk. Ik vind het heel belangrijk te peilen wat en hoe studenten willen leren.’ Daarom vraagt Goor aan het begin van een periode of nieuw vak altijd wat de verwachtingen van de studenten zijn. ‘Meestal vul ik mijn lessen op een interactieve manier in, maar een keer vroeg een student of ik gewoon op de klassieke manier wilde lesgeven en dan doe ik dat ook. Ik snap wel dat ze soms geen zin hebben om voor de zoveelste keer in groepjes te werken.’

Leren en innoveren

‘Ik doe mijn best met de tijd mee te gaan en veel te leren van mijn collega’s en vrienden uit het vak. Dat begint bij familieleden die in het onderwijs werken, maar ook hier op de hogeschool. Ik heb veel bewondering voor mijn collega’s en in het bijzonder Marcel Verbakel die op een heel nieuwe en creatieve manier lesgeeft. Door de afwisseling in zijn lessen onthouden studenten de stof beter.’

Van de vakken die Leon Goor geeft, zoals inleiding marketing, communicatie- en mediaplanning, conceptontwikkeling en brandmanagement, is er een vak dat hij, als hij dan toch moet kiezen, ietsje leuker vindt dan de rest: smart data. ‘Een vak waarbij we laten zien dat je vanuit data-analyse beter kunt communiceren, bijvoorbeeld met je klanten. Het is echt een vak van de toekomst.’

Hard voor weinig, nooit chagrijnig

Docentschap kost veel tijd, maar de Docent van het jaar houdt ook nog tijd over voor andere dingen. Naast dat Goor nu fulltime docent is, loopt hij meerdere marathons en wedstrijden per jaar (waaronder de Marathon Rotterdam en Roparun). In het weekend bereidt hij zijn lessen voor en probeert hij tijd aan zijn gezin en vrienden te besteden. ‘Mijn werk is zeker geen straf, ik ervaar daardoor niet echt stress. Als ik mijn studenten zie bij de diploma-uitreikingen, knal ik gewoon uit elkaar van trots. Je ziet ze in een paar jaar ontwikkelen van soms nog jonge gasten naar young professionals. Ik vind dat prachtig.

‘Ik ervaar geen nadelen aan het docentschap. Ik snap daarom niet dat zo weinig mensen docent willen worden. Je hebt veel vrijheid en ruimte om je te ontwikkelen. Het verdient wel minder dan het bedrijfsleven, maar dat maakt mij niets uit.’ Zijn er voor Leon Goor dan helemaal geen nadelen aan het docentschap? ‘Oké, het maken van een toetsmatrijs is niet mijn hobby. Ik vind er niet veel aan en ik ben er ook niet zo goed in.’

Vrijmibo

Naast werken en sporten houdt Leon Goor ook van een gezellige vrijdagmiddagborrel. Aangezien dat nog niet de gebruikelijke afsluiter was bij zijn instituut, heeft hij dat met een aantal collega’s ingevoerd. ‘Ik heb de gewoonte van de vrijdagmiddagborrel overgehouden van mijn baan bij ARA en vervolgens overal waar ik werkte ingevoerd. Ik geloof dat het goed is om met collega’s de week af te sluiten met een drankje.’

Ondanks dat Goor in het verleden elke zes tot acht jaar iets nieuws ging doen, denkt hij niet in de nabije toekomst het onderwijs te gaan verlaten. ‘Misschien dat ik meer in de ontwikkeling van onderwijs wil gaan doen, maar dat zijn verre toekomstplannen. Ik wil vooral les blijven geven.’ De titel Docent van het jaar verandert voor hem niets: ‘Ik voelde mij al gewaardeerd als docent en nu alleen maar meer.’

Tekst: Lana van der Meer
Foto: Bob van der Vlist