Dat laatste ondervond student Kevin, sportmarketing & management onlangs. Hij wilde zich inschrijven voor een premaster aan de Erasmus Universiteit maar daarvoor moest hij wel een 7,0 gemiddeld staan. Dat haalde hij net niet, onder andere omdat de VLD’tjes op zijn lijst meetellen voor een 6,0 en zijn instituut geen G’tjes geeft; een VLD’tje is het maximaal haalbare.

Uitzoeken
Onterecht, vindt Kevin en vindt ook de sgmr (studentengeleding van de medezeggenschapsraad). De raad kaartte de  kwestie aan bij het college van bestuur dat het nu laat uitzoeken: de dienst HR Services is gevraagd om uit te zoeken wat waar gebruikt wordt en welke invloed dat heeft  op het studentvolgsysteem Osiris. Na het advies van HR Services (HRS) gaat het college daarover in gesprek met de instituutsdirecteuren.

De oplossing lijkt echter simpel. Op de laatste bladzijde van de Hogeschoolgids (het algemene deel voor alle opleidingen, klik links op de afbeelding voor een grotere weergave) staat een overzicht met G’tjes, VLD’tjes en andere letters die voor een bepaalde beoordeling staan. Aan elk zogenoemd ‘alfanumeriek resultaat’ wordt een cijfer gekoppeld; alle voldoendes van 6 tot en met 10 (hele cijfers) zijn mogelijk. Maar omdat de onderwijsinstituten vrij zijn in het gebruik van deze tabel zijn er tussen de instituten verschillen. Sommige instituten nemen de tabel linea recta over, andere beperken zich tot een paar mogelijkheden. Het meest beperkend zijn de instituten Commercieel Management (CoM), de Willem de Kooning Academie en Communicatie, Media en Informatietechnologie (CMI); bij alfanumerieke beoordelingen komt een student omgerekend niet hoger dan een 6.

Beperkte mate toegepast
‘Het gebruik van alfanumerieke resultaten wordt in ons instituut maar in zeer beperkte mate toegepast’, vertelt Eefje van Herwijnen, voorzitter van de examencommissie van CoM. Het gebeurt in elk geval voor studieloopbaancoaching, een vak dat lastig in cijfers is te vatten. Van Herwijnen: ‘Het overgrote deel van de resultaten zijn gewoon cijfers tussen 0  en 10 (met een cijfer achter de komma).’

Het niet gebruikmaken van G’tjes is een besluit van de instituutsdirectie. Directeur Bert Reul vindt dat als je bij een beoordeling gebruikmaakt van alfanumerieke resultaten zoals “VLD” (voldaan) het kennelijk lastig is om voor de toets een cijfer te geven. Reul: ‘Ga je daarnaast bijvoorbeeld ook RV (ruim voldoende), G (goed), ZG (zeer goed) en U (uitstekend) gebruiken, dan kunnen er mijns inziens net zo goed cijfers gegeven worden.’ Wat betreft het probleem waar onder andere student Kevin mee te maken heeft, verwijst Reul naar het eerder genoemde onderzoekje dat de dienst HR Services gaat uitvoeren.

‘Alleen maar numerieke cijfers’
Sgmr-voorzitter Rutger Veger zegt dat de raad het liefst wil dat er op de Hogeschool Rotterdam alleen nog maar cijfers worden gegeven. Dat dat voor bijvoorbeeld  studieloopbaancoaching lastig is, begrijpt Rutger overigens wel. ‘Maar wij vinden in elk geval dat  zoiets als bij Kevin is gebeurd, tot het verleden moet behoren.’

Wanneer het onderzoek van HRS is afgerond is nog niet bekend.

Jos van Nierop