Wat doen jullie hier, in de zon?
Mischa: ‘Wachten tot het tijd is om naar college te gaan.’

Om te roken?
Mischa: ‘Ook om gewoon lekker buiten te zitten. Daar is het een mooie plek voor.’

Wat vinden jullie van deze hogeschoollocatie?
Mischa: ‘Het is kleiner dan bijvoorbeeld Museumpark, en dat maakt het gezelliger.’
Kim: ‘Omdat het klein is, leer je sneller mensen kennen. Het is op de gang al erg gezellig.’
Mischa: ‘Je herkent elkaar sneller. Zoals dat meisje dat net ook op dit bankje zat. Zij zei: “Hé, jij doet toch ook ergotherapie?”’

Kenden jullie elkaar al?
Mischa: ‘Nee, maar we zitten bij elkaar in de klas. Ik kende helemaal niemand, toch ging het kennismaken heel makkelijk. En we hebben een superleuke klas. Helaas worden de klassen in februari opnieuw ingedeeld.’

Waarom?
Mischa: ‘Vanwege de afvallers. Er zijn geloof ik acht eerstejaarsklassen, en ze gaan er met zes door. In onze klas zijn al vijf van de 26 studenten met hun studie gestopt.’

Wat voor college hebben jullie straks trouwens?
Mischa: ‘Het heet geloof ik beroepsoriëntatie. Op vrijdag weten we nooit waar het college over gaat. Het is iedere keer iets anders. Een beetje pedagogiek, beroepsoriëntatie, iets over de stage…’.
Kim: ‘Het zijn dingen waar ze nog geen vak voor hadden.’
Mischa: ‘Het is verkennend, oriënterend en om te kijken of de opleiding wat voor je is.’

En is het wat voor jullie? Of twijfelen jullie nog?
Mischa: ‘Nee, ik twijfel totaal niet. Het is leuk en het is veel, maar wel te doen.’
Kim: ‘Ja! Het is een leuke opleiding.’

Jos van Nierop