N@tschool beter maken
Gepubliceerd: 29 June 2015 • Leestijd: 4 minuten en 27 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.‘N@Tschool moet onder de loep’, was onlangs de kop boven een artikel op deze site. Het was een uitspraak van Han Biemans, directeur van de lerarenopleidingen (IvL). Inmiddels heeft IvL die loep ter hand genomen en wordt er gewerkt aan verbeteringen.
Zowel docenten als studenten klagen over de elektronische leeromgeving N@tschool maar de problemen hebben maar voor een deel met N@tschool te maken, stelt Biemans. ‘Deloitte heeft er onderzoek naar gedaan en dat bevestigt ons vermoeden dat N@tschool maar een deel van het probleem is, dat vooral wordt veroorzaakt door allerlei verstoringen in de administratieve keten, bijvoorbeeld omdat Osiris in klassen administreert terwijl het onderwijs niet altijd op die manier georganiseerd wordt. Zoiets komt aan de oppervlakte bij N@tschool.’
Zwaar
Kritiek op N@tschool is bij meerdere instituten te horen maar ‘IvL trekt zwaar op het systeem’, verklaart Biemans de grote hoeveelheid klachten bij zijn instituut. ‘Een deel van het eindwerk, een klassituatie, wordt gefilmd. Dat moet worden geüpload en dat gaat in N@tschool niet 1-2-3.’
Een van de verbeteringen op korte termijn bestaat uit het verlichten van zulke problemen. Ruud Ooms van de dienst FIT is nauw betrokken bij de verbeteringen: ‘We gaan de studenten leren om de filmpjes kleiner te maken zodat ze wel kunnen worden geüpload.’ Dat leren gebeurt met behulp van nieuw instructiemateriaal, via peercoaches, en ook zijn er bij IvL sinds kort uren ingeroosterd waarin de studenten uitleg krijgen over N@tschool.
Zandlopertje
Enkele verbeteringen zijn al gerealiseerd. Zo ontvangen studenten nu, weliswaar met vertraging, een e-mail nadat de docent opmerkingen aan de ingeleverde taak heeft toegevoegd. Ook laat N@tschool sinds kort een zandlopertje zien als een student een filmpje uploadt en converteert. Daarnaast worden studenten er, onder andere via posters, op geattendeerd dat ze voor het sneller uploaden hun laptop het beste op het HR-netwerk kunnen aansluiten.
Een andere ‘verlichtingsoplossing’ is een kwestie van opschonen. Biemans: ‘Wij bieden heel veel onderwijs, dus heel veel vakken die weer zijn verbonden aan heel veel codes. De studenten en docenten raken daar verstrikt in, kunnen de juiste vakken moeilijk vinden. Om het wat inzichtelijker te maken, verplaatsen we zo mogelijk alle vakken die niet meer worden aangeboden naar het archief.’
Instructies
De dienst FIT gaat N@tschool daarnaast gebruiksvriendelijker inrichten. Zo komen bij IvL de instructies over bijvoorbeeld het uploaden van filmpjes ín het systeem te staan. Biemans: ‘Zodat je ter plekke antwoord kunt krijgen en niet, zoals nu het geval is, uit het systeem moet om op Hint te gaan zoeken.’ Ooms: ‘Ook gaan we beter communiceren over waarom het inleveren van opdrachten soms lang duurt: dat heeft te maken met een anti-plagiaatprogramma. Je moet verwachtingen managen!’
Biemans erkent overigens dat N@tschool een verouderd systeem is met functionaliteiten die op andere plekken gebruiksvriendelijker zijn. Even overleggen met je collegastudenten uit je projectgroep is bijvoorbeeld makkelijker op Facebook. Biemans: ‘N@tschool is een solide systeem, maar mensen zijn tegenwoordig technologisch ingesteld en eraan gewend dat iets top werkt. Als dat niet zo is, ga je snel naar een alternatief.’
Alles ter discussie
Kunnen we daarom niet beter afscheid nemen van N@tschool? Misschien wel, maar zover is Biemans nog niet. ‘Als je de keten niet aanpakt, zal elk alternatief voor N@tschool voor min of meer dezelfde problemen zorgen. Maar wij gaan alles ter discussie stellen’, zegt de directeur die zich ook hogeschoolbreed, samen met enkele collega-directeuren, bezighoudt met het onderwerp informatiemanagement. Biemans: ‘Een idee is om te komen met een zogenoemd cafetariamodel, waarbij gebruikers een keus kunnen maken uit een aantal systemen.’ Ooms vertelt dat collega’s van zijn dienst FIT bij andere hogescholen aan het kijken zijn welke systemen er gebruikt worden. Maar de Wet bescherming persoonsgegevens speelt ook een rol. Ooms: ‘Als wij teveel ‘in the cloud’ zetten, lopen we daar serieuze risico’s mee.’
Biemans vindt het een uitdaging om de systemen te vinden die het best passen bij het onderwijs van nu en van de toekomst. ‘Als je praat over gamification en leren in groepen, binnen en buiten de hogeschool, hoe ondersteun je dat dan technisch?’ Uitgangspunt blijft dat N@tschool, of welk systeem dan ook, slechts een middel is. Ooms: ‘We moeten de student en docent helpen, en niet tot last zijn.’
Vertrouwen terugwinnen
Met het herstelwerk aan N@tschool en de waarschijnlijkheid dat er op de HR over een aantal jaar een betere oplossing is, hopen Biemans en Ooms ‘vertrouwen terug te winnen’. Biemans: ‘En de docenten die zijn afgehaakt en geen gebruik meer maken van N@Tschool moeten we weer uitnodigen. N@tschool maakt deel uit de administratieve keten en je kunt niet zonder gevolgen schakels uit die keten halen.’
Want N@tschool omzeilen zorgt voor problemen. Biemans: ‘Voor de accreditatie moeten we veel vastleggen, en de administratieve organisatie is zo ingericht dat dit gebeurt via N@tschool.’
Jos van Nierop
Wisselende ervaringen studenten
Studenten van de lerarenopleidingen hebben gemerkt dat onlangs de lay-out na N@tschool is veranderd. Veel studenten vinden dat een verbetering. ‘Het is overzichtelijker’, reageert tweedejaars biologie Jeohn. Studiegenote Tugba is het overzicht juist een beetje kwijt. ‘Het is lastiger geworden om je eigen materiaal te vinden. Dat moet via een hele omweg.’
Van de e-mail die studenten ontvangen als de docent opmerkingen aan de ingeleverde taak heeft toegevoegd, weten weinig studenten. Christa, ook tweedejaars biologie, vertelt wel over de meldingen in N@tschool die je krijgt als een docent naar je werkt heeft gekeken of als ingeleverd werk door een plagiaatprogramma is nagekeken. ‘Dat zie je dan gelijk in N@tschool, en dat was vorig jaar nog niet zo.’
Gaat het uploaden van filmpjes makkelijker? ‘Geen probleem, dat duurt ongeveer 5 minuten’, vertelt John, eerstejaars wiskunde. ‘Dat vind ik best lang’, reageert studiegenote Jozefien. Het door IvG aangekondigde zandlopertje dat loopt tijdens het uploaden, hebben studenten nog niet gezien. Maar dat kan ook te maken hebben met de manier van inleveren. Sascha, derdejaars geschiedenis: ‘We mogen de filmpjes ook mailen naar de docent.’
Veel van de studenten die Profielen sprak, ervaren weinig of geen ongemak aan N@tschool. Het geldt niet voor iedereen. Rob, eerstejaars pabo: ‘Het inleveren is een hoop gedoe. Ik heb alle opdrachten gedaan maar dat moet dan naar één map. Van dat mapje moet je een zip-bestand maken en dat weer inpakken en inleveren, ik zoek nu naar een instructie. Ik ben niet zo goed met computers en dit kost allemaal extra tijd. Het word je moeilijker gemaakt. Beter als we het gewoon bij de docent op een usb-stick kunnen inleveren. En kijk hier, het vak ‘installatietechniek’ dat doe ik helemaal niet, net als allerlei andere vakken die erin staan.’
Dit is al jaren bekend. Er zijn zat leeromgevingen die veel stabieler zijn en beter werken. Maar de HR heeft destijds meegeholpen natschool te bouwen. Ze gaan er dus waarschijnlijk toch niet van af zien. Blackboard zou ik echt toejuichen.
Eerst maar eens werken aan die interface want die is zo amateuristisch slecht. Je zoekt je een slag in de rondte om alles te kunnen vinden, men biedt nog geen ondersteuning voor de meest simpele formats en het überhaupt uploaden van een document is ook fantastisch onlogisch in elkaar gezet. Ik ben geen fan van N@tschool en al helemaal niet van die ‘vernieuwde’ versie die zogenaamd beter zou moeten werken op tablets en smartphones. Ook daar hebben we bar weinig van gemerkt. Tijd om afscheid te nemen.
Ik heb ooit een N@tschool Key user horen zeggen: ‘we kunnnen beter over naar Blackboard”