Twee docenten voor de klas bij mwd
Gepubliceerd: 28 April 2015 • Leestijd: 1 minuten en 53 seconden • Bij de les Dit artikel is meer dan een jaar oud.De opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening (mwd) doet sinds dit jaar aan duolessen. Twee docenten voor de klas. Kunnen twee meer dan één? We mochten meekijken in de les communicatieve beroepsvaardigheden van Franka Fassotte en Ragnar Dienske.
Vandaag zijn er twee docenten op dertien studenten, één op zeseneenhalf. Dat brengt interessante nieuwe mogelijkheden binnen handbereik: persoonlijke aandacht en feedback. Dat wordt duidelijk in deze vaardigheidsles voor toekomstig maatschappelijk werkers.
De dertien eerstejaars zitten om half elf ‘s ochtends, soms met de jas nog aan, in een zonnig lokaal op locatie Museumpark. De komende uren zullen ze hier aan hun gespreksvaardigheden werken. Oefenen, oefenen en oefenen. Niet alleen vandaag. De docenten leggen de klas uit dat nog veel meer oefensessies zullen volgen.
Dat gaat als volgt. De studenten gaan in vier groepen uiteen. Steeds spelen twee studenten het gesprek tussen een hulpverlener en een cliënt na. De andere student observeert en geeft achteraf commentaar. De maatschappelijk werker moet in dit eerste gesprek kennismaken met de cliënt om inzicht in de hulpvraag en achtergrond van de cliënt te krijgen.
Nooit meer ordeproblemen
Terwijl de studenten oefenen, pendelen de docenten heen en weer tussen de groepjes. Dat is snel gedaan; er zijn immers maar vier groepen en twee docenten. De docenten krijgen van alle gesprekken iets mee en sluiten steeds aan bij het geven van commentaar. Wat zijn de argumenten? Is de balans tussen positieve en negatieve kritiek in orde?
De studenten gaan serieus te werk. Het ligt voor de hand om dit aan het intensieve toezicht van de docenten te danken, maar dat valt natuurlijk niet te bewijzen. (Franka Fassotte vertelt na de les wel dat ze nooit meer ordeproblemen heeft gehad sinds ze samen met een collega lesgeeft.)
Bij één groepje ontspoort het gesprek zodra de docent meekijkt. De studente die hulpverlener speelt, moet steeds lachen als Ragnar Dienske op haar let. Het gebeurt een paar keer. Maar steeds als hij weg is, herpakt de studente zich direct. Als een volleerd maatschappelijk werker, licht naar voren gebogen, open blik en warme stem, stelt ze dan vragen als ‘U staat er dus verder alleen voor…?’ (een licht suggestieve vraag, oordeelt de observator achteraf) en: ‘Hoe voelt u zich daaronder?’ (een goede open en prikkelende vraag luidt hierover het oordeel).
Meerdere studenten vinden het moeilijk gesprekken te voeren terwijl iedereen zit mee te kijken. ‘Je moet van elkaar leren’, leggen de docenten in een klassikale evaluatie aan het eind van de les uit. ‘Later zullen er ook mensen met je meekijken. En dat wordt nooit leuk’, aldus Fassotte. ‘Maar wel makkelijker!’ roept een bijdehante student.
Dat brengt ons op een idee. Onderwijsmanagers willen namelijk graag dat docenten bij elkaar meekijken in de les, om van elkaar te leren, maar ook veel docenten zitten daar niet op te wachten. Moeten we ze om te beginnen niet gewoon samen voor de klas zetten? Misschien is dat zelfs leuker én makkelijker.
Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Annet Scholten
Als anderen meekijken wordt door sommigen juist al leuk ervaren, het kan helpen bij de profilering van je beroep! Daarbij is kijken bij een collega erg leerzaam.