Blog Ellen: Heimwee en een stuitbevalling
Gepubliceerd: 25 November 2016 • Leestijd: 3 minuten en 33 seconden • Ellen Dit artikel is meer dan een jaar oud.Vorige week was ik voor het laatst op Zanzibar. We hebben mijn afscheid ‘gevierd’ met een heerlijk etentje op een prachtige plek met een mooie zonsondergang boven de oceaan. Met pijn in mijn hart verliet ik het prachtige eiland waar ik me thuis voelde tussen de mensen en in het guesthouse. Ook in het ziekenhuis was ik geadopteerd en dat was een prettig gevoel.
Ik ben inmiddels in Arusha, op het vasteland van Tanzania. Ik kwam ’s avonds aan en mijn gids voor de komende weken stond netjes op mij te wachten. Na een ritje over de hoofdweg en een klein stukje onverhard kwamen we bij een groene poort aan. De nachtwaker deed ‘m open en meteen weer dicht.
Ik heb het niet zo op omheiningen die het zicht benemen. Op Zanzibar had ik uitzicht op de oceaan, maar nu kreeg ik direct de indruk van een gevangenis. Dat gevoel werd versterkt doordat ik in het donker niet meer naar buiten kan vanwege de veiligheid. Op Zanzibar kon ik rustig tot een uur of tien ’s avonds alleen naar huis lopen. Dat gaat ‘m hier dus niet worden.
Het huis is groot van opzet en keurig. Er is zelfs warm water als ik tijdig de boiler aanzet en er stroom is. De stroom valt hier nogal eens uit, maar zo nu en dan zal het toch wel lukken om warm te douchen hoop ik. Er is personeel in huis om te koken voor mij en de andere vrijwilligster die in het huis verblijft. Zij werkt in hetzelfde ziekenhuis als ik. Het ziekenhuis is op loopafstand, dus hoef ik me niet in de daladala te proppen. Dat is dan weer fijn.
Op zondag verkennen we Arusha, wat gewoon een lelijke grote verzameling mensen is. Het ‘hoogtepunt’ is de supermarkt waar alleen rijk of Mzungu (van Europese afkomst, red.) Arusha komt kopen. Tsja, ik geloof niet dat ik hier heel veel ga komen. Daarna bekeken we de Masai-markt, maar die is nog erger dan op Zanzibar. Ik ben zo’n beetje de enige potentiële klant, dus trekt elke verkoper aan me (en dat zijn er nogal wat). Help! Mag ik hier weg?
We drinken wat in een van de weinige leuke tentjes en gaan vlug weer naar huis.
Ik heb heimwee.
Hoe ga ik het hier 10 weken uithouden vraag ik me af, en laat een traantje omdat ik heimwee heb. Niet naar Nederland, maar naar Zanzibar waar ik zo had willen blijven. Het valt me allemaal even tegen. Met een boel mentale ondersteuning van thuis ga ik weer vooruit.
Op maandag word ik door de matron van het ziekenhuis zowaar verwacht en krijg ik een rondleiding door het complex dat aanzienlijk groter is dan in Kivunge. Ik vraag of ik twee weken op de maternity ward kan werken, zodat ik kan vergelijken. Dat is prima, het is er immers druk. Er worden hier vijftien tot twintig baby’s per dag geboren.
Ik kleed me direct om en meld me op de afdeling. Hup, aan het werk. Ik doe een afdelingsrondje om bloeddruk en temperatuur te meten van de moeders en alleen de temperatuur van de baby’s. Dat is al anders: in Kivunge was het de bedoeling dat de baby’s van top tot teen werden bekeken. Een ander groot verschil is dat er continue minimaal één, maar grote delen van de dag twee artsen op de kraamafdeling aanwezig zijn. Dat is een dikke plus.
Er zijn in het ziekenhuis een aantal vrijwilligers, die allemaal graag willen werken. Er is alleen niet altijd even veel te doen. Dat is lastig en zorgt voor frustratie. Het maakt ook dat de vrijwilligers geen hele diensten doen. Het is begrijpelijk, maar ik vind het ook een beetje raar omdat er altijd wel iets te doen is in een ziekenhuis. De vrijwilligers willen ook niet alleen de vuile klusjes doen dus het is een lastige situatie. Ik weet niet of zij op deze manier een bijdrage leveren aan de gezondheidszorg. Dat doen ze wel met de donaties die ze geven. Daar heeft het ziekenhuis echt iets aan.
De vrouwen zijn jonger, banger en maken meer geluid.
Ik zie de eerste twee dagen al direct verschillen met Kivunge op Zanzibar. De vrouwen zijn jonger, banger en maken meer geluid. Twee moeten met dwang onder controle worden gehouden. Dat heb ik in Kivunge maar een keer gezien, maar die patiënte leek toen een psychiatrische achtergrond te hebben. Opvallend dus.
Dat hier ook bijzondere dingen gebeuren, is op de tweede dag al duidelijk. Er komt een vrouw met een ambulance aan, maar de bevalling begint al in de auto. Het is een stuitligging, er steken voetjes uit. Het hoofdje komt vast te zitten en mevrouw moet toch echt naar binnen. Daar vraagt iemand of zij op het puntje van de brancard komt zitten. Dan schuift de brancard door de onjuiste gewichtsverdeling in elkaar en vallen moeder en kind bijna op de grond. Ik kan de brancard nog net zo vasthouden dat dat net niet gebeurt. Er moet mankracht aan te pas komen om mevrouw in bed te hijsen.
Moeder en kind vallen bijna op de grond.
Uiteindelijk wordt ook het hoofdje geboren en het kind een tijdje beademd. Wanneer ze zelf ademt en gebakerd is, leggen we haar onder de warmtelamp. Moeder en kind maken het goed.
Ik ben weer aan het werk. Wennen zal het ook wel weer.
Respect Ellen!