Bormans wil gesprekken over zorgstructuur
Gepubliceerd: 28 September 2016 • Leestijd: 2 minuten en 29 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Ons (on)geluksonderzoek zorgt voor een stroom aan reacties. Zo wil cvb-voorzitter Ron Bormans in gesprek met de collega’s die de zorgstructuur op de hogeschool vormen om te ontdekken of ze hulp nodig hebben hun taak nog beter uit te voeren.
Voor de zomervakantie deed Profielen een groot onderzoek naar het (on)geluk van de gemiddelde HR-student. De onderzoeksresultaten zijn vorige week gepubliceerd en waren voor sommige partijen een realitycheck. Met veruit de meeste HR-studenten gaat het goed, maar 7,1 procent van de studenten vindt zichzelf depressief. Van de studenten die de lijst invulden, deden 55 afgelopen jaar een zelfmoordpoging. Hogeschoolbreed zouden dit 275 studenten zijn. Dit zijn indrukwekkende getallen, maar ook getallen die aardig overeenkomen met landelijke gemiddeldes.
Bormans: Extra scherp
Bormans reageerde: ‘Wat mij na het lezen van het onderzoek bijblijft, is het beeld dat er tientallen studenten bij ons rondlopen die zich dermate ongelukkig voelen dat het leven hen soms net iets te veel wordt. Elke student die met dergelijke gevoelens rondloopt, is er één te veel. Ook is het beeld niet fijn dat niet elke student de weg weet te vinden naar de zorg die wij te bieden hebben. Deze uitkomsten zijn voor ons aanleiding om nog eens in gesprek te gaan met de collega’s die onze zorgstructuur vormen. Niet om hen te wijzen op het belang extra scherp te zijn – het betreft een type collega dat je daar niet op hoeft te wijzen – maar vooral om na te gaan hoe we hen kunnen helpen hun taak beter uit te voeren.
‘Het onderzoek laat ook zien dat sommige studenten hulp nodig hebben, maar die niet goed weten te vinden. Dus wil ik graag een gesprek beleggen met een delegatie van studieloopbaancoaches, decanen en ons PowerPlatform (collega’s en studenten die studenten helpen met een functiebeperking, red.). Wat we willen weten is of de wegen naar deze vorm van hulp voldoende goed gecommuniceerd worden en voldoende toegankelijk zijn.’
Student aan Zet
Ivar Janssen van Student aan Zet kan zich in de woorden van Bormans vinden: ‘We kunnen ons voorstellen dat de uitkomsten van dit onderzoek voor studenten en docenten verrassend en misschien zelfs schrikbarend zijn. Voor Student aan Zet geldt dat ‘gelukkig’ niet. Deze onderwerpen behoren namelijk tot onze dagelijkse praktijk. We zien graag dat thema’s als functiebeperkingen en psychische aandoeningen meer bespreekbaar worden en hogeschoolbreed hoog op de agenda komen te staan. Dat dit op steeds meer plekken binnen de hogeschool prioriteit krijgt, vinden we een grote stap vooruit.
‘Het is voor ons nu zaak om door te pakken. Zo blijkt uit onderzoek van het CHOI naar het oordeel van studenten met een functiebeperking over hun studie dat de kennis en het begrip met betrekking tot deze thema’s nóg beter kan op Hogeschool Rotterdam. Student aan Zet is voornemens hier met het PowerPlatform op korte termijn actie op te ondernemen.’
Decanen niet verrast
Maarten van Os, manager onderwijs & student, de afdeling waar het decanaat onder valt, reageert iets meer ingetogen op het onderzoek: ‘De decanen zijn niet geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek, het verrast ze ook niet. De studenten over wie het gaat, zien zij iedere dag aan hun bureaus. Wij zijn blij met de extra aandacht die het stuk oplevert, want iedere hulpbehoevende student die de weg naar zijn of haar decaan niet kan vinden, is er een te veel. Ik weet niet of de studenten extra op het bestaan van het decanaat gewezen moeten worden, dat zit zo in het hart van de opleiding. Aan het begin van het collegejaar proberen we bij alle eerstejaars langs te gaan om voorlichting te geven. Daarnaast zijn we doorlopend in contact met docenten en slc’ers. Als er kansen zijn om nog beter zichtbaar te zijn, dan pakken we die met uiteraard beiden handen aan. Dus als er gesprekken komen, praten we graag mee.’
Wanneer de eerste gesprekken gaan plaatsvinden, is nog niet bekend.
Tosca Sel
Als één van de 55 moet ik zeggen dat school me echt helemaal niets meer deed op mijn zwaarste dagen. Hooguit nóg een zware last die ik niet meer kon dragen.
De decaan heeft me geholpen met regelingen zoals coulance bij aanwezigheid, en mede dankzij dat heb ik uiteindelijk nog genoeg vakjes gehaald om aan mijn persoonlijke BSA regeling te voldoen. Meer had school ook niet meer voor me kunnen betekenen.
Ik zou als SLC-docent ook graag mee willen praten en denken over dit onderwerp. Want ook ik ben regelmatig in gesprek met studenten die er soms flink ‘doorheen zitten’ en hun leven soms zinloos vinden.
Ik denk dat vrijwel iedere student zijn of haar portie tegenslag te verwerken krijgt. De Hogeschool Rotterdam heeft de middelen om studenten bij te staan, maar die zijn niet bij iedereen bekend. Daarnaast durft niet iedereen om hulp te vragen.
De HRO maakt een duidelijke scheiding tussen mensen mét en zonder functiebreking. Niet iedereen durft hiermee naar buiten te treden met als gevolg dat sommige studenten niet vragen om de hulp die ze wellicht hard nodig hebben. Wanneer je extra tentamentijd aanvraagt, heb je vanaf dat moment bijvoorbeeld les in het BO (bijzondere omstandigheden) lokaal. Het drukt toch een stempel op je.
Persoonlijk heb ik geen moeite met het vragen om hulp, maar ik heb wel eens een medestudent naar de decaan moeten sleuren.