De uitspraak: Omgangsregeling kind oorzaak bsa?
Gepubliceerd: 26 October 2016 • Leestijd: 1 minuten en 43 seconden • Uitspraak Dit artikel is meer dan een jaar oud.Sommige studenten hebben buiten de schoolmuren een volwassen leven, met volwassen problemen. Zoals de fysiotherapiestudent die een bsa kreeg en bijzondere omstandigheden aanvoert. De problemen rond de omgangsregeling met zijn kind hebben invloed op zijn studie.
Klacht van: student fysiotherapie
Over: bsa
Uitspraak: ongegrond
Een dochter van drie en een net gestarte opleiding fysiotherapie. Dat zal voor de meeste mensen een puzzel zijn, maar de student in deze zaak kreeg die puzzel niet gelegd. De moeder van zijn kind en hij zijn uit elkaar en de student moest procederen om een omgangsregeling met zijn kind te krijgen.
Deze gezinsomstandigheden maakten het moeilijk om vol voor de studie te gaan. Ook nadat hij een omgangsregeling kreeg toegewezen en hij zijn dochter kon zien, bleven de problemen aanhouden. Nu frustreert de verhuizing van zijn ex-vriendin naar Amsterdam de omgangsregeling. Verder moest de student wennen aan zijn verantwoordelijkheden als vader én als student.
De opbrengst van zijn eerste studiejaar is dan ook schamel: 23 studiepunten, inclusief 4 keuzevakpunten. Minimaal 48 studiepunten zijn nodig om te mogen doorstromen naar het tweede jaar. Volgens de coördinator studentzaken fysiotherapie, de verweerder in deze zaak, zijn maar 10 van de 23 studiepunten gerelateerd aan de inhoud van het vak. Te weinig, vindt de opleiding. Een van de beroepscompetenties is het organiseren en managen van studie en werk. Dat heeft de student te weinig laten zien in het afgelopen studiejaar.
De verhuizing van zijn ex-vriendin naar Amsterdam frustreert de omgangsregeling.
De problemen rond de omgangsregeling waren er bovendien al voor de start van de studie. De student vertelt dat hij al sinds 2013 aan het procederen is, en de problemen lijken voort te duren. De coördinator studentzaken ziet in dit alles geen garantie dat de student binnenkort wel voldoende belastbaar is om studie en ouderschap te combineren.
De vraag die het college van beroep voor de examens (cbe) moet beantwoorden is of de student ‘persoonlijke omstandigheden’ kan aanvoeren om het negatieve bsa af te wenden. En het antwoord is nee. De gezinssituatie speelde al sinds 2013, voert het cbe aan, en de student kan niet goed duidelijk maken in welke periode van het studiejaar deze omstandigheden ervoor hebben gezorgd dat studeren niet of nauwelijks mogelijk was.
Pas aan het eind van het collegejaar, laat in juni, heeft de student voor het eerst contact opgenomen met de decaan en ook deze kon geen causaal verband vinden tussen de familieomstandigheden en de studieresultaten. Eerder vond de student het niet nodig om naar de decaan te gaan. Dat vind het cbe vreemd, want juist in blok 1 en 2 was zijn studieopbrengst nogal mager, met 4 studiepunten in blok 1 en 7 in blok 2.
Het cbe vindt dat de opleiding een goede afweging heeft gemaakt en het besluit zorgvuldig is genomen. Het negatieve bsa blijft staan.
Tekst: Esmé van der Molen
Illustratie: Jarek van Dalsen
Als de student die in deze zaak ongelijk kreeg overweegt om nog in hoger beroep te gaan dan wil ik wel naar de zaak kijken. Ik ben te bereiken op mijn emailadres: 0863342@hr.nl. Het is onmogelijk om met deze beperkte blik op feiten een oordeel te vormen, maar ik zie wel een aantal zwakke beslisgronden van het CBE in dit artikel.
Paul, lid CMR