Het grote HR (on)geluksonderzoek
Gepubliceerd: 20 September 2016 • Leestijd: 6 minuten en 54 seconden • LongreadAls je het promotiemateriaal van de Hogeschool Rotterdam bekijkt, zie je foto’s van frisse, lachende studenten. Uit onderzoek van Profielen blijkt dat deze plaatjes de waarheid vertellen: de gemiddelde HR-student is gelukkig en gezond. Toch is het studentenleven niet altijd even leuk: 7,1 procent van de studenten vindt zichzelf depressief. 55 studenten die de vragenlijst invulden, deden afgelopen jaar een zelfmoordpoging.
Met het overgrote deel van de HR-studenten gaat het goed. Voor 75 procent van hen is het glas halfvol: ze hebben geen studievertraging of functiebeperking en rapporteren geen depressieve klachten. Een kwart van de studenten is ‘heel gelukkig’, slechts 1,2 procent is ‘ongelukkig’. Dat is ook niet gek want ze wonen in Nederland. Een dolgelukkig land: alleen Denen, Zwitsers, IJslanders, Noren, Finnen en Canadezen zijn volgens het World Happiness Report van 2016 gelukkiger dan wij. Kortom, het leven lacht de HR-student toe.
Als we studenten vragen waar ze gelukkig van worden, dan krijgen we de volgende antwoorden:
- Op vakantie gaan 92,6%
- Contact met vrienden 89,6%
- Contact met familie 70,4%
- Eten 69,2%
- Seks 66,1%
- Sporten 62,3%
- Winkelen 62,3%
- Een dagje niets doen 56,7%
- Uitgaan/stappen 56,6%
- Een boek lezen 49,5%
Al die gelukkige mensen kennen ook donkere dagen, de gemiddelde student heeft er zeven per maand. Slechts 11 procent van de studenten die de lijst heeft ingevuld, heeft nooit dagen waarop hij geen zin heeft om ook maar iets te doen. De helft van de studenten is weleens een langere periode neerslachtig. Hoe gelukkig je ook bent, er komt een moment waarop het even niet zo lekker gaat. Als de verkering uit is, als er een naaste of huisdier overlijdt of als dingen gewoon even tegenzitten. Verdriet en stress maken het leven soms lastig, maar meestal gaat het na een paar nachten goed slapen of een paar goede gesprekken met een vriend, ouder of decaan weer beter.
Als het sombere gevoel langer aanhoudt en het dagelijks leven overneemt, kan het dipje zijn uitgegroeid tot een depressie. Volgens het Trimbos-instituut krijgt ongeveer twintig procent van de mensen in zijn leven te maken met een depressie. En dat is echt wat anders dan een dipje: het is een psychische aandoening die voor een langere periode (gemiddeld drie maanden, maar soms jarenlang) alle kleur en lol uit het leven zuigt en dodelijk kan zijn.
Wat het meest opvalt, zijn de aantallen. Niet dat die getallen bijzonder zijn. Ze lopen ongeveer gelijk met de landelijke cijfers, maar als je ze terugbrengt naar klassen is het indrukwekkend. Zeven procent van de studenten vindt zichzelf depressief, dat zijn twee tot drie mensen per klas. Zes procent slikt of slikte antidepressiva. Een kwart van alle studenten heeft ooit overwogen een einde aan zijn leven te maken, een procent heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk een poging gedaan.
In iedere klas zitten dus mensen die hebben overwogen een einde aan hun leven te maken, dat nu overwegen of juist hard tegen dat gevoel strijden.
Studievertraging
Het kan geen verrassing zijn dat studenten die geplaagd worden door sombere gevoelens het slechter doen op school. Hoe verder de vertraging oploopt, hoe naargeestiger het allemaal wordt. Studenten die een studievertraging van een halfjaar of meer hebben, rapporteren vaker depressieve klachten. De meeste studenten (69,8 procent) zijn overigens blij met hun studie, 16,6 procent van de studenten heeft minder dan een jaar studievertraging, 13,1 procent meer dan een jaar.
Verslaving
Een derde van de studenten geeft aan verslaafd te zijn. De meeste studenten zijn slechts aan één ding verslaafd, een derde aan twee dingen. Studenten die een verslaving rapporteren, hebben ook meer last van depressieve gevoelens. Gokverslaafden spannen wat dat betreft de kroon: zij hebben het heel zwaar.
Verslaafd aan:
- Sigaretten/shag 15%
- Social media/ internet 10%
- Eten 7,6%
- Sporten 5,4%
- Gamen 4,6%
- Seks 4,3%
- Drank 2,7%
- Drugs 2,6%
- Gokken 0,8%
- Medicatie 0,6%
Religieuze studenten vaker depressief
In de vragenlijst zijn we op zoek gegaan naar verklaringen voor het (on)geluk dat de invullers rapporteerden. We hebben studenten gevraagd waar hun moeder is geboren, of hun ouders nog bij elkaar zijn, of ze tevreden zijn met hun woonsituatie, hun gezin en of ze een functiebeperking hebben. Uit al die antwoorden bleek dat religie een van de meest significante voorspellers is van depressie.
Twee derde van de ondervraagde studenten is atheïst of niet gelovig. Samen met christenen zijn dit de gelukkigste mensen. Zij rapporteren de minste depressieve gevoelens, slikken het minst vaak antidepressiva en doen de minste zelfmoordpogingen. Zelfs als we de invloeden van een eventuele ongelukkige jeugd wegpoetsen, zien we dat moslims, boeddhisten, hindoestanen, joden en mensen met een ‘ander geloof’ vaker ongelukkig zijn.
Over de praktiserende joden die aan dit onderzoek hebben meegedaan, moeten we ons zorgen maken. Deze jongens en meisjes hebben momenteel bijzonder weinig lol in het leven.
- Niet religieus 56,3%
- Christen 23,3% (van wie 6,7% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Atheïst 7,7%
- Moslim 7,3% (van wie 2,3% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Hindoe 1,5% (van wie 0,3% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Boeddhist 0,6% (van wie 0,2% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Jood 0,4%(van wie 0,2% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Ander geloof 2,8%
Functiebeperkingen en psychische aandoeningen
Een functiebeperking of psychische aandoening kan het studiesucces negatief beïnvloeden. 70,4 procent van de studenten heeft geen functiebeperking. De rest is als volgt verdeeld:
- Dyslexie/dyscalculie 10,5%
- Depressie 7,1%
- ADHD/ADD 5,9%
- Migraine en/of clusterhoofdpijn 4%
- Autisme spectrum stoornis 1,5%
- Motorische beperking 0,8%
- Visuele/auditieve beperking 0,9%
- Andere functiebeperking 7,6%
- Geen functiebeperking 70,4%
Een kwart van deze studenten heeft één beperking of psychische aandoening, vijf procent geeft aan van twee beperkingen last te hebben, één procent van drie en een handjevol vinkte vier of meer beperkingen/aandoeningen aan. Studenten met een functiebeperking rapporteren vaker depressieve gevoelens dan studenten zonder functiebeperking. Er zit wel een verschil tussen de verschillende beperkingen: studenten met ADHD, ADD of een autisme spectrum stoornis hebben meer depressieve gevoelens dan de rest.
1 of 2 depressieve mensen per klas
De meeste HR-studenten zijn gelukkig, zo blijkt uit ons onderzoek, maar wie worstelt met depressieve gevoelens is niet alleen. In iedere klas zitten minstens een of twee mensen die depressief zijn.
Studenten met depressieve klachten kunnen al op verschillende plekken terecht met hun sores, maar ze zijn daar nog lang niet allemaal van op de hoogte.
Slechts 11 procent van de studenten met een beperking maakt gebruik van de voorzieningen die de HR heeft (zoals PowerPlatform, extra tentamentijd, versoepeling aanwezigheidsplicht). Het grootste gedeelte (70 procent) geeft aan geen voorzieningen nodig te hebben. 13,8 procent wist niet dat er voorzieningen zijn of vindt dat de bestaande voorzieningen niet helpen. Deze groep geeft – niet verrassend – vaker aan last te hebben van depressieve gevoelens.
Van de studenten met een beperking of psychische aandoening heeft slechts 2,5 procent zich gemeld bij het PowerPlatform, het HR-platform voor studenten met een functiebeperking. Het zou goed zijn als daar verandering in kwam. Want studenten die niet geholpen worden (of zich niet geholpen voelen) zijn het somberst van iedereen.De geestelijke gezondheid van studenten zou eigenlijk net zo’n belangrijk onderdeel van het studieproces moeten worden als bijvoorbeeld studieloopbaancoaching. Want die depressieve student, dat kan iedereen zijn. Ook jij.
Zit je niet lekker in je vel? Praat met je familie of vrienden, maak gebruik van de voorzieningen van de hogeschool en/of maak een afspraak met je decaan of huisarts. Je bent niet de eerste en zeker niet de laatste met dit soort gevoelens. Er is hulp, als je daarom vraagt.
- 7,1% vindt zichzelf depressief
- 4,3% vindt zichzelf ongelukkig
- 3,1% heeft afgelopen maand zelfmoord overwogen
- 2,2% slikt antidepressiva
De decaan
Decanen spreken regelmatig studenten die vastlopen tijdens hun studie en daar zitten ook studenten tussen met depressieve klachten. Menno Siljee, voorzitter van de kerngroep Studeren met een Functiebeperking en voormalig decaan: ‘We zien vaak mensen die lusteloos zijn of zo veel stress hebben dat ze weinig perspectief zien. Ze maken kleine dingen heel groot waardoor ze het overzicht verliezen. Door over deze gevoelens te praten, kunnen we vaak gemakkelijk bepalen wat er aan de hand zou kunnen zijn en passende oplossingen zoeken. Zo sturen we studenten soms op de cursus ‘Omgaan met uitstelgedrag’ of ontdekken we dat ze autistisch zijn of ADHD hebben en dan kunnen we daarmee verder. De meeste mensen kunnen we na een goed gesprek, of een paar goede gesprekken, opgelucht wegsturen. Die mensen zijn wel down, maar niet depressief.’
Decanen spreken ook echt depressieve studenten. Siljee: ‘Deze mensen kunnen wij niet helpen, decanen zijn geen hulpverleners of gecertificeerde psychologen maar adviseurs. Studenten met depressieve klachten sturen we door naar een psycholoog die hen kan helpen bij gedragsverandering en eventueel kan doorverwijzen naar een arts of psychiater voor medicatie.’
Zelfmoord
Naast studenten die down of depressief zijn, is er ook een groep die het leven op een bepaald moment niet meer zag zitten. 318 studenten hebben aangegeven ooit een zelfmoordpoging te hebben ondernomen. 55 van hen deden dat het afgelopen jaar, 24 zagen het leven afgelopen maand niet meer zitten. De Willem de Kooning Academie heeft de meeste depressieve studenten met de meeste zelfmoordgedachten.
Hulp binnen Hogeschool Rotterdam:
– PowerPlatform (peercoaching en cursussen voor studenten met een functiebeperking): powerplatform@hr.nl.
– StuDent, praatgroep voor depressieve studenten: powerplatform@hr.nl.
– Decanaat: Ga naar intranet Hint, zoek op ‘studentendecanaat’. Dan vind je de adressen per locatie.
Hulp buiten Hogeschool Rotterdam
– Huisarts
– www.zelfhulpwijzer.nl (ontwikkeld door psychologen van het Trimbos-instituut)
– www.113online.nl (zelfmoordpreventie)
Tekst: Tosca Sel
Statistische analyse: Erik van Schooten
Illustratie: Demian Janssen
Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met het kenniscentrum Talentontwikkeling.
Over het onderzoek
In het voorjaar van 2016 stuurde Profielen alle studenten van de HR een mail met daarin het verzoek om mee te doen aan een onderzoek naar (on)geluk. Meer dan 6.000 studenten vulden de vragenlijst in. Bedankt daarvoor, zonder jullie eerlijke antwoorden en adviezen hadden we dit artikel niet kunnen schrijven!
We hadden dit onderzoek ook niet kunnen doen zonder onderzoeklector en statisticus Erik van Schooten. Vanuit het kenniscentrum Talentonwikkeling hielp hij bij het ontwikkelen van de vragenlijst en nam hij de statistische kant van het onderzoek voor zijn rekening. Hij schrapte alle vragenlijsten die niet serieus waren ingevuld en repareerde alle foutjes en onzinantwoorden – wil degene die in 1831 geboren is zich melden? Uiteindelijk bleven er 5.787 bruikbare vragenlijsten over. Dat zijn er veel, heel veel. Zo’n groot onderzoek over dit onderwerp is er nog nooit gedaan onder studenten.
We kunnen niet uitsluiten dat mensen met depressieve klachten misschien net wat meer of minder vaak hebben gereageerd, maar de uitslagen zeggen wel iets over de HR-student.
Door antwoorden op verschillende vragen samen te voegen, kon Van Schooten berekeningen maken die wij als niet-statistici nooit voor mogelijk hadden gehouden. Zo kon hij het (on)geluk van verschillende instituten met elkaar vergelijken en ontdekte hij dat neerslachtige studenten, depressieve studenten en suïcidale studenten echt drie verschillende groepen zijn die elkaar qua antwoorden op vragen over (on)geluk niet per se overlappen.
Dit is een eerste publicatie over dit onderzoek.
Goed om te zien dat het met de meeste studenten gewoon goed gaat! Nu is het zaak om te doen wat we kunnen om het die minder vrolijke, zelfs depressieve, minderheid te helpen.
Misschien kan de hogeschool meer doen om studenten met een beperking te wijzen op faciliteiten, zodat in ieder geval iedereen weet dat die er zijn. Ik ben ook benieuwd of regelmatig gepeild wordt hoe tevreden deze groep is over die faciliteiten.
Dat we ons zorgen moeten maken over de praktiserende joden lijkt mij een terechte conclusie. Hoe komt het zo dat zij zo somber zijn? En wat kunnen wij doen om dat te verminderen?
En dan nog de groep studenten die rondloopt met zelfmoordgedachten. Helaas zal je in elke groep waarin je peilt altijd een paar mensen treffen die alleen daarin nog een uitweg zien. Waar ik van schrik is hoe groot deze groep volgens dit onderzoek lijkt te zijn. Ik zeg dat met een slag om de arm, omdat niet duidelijk is hoe groot de groep respondenten was. Ik lees dat dit zesduizend was. Ik lees ook dat 24 studenten in de afgelopen maand zelfmoord overwogen en dat dit 3,1% van de respondenten betrof. Dan kom je uit op ongeveer 774 respondenten in totaal. Als het percentage representatief is voor alle 35.000 studenten op de hogeschool dan zouden dus meer dan duizend studenten met die gedachte rondlopen. Ernstig! Ik ben geen socioloog, dus ik kan niet met verstand spreken over de representativiteit voor een hele populatie als het gaat om dit soort waarnemingen. Die vraag stel ik de onderzoeker bij deze.
De hogeschool moet doen wat zij kan om depressieve studenten te helpen, zij het direct of indirect (via hulpverleners). Ik zie daarin een taak voor het college van bestuur, maar ook de medezeggenschap (om het op de agenda te zetten).
Paul, lid CMR
Hi Paul,
goede punten!
We zijn bezig aan vervolgartikelen over geloof en (on)geluk en later suicide, precies de punten die jij noemt.
Om je zorgen over de groep studenten met zelfmoordgedachten iets te kaderen: Het zijn veel mensen, maar het zijn niet allemaal mensen waar je je direct zorgen over hoeft te maken. Dit was namelijk een vraag die breed geïnterpreteerd kon worden. Mensen die op een treinperron staan, een trein langs zien razen en denken ‘Hoe zou het zijn als ik daar voor was gesprongen?’ kunnen die vraag met ‘ja’ beantwoorden. Net als mensen die bijvoorbeeld via het internet hebben uitgezocht welke medicatie ze zouden kunnen bestellen om uit het leven te stappen.
Dat ze er over nadachten of het overwogen, betekent niet per se dat ze ook echt voornemens zijn een einde aan hun leven te maken.
En tof als de CMR zou willen en kunnen onderzoeken of de aangeboden faciliteiten de depressieve studenten ook genoeg helpen. Ik schreef in het artikel:
‘Slechts 11 procent van de studenten met een beperking maakt gebruik van de voorzieningen die de HR heeft (zoals PowerPlatform, extra tentamentijd, versoepeling aanwezigheidsplicht). Het grootste gedeelte (70 procent) geeft aan geen voorzieningen nodig te hebben. 13,8 procent wist niet dat er voorzieningen zijn of vindt dat de bestaande voorzieningen niet helpen. Deze groep geeft – niet verrassend – vaker aan last te hebben van depressieve gevoelens.
Van de studenten met een beperking of psychische aandoening heeft slechts 2,5 procent zich gemeld bij het PowerPlatform, het HR-platform voor studenten met een functiebeperking. Het zou goed zijn als daar verandering in kwam. Want studenten die niet geholpen worden (of zich niet geholpen voelen) zijn het somberst van iedereen.’
Wat dat betreft zou er ruimte kunnen zijn voor verbetering. Het enige lastige hieraan is: studenten moeten dus wel zelf aangeven dat ze in de knel zitten en hulp nodig hebben, anders kunnen ze ook niet geholpen worden.
Misschien kunnen we samen (CMR, het Powerplatform en de decanen) eens kijken of er mogelijkheden zijn om studenten nog beter op de hulp-opties te wijzen.
Grts Tosca
(redacteur bij Profielen, en schrijver van het onderzoeks-artikel)
[…] die de redactie samen met het kenniscentrum Talentontwikkeling van de hogeschool analyseerde, blijkt slechts elf procent van de studenten nergens last van te hebben. De helft is weleens een langere […]
@Tosca Natuurlijk kunnen we daar naar kijken. Ik spreek overigens op eigen titel als raadslid, niet namens de hele CMR of SGMR. Ik ga het in ieder geval aankaarten bij mijn collega’s.
Paul
@Tosca Weet jij wat de aanleiding is geweest voor dit onderzoek?
@Mariska, dat weet ik zeker 🙂
In het kerstnummer van Profielen vertelde student Elwin Goedgedrag over de depressie waar hij jarenlang mee worstelde. Nu hij zich beter voelt, begeleidt hij voor ‘Student aan zet’ gespreksgroepen voor depressieve mede-studenten. Die groepen zijn zo populair dat we ons afvroegen hoe (on)gelukkig de HR-student eigenlijk is. Daar bleken geen cijfers van te zijn. Er waren landelijke cijfers over depressie, we spraken met het decanen over de problemen die studenten hadden en vroegen Student aan zet waar wij het meest druk mee waren en gingen in gesprek met het kenniscentrum Talentontwikkeling. Na al die gesprekken wisten we eigenlijk niets meer en besloten we in samenwerking met het lectoraat een groot onderzoek te starten. En daar zijn dit dus de resultaten van.
Wat ontzettend goed van jullie. Ik begeleid vanuit de Depressie Vereniging de stuDent groepen waar je over schrijft. Elwin en Bibi hebben hiermee al veel mensen geholpen en gelukkig biedt de HR de kans om meer groepen te starten.
Dit onderzoek is uniek. De cijfers schokkend. Ik hoop dat andere Hogescholen ook het lef hebben om zo’n onderzoek te doen…