Maakt religie gelukkig?
Gepubliceerd: 21 November 2016 • Leestijd: 2 minuten en 36 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Niet-religieuze en christelijke studenten zijn gelukkiger dan moslims en joden. Dat blijkt uit het grote (on)geluksonderzoek dat we in september publiceerden. Geluksprofessor Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit kan dit wel verklaren.
In het grote (on)geluksonderzoek, waar 6.000 HR-studenten aan hebben meegewerkt, gaven de deelnemers aan of ze religieus zijn, welke religie ze aanhangen en of ze praktiserend zijn (hun geloof actief belijden) of niet. Lector Erik van Schooten van het kenniscentrum Talentontwikkeling maakte een analyse waarin hij corrigeerde op factoren als tevredenheid met de woonsituatie, het geboorteland van de moeder, tevredenheid met de opvoeding en functiebeperkingen. Op die manier beïnvloedden mensen van wie we weten dat ze sowieso minder gelukkig zijn de uitkomsten niet. Zelfs na correctie bleek religie een significante voorspeller van geluk en depressie.
Gelovigen niet gelukkiger in Nederland
Wetenschappers, onder wie Ruut Veenhoven, doen al tientallen jaren onderzoek naar het verband tussen geluk en religie. Bij vergelijking tussen landen blijkt dat mensen minder gelukkig zijn naarmate geloof een grotere rol speelt in het land en dat mensen in christelijke landen gelukkiger zijn dan in landen waar andere religies de boventoon voeren. Bij vergelijking binnen landen blijken gelovigen echter vaak wat gelukkiger te zijn dan niet-gelovigen, vooral in landen waar mensen die niet geloven in de minderheid zijn. In Nederland zijn gelovigen niet gelukkiger dan niet-gelovigen en bestaat onder gelovigen ook weinig verschil tussen protestanten en katholieken.
Het zijn verrassende resultaten omdat gelovigen vaak zeggen dat ze veel steun en geluk uit hun religie halen, maar dat geldt dus niet voor iedereen. Veenhoven: ‘Geloof heeft voor- en nadelen en de balans daarvan verschilt per situatie. In landen waar het ellendig is, waar armoe heerst en oorlog is, halen mensen meer steun uit het geloof dan hier in Nederland waar het relatief goed gaat. Hier kan geloven ervoor zorgen dat je een minderheid bent en daardoor in je keuzes beperkt wordt. Voor een orthodoxe jood kan het bijvoorbeeld lastig zijn om een leuke partner te vinden omdat er maar een klein aantal geschikte dames of heren is. Dat soort zaken kan het levensgeluk flink beperken. Daarnaast kan het natuurlijk ook zo zijn dat mensen die sowieso erg ongelukkig zijn, steun zoeken in religie. Dat kan een vertekend beeld geven.’
Keuzevrijheid
In Noordwest-Europa en Canada wonen de gelukkigste mensen van de wereld. Dat blijkt uit het World Happiness Report 2016. Dit zijn ook landen waar steeds minder mensen naar de kerk gaan en landen waar het protestantisme een grote rol speelt. Veenhoven: ‘Niet-gelovigen en christenen hebben over het algemeen een ding gemeen: Ze zijn individualistisch opgevoed. Ze hebben geleerd dat ze er mogen zijn, ze mochten bijvoorbeeld als kind meebeslissen over wat er gekookt zou worden en waar de zomervakantie naartoe zou gaan. Ze leerden dat ze een leven konden kiezen dat bij hen past en die keuzevrijheid maakt mensen gelukkig. Christenen die zijn opgevoed met het idee dat ze in zonde geboren zijn en dat God al heeft besloten dat ze naar de hemel of de hel gaan, zullen minder gelukkig zijn.’
Individualisme sleutel tot geluk
Individualisme is volgens Veenhoven de sleutel tot geluk. Omdat bijna alle HR-studenten in Nederland zijn opgegroeid, zou je ervan uit kunnen gaan dat ze allemaal beïnvloed zijn door individualistische waarden. Eigenlijk zouden Nederlandse jongeren van welk geloof dan ook even gelukkig moeten zijn. Toch zien we dat moslims, joden en andersgelovigen vaker depressieve klachten rapporteren. Veenhoven: ‘Een groot aantal van deze studenten zal migrantenkind zijn en het duurt een aantal generaties voordat het verschil in achtergrond minder begint mee te wegen. In Amerika zien ze bijvoorbeeld dat immigranten uit Noordwest-Europa gelukkiger zijn dat immigranten uit Griekenland en Italië. In de zuidelijke landen worden kinderen minder individualistisch opgevoed en het duurt bijna drie generaties voordat die verschillen rechtgetrokken zijn.’
Tekst: Tosca Sel
Religie op de HR
- Niet religieus 56,3%
- Christen 23,3% (van wie 6,7% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Atheïst 7,7%
- Moslim 7,3% (van wie 2,3% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Hindoe 1,5% (van wie 0,3% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Boeddhist 0,6% (van wie 0,2% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Jood 0,4% (van wie 0,2% zichzelf als praktiserend omschrijft)
- Ander geloof 2,8%
Ik lees helaas weinig of de kenmerken van de gelovigen groepen.
Ik denk de meeste moslims uit lagere economische klasse komen (althans wat ik zie) en vergeet de groeiende discriminatie van zowel moslims als joden niet. Dit lijken mij allemaal factoren die invloed hebben op de gelukservaring die niet gekoppeld zijn aan het wel/niet geloven maar meer met het behoren tot een bepaalde (bevolkings)groep
Ik vind dat dit onderzoek niet representatief genoeg is. Ten eerste is het zo dat ongeveer 6% heeft deelgenomen aan het onderzoek als we uitgaan van 100.000 studenten. Dat zorgt er al voor dat er geen goed beeld is van de hele groep (ben namelijk ook niet ondervraagd). En wat verstaan wij onder het begrip geluk? Ik denk dat iedereen zijn eigen definitie heeft van het woord geluk. Dat maakt het al lastiger om te onderzoeken en het is naar mijn idee ook niet echt meetbaar.
@A – Gezien je reactie ga ik er vanuit dat je het (On)Geluks-onderzoek niet hebt gelezen. Mocht je dat alsnog willen doen, het kan hier: http://profielen.hr.nl/2016/het-grote-hr-ongeluksonderzoek/
Het onderzoek is niet ingevuld door 6% van 100.000 studenten maar door 6000 van de 34.000 HR-studenten. Dat maakt het net wat meer representatief dan jij suggereert.. En de definitie van geluk is inderdaad wat lastig, maar we hebben ons best gedaan hem op meerdere manieren uit te vragen en op die manier is het toch aardig meetbaar geworden.
Veel leesplezier!
Atheism is, in the broadest sense, the absence of belief in the existence of deities.
Antitheism (sometimes anti-theism) is active opposition to theism.
Oftewel; atheïsme is hetzelfde als niet-religieus.
Om inderdaad ook aan te haken op het punt van Maarten: Is in dit onderzoek ook rekening gehouden met de manier waarop met moslims/joden/andersgelovigen wordt omgegaan in Nederland? In hoeverre hun geloof wordt geaccepteerd door de samenleving? Dit zou denk ik toch ook wel een logische indicator zijn voor geluksbeleving. Misschien eigenlijk wel één van de belangrijkste factoren om te bepalen of deze burgers gelukkig zijn..
”NIet religieus” kunnen jullie beter veranderen in 64%, want atheïsme is hetzelfde als niet religieus.
Ik ben het ook eens met Maarten en E. Zelf heb ik het er namelijk op het moment best moeilijk mee om ermee om te gaan hoe er tegenwoordig tegen geloof aan wordt gekeken en hoe er vaak weinig rekening mee wordt gehouden. De meeste mensen om mij heen hebben andere normen en waarden dan ik, doordat zij niet gelovig zijn en ik wel.
Dit geeft mij vaak het gevoel dat ik er alleen voor sta en dat ik niet begrepen of geaccepteerd wordt door mijn omgeving. Zoals dit onderzoek al aangeeft is meer dan de helft van de HR studenten helemaal niet religieus. Religie wordt steeds meer gezien als iets wat niet meer bij deze tijd hoort, en het wordt daardoor ook vaak niet meer serieus genomen of gerespecteerd. Dit is wel degelijk een zeer belangrijke factor die mijn geluk beïnvloedt.
Kan ik hieruit concluderen dat atheïsme een religie is?
@David: nee, hooguit dat de onderzoekers atheïsme als een religie beschouwen.
Bedoelen de onderzoekers met ‘niet religieus’ wellicht ‘agnostisch’?