Met een grote grijze ski-bril op haar gezicht staat Simone startklaar in de bovenste studentenkamer van haar huis. De twintigjarige ergotherapiestudente woont nu acht maanden in het huis dat zijn deuren heeft geopend voor de pers en de brandweer. In ruil voor deze gastvrijheid krijgen de studenten na afloop gratis rookmelders. Maar eerst is het tijd voor de oefening. Over een paar minuten gaat de kamerdeur open en moeten ze zich via een wenteltrap, door de gang, door de voordeur door het trappenhuis een veilige weg naar buiten banen.

Dat is een flinke uitdaging want door de ski-brillen die de studenten dragen, kunnen ze alleen maar licht en donker zien. Voor de extra uitdaging hebben de brandweermannen het huis blauw gezet met een rookmachine, en een wasrek en een paar tafeltjes in de hal gezet.

Struikelen over ‘t wasrek
De studenten hebben ongeveer drie minuten om veilig buiten te komen. Op de tast lopen ze tegen muren aan en struikelen ze stuk voor stuk over de obstakels in de gang. Simone vond het tegenvallen: ‘Pas toen ik het lichtknopje in de gang voelde, wist ik waar ik was. En bij het laatste stukje trap, dat ik dus echt al heel vaak heb gelopen, wist ik ineens niet meer hoe het zat. Dat was echt even zoeken.’

Het moment dat de eerste studenten naar buiten komen, rijdt met gillende sirenes een brandweerwagen de straat in. De brandweermannen komen het oefenbrandje blussen en een vermiste student redden. ‘Waar kunnen we hem vinden?’ vraagt een van de heren aan de studentes. Dat blijkt nog lastig uit te leggen aan iemand die nog nooit in het pand is geweest.

Deur dicht, sleutels mee
Na een paar minuten is dan daadwerkelijk iedereen veilig buiten en zet de brandweer de ramen en deuren tegen elkaar open om de rook uit het pand te verdrijven. Brandweerman Martin Verschoof legt uit: ‘Trek altijd de deur achter je dicht als je vlucht van een brand. Op die manier hebben je huis- of flatgenoten het minste last van de rookontwikkeling en kunnen zij ook makkelijker de weg naar buiten vinden. Vergeet trouwens ook niet je huissleutels mee te nemen. Als je die niet hebt, moeten de spuitgasten je voordeur openbreken en dat is zonde.’

Als de rook is weggetrokken lopen de studenten onder leiding van brandweerman Martin hun huis door. Met een checklist in de hand proberen ze te bepalen hoe brandveilig hun huis is. Is het huisnummer vanaf de weg te zien zodat de hulpdiensten het huis kunnen vinden? Is de gang vrij? En is er een vluchtplan? Zijn er rookmelders en hangen die op de goede plek? Nu wel.

Rookmelders redden levens
Terwijl Martin en zijn collega’s rookmelders ophangen, geven ze ook uitleg over het belang van de kleine witte kastjes. Martin: ‘Zeven van de tien studentenwoningen hebben geen rookmelders. En laten we duidelijk zijn: dat is niet goed, want rookmelders redden levens. Als ie op de goede plek hangt (aan het plafond, in een vluchtweg zoals op de gang of op de overloop) word je op tijd gewaarschuwd en heb je een paar minuten de tijd om te vluchten. Zonder een rookmelder stikken en verbranden mensen, want als je slaapt gaat je reukvermogen uit en ruik je de rook dus niet.’

Als de rookmelders hangen en de studenten de checklist hebben doorgenomen, realiseren ze zich een zwakke schakel in het evacuatieplan: ‘Oeps, we hebben de hamster niet gered.’ Volgende brandoefening beter.

Tosca Sel