Blog Bas: The land of the free
Gepubliceerd: 29 May 2017 • Leestijd: 3 minuten en 27 seconden • Bas Dit artikel is meer dan een jaar oud.Met nog een lichte jetlag hervatte ik deze week mijn werkzaamheden voor zowel studie, werk als privé. De afgelopen twaalf dagen was ik met 22 medestudenten en twee begeleiders (allen van de lerarenopleiding maatschappijleer) in de Verenigde Staten.
En dat was me nogal wat. 23 studenten, zowel voltijd als deeltijd, die voor twee studiepunten naar New York vlogen. Voor mij 22 nieuwe gezichten (een enkeling kende ik al van naam). Het was mijn eerste reis naar Amerika en ik was er niet op voorbereid.
Of je niet van plan was een aanslag te plegen.
Thuis moest je een ESTA aanvragen, toestemming om naar de VS te reizen. Een vragenlijst waarin onder meer je ouders en je werk veelvuldig aan bod kwamen. En of je even eerlijk wilde aangeven of je wel of niet van plan was een aanslag te plegen. Ik vroeg me toch af hoeveel mensen bij die vraag dachten: ‘Ah, helaas. Betrapt. Dan maar een aanslag in Canada.’
De controle in Amerika zelf was nog veel strenger. Bij elke activiteit kon steevast de riem af, de zakken leeg, de tas open en de vesten/jassen uit. Bij het Vrijheidsbeeld verdween zelfs onze deodorant in een container. De vele controles en schreeuwende beveiligers leken een voorteken dat de vooroordelen die in mijn omgeving heersten over New York volledig klopten. Het zouden gehaaste mensen zijn, die geen tijd voor je hebben en je afblaffen. Ze zouden onvriendelijk zijn, je met alles geld willen aftroggelen en toeristen haten. Niks bleek minder waar te zijn.
Goed, dat geld aftroggelen, dat misschien wel. We hebben meerdere discussies gehad, zowel in taxi’s als in restaurants. Verplicht 20 procent fooi geven was voor ons een nieuwe en dure hobby. In de meeste gevallen legden we netjes 20 procent (of soms zelfs meer) neer na het eten. Geregeld was het ook al in de prijs opgenomen: in the land of the free is op sommige gebieden weinig keus. De keer dat we minder fooi neerlegden, kregen we het ook gelijk te horen: de service was meteen afgelopen en de serveerster vertelde je botweg dat je te weinig had betaald. Beledigd. Het grootste gedeelte van onze groep liep mopperend en verontwaardigd weg, verbaasd over de botheid en de brutaliteit. Waarschijnlijk zou de serveerster dezelfde woorden gebruiken om ons te beschrijven.
New Yorkers zijn vriendelijk, nemen de tijd voor je en zijn oprecht geïnteresseerd in je verhaal.
De rest van de vooroordelen bleek in zijn geheel niet waar. New Yorkers zijn vriendelijk, nemen de tijd voor je en zijn oprecht geïnteresseerd in je verhaal. Voor een stad die nooit slaapt en altijd haast heeft, maken de meeste mensen tijd voor je. Alles lijkt mogelijk. De stad ademt en is continu in beweging. Een van de grootste metropolen op aarde, gevuld met miljoenen vreemden. Toch zag ik mijn reisgenoten zich steeds meer op hun gemak voelen. Binnen de kortste keren gedroegen ze zich als echte New Yorkers: ze wandelden door rood licht, ze vonden de route zelfstandig en gingen steeds minder naar toeristische plekken.
Het afscheid met New York kwam te snel en het verschil met Washington was overweldigend.
Opeens waren de torenhoge gebouwen, waar je ook keek, weg. De drukte verdween. De hoeveelheid taxi’s, eetplekken en toeristische gelegenheden verdwenen. We waren in the Capitol. En hoe groot de aantrekkingskracht van New York ook was, de stad Washington won mij direct voor zich. De eerste avond trokken we eropuit voor een lange wandeling door Georgetown. Een prachtig gebied met een levendige lokale cultuur vol hoogstandjes qua architectuur.
Het Witte Huis en het Capitool. Op een steenworp afstand van het hoofdkwartier van de FBI.
Wat mij echter trok aan de stad was het besef dat je er was. Opeens sta je midden in het gebied waar het ook echt gebeurt. Hier worden beslissingen genomen voor Amerika. En voor de wereld. Het Witte Huis en het Capitool. Op een steenworp afstand van het hoofdkwartier van de FBI. En laat daar nou het een en ander om te doen zijn geweest de afgelopen weken.
Terwijl wij de toerist uithingen en foto’s maakten van het Witte Huis, werden er in the Oval Office papieren ondertekend om de FBI-directeur af te zetten. Allebei de gebouwen zagen we vrijwel elke dag tijdens onze wandelingen. Opeens was er wereldnieuws en konden we het zien, horen en meemaken. De mensen op straat spraken erover. Ze raakten er niet over uitgepraat.
Ze waren ook nog lang niet uitgepraat toen wij na een korte nacht slaap om zes uur in ochtend begonnen aan onze terugreis naar Nederland. Bijna een hele dag reizen lag voor de boeg. De karakteristieke gebouwen van Washington maakten langzaam weer plaats voor de gigantische wolkenkrabbers van New York. Die zouden na een lange vlucht weer plaatsmaken voor ons eigen kikkerland. We kwamen aan, typerend, in de regen. We namen afscheid van elkaar en gingen onze eigen weg. Afscheid nemen van Washington was voor mij moeilijker dan afscheid nemen van New York. Afscheid nemen van de 23 studenten en twee begeleiders en weer starten met het echte leven bleek nog veel moeilijker.
De andere blogs van Bas lees je hier.
Love you
mooi geschreven, een open blik op de vooroordelen die inderdaad niet waar blijken te zijn.