Blog Roos: Onderwijs draait om studenten, niet om docenten
Gepubliceerd: 10 March 2017 • Leestijd: 1 minuten en 21 seconden • Roos Dit artikel is meer dan een jaar oud.Als er één boodschap is die bij mij bleef hangen na de Onderwijsparade 2017, was het wel ‘mij wordt nooit gevraagd wat ik wil leren of wat ik nodig heb’. Woorden uit de mond van een student die mij als docent deden verstijven.
Woorden die bijval kregen van collegastudenten en aangevuld werden met: ‘Ik leer niet wat ik in de praktijk nodig heb’ en ‘ik mis de verbinding met mijn opleiding, ik wil meer dan lessen volgen en toetsen afleggen.’
Misschien vraag je je af waarom er studenten aanwezig waren op de Onderwijsparade, een bijeenkomst waar docenten met andere docenten kennis uitwisselen. Omdat alles wat wij doen, voor studenten is, is het eenvoudige antwoord. Studenten verzorgden ook onderdelen van het programma zodat duidelijk werd hoe creatief, zelfstandig en gemotiveerd zij zijn.
Mijn eigen sessie ging over motiveren. Hoe kunnen wij studenten die ook nog werken, zorgen en sociale contacten willen onderhouden motiveren? We weten dat de intrinsieke motivatie (van binnenuit) het meest duurzaam en wenselijk is, maar dit kan alleen door de student zelf bereikt worden. Dus begint het met de vraag: Wat houdt studenten bezig? Wat wil je graag leren? Hoe wil je dit leren? Waar heb je behoefte aan? Wat denk je aan deze kennis te hebben? Op deze manier leren studenten niet alleen inhoud, maar ook vaardigheden om duurzaam te leren en te ontwikkelen.
Vaardigheden die volgens de film Most likely to succeed onontbeerlijk zijn, als je jezelf op de arbeidsmarkt wilt kunnen onderscheiden van anderen. En met anderen wordt ook de komende generatie robots bedoeld. Kennis en informatie interpreteren, creatief toepassen en samenwerken, dat zijn vaardigheden waar het werkveld behoefte aan heeft en waarin wij als mens uniek in zijn. Als ik onze studenten mag geloven, zijn dit niet de vaardigheden die zij nu leren.
Wil je goed onderwijs geven? Vraag je studenten dan hoe dat onderwijs eruit ziet.
Beste Roos,
Het idee om studenten te laten beslissen wat ze willen/moeten/gaan leren, is heel symphatiek. Behalve dat het soms moeilijk werkbaar is in een praktijk met moduleomschrijvingen die een jaar vantevoren vast moeten liggen, is het maar de vraag of studenten wel in staat zijn om goed te beslissen over hun eigen leerpad. Lees dit aub niet als gebrek aan vertrouwen in de studenten. De feiten zijn dat (a) zij nog niet eenzelfde overzicht hebben dat docenten wel hebben, (b) zij niet weten wat ze niet weten, (c) hun ideeën over wat nuttig is niet per se stroken met de praktijk en (d) zij hun keuzes mogelijk vooral laten leiden door wat ze leuk vinden en al kunnen i.p.v. wat lastiger is en waar ze nog wat kunnen leren. Hoe vaak heb ik niet in stageverslagen gelezen dat die ICT-lessen toch wel erg handig bleken te zijn, terwijl ze er zuchtend en steunend naartoe gingen toen ze ze kregen. Kijk ook eens hier: https://www.bvekennis.nl/Bibliotheek/16-1150.pdf (vooral het laatste deel is van toepassing, over the learner in control).
Dat neemt niet weg dat je binnen een marge zeker wel input en feedback van studenten kan vragen, zoals Van Merriënboer en Kirschner ook stellen. Zo kun je een programma aanpassen aan hun wensen en leren over je eigen handelen als docent. Dat begint niet bij nul “vertel me maar wat je wilt leren” of “vertel me maar hoe je deze les wilt krijgen”, maar bij een docent die al veel keuzes voor de studenten heeft gemaakt en hen daaruit enkele opties presenteert om te kiezen. Bij een herontwerp van een bestaande cursus heb ik studenten bijvoorbeeld gevraagd over hoe ze hun formatieve toetsing (= feedback op hun schrijfproducten) wilden: vrijheid om de vijf toetsen af te leggen wanneer zij wilden of elke twee weken een deadline. Unaniem kozen mijn drie klassen voor het laatste: “Mevrouw, we kennen onszelf. Als we geen deadlines hebben, doen we alles op het laatste moment.” Prima, want ik neigde zelf naar de eerste optie, vanuit dat misschien misleidende idee dat meer controle voor hen automatisch beter is. Ze hebben geen verdere inspraak gehad op de inhoud van die vijf toetsjes, maar dus wel over de spreiding ervan. Gedeelde controle, niet volledig.
Beste Mulch,
Jouw reactie geeft mij het idee dat ik te globaal geweest in mijn blog. Mijn idee is dat je je les niet begint met een vast lesplan, maar met verschillende opties, die je in overleg met de studenten wel of niet inzet. Waar is behoefte aan? Zo ook een suggestie van een collega docent om bepaalde theorie niet direct te doceren, maar meer met elkaar te bespreken wat ze ervan af weten, wat ze ervan vinden en waarom ze denken dat het voor hun interessant of juist helemaal niet. Soms zelfs zonder directe interventie van een docent, maar in kleine groepjes. Zo heb ik afgelopen donderdag met drie studenten gezeten die vorig jaar mijn minor gevolgd hebben. Zij gaven feedback over wat ze niet zo leuk vonden of storend. Ze kwamen vaak zelf al met suggesties. Ik reageerde daarop met voorstellen en samen kwamen we tot een oplossing. Dankzij hun heb ik nu anderhalf a-4tje met aanpassingen voor volgend jaar. En ik moet zeggen het was een heel leuk en inspirerend overleg. Dat is de visie die ik hier probeer te delen. Als studenten alles zelf zouden kunnen, hebben ze geen school nodig en zeker geen docent. Het gaat er om dat wij als docent niet steeds invullen wat zij nodig hebben. Zij weten beter wat zij nodig hebben, wat hun bezig houdt en inspireert. Meer coachend dan sturend studenten begeleiden naar hun doel. In samenspraak, in overleg en vooral de regie steeds meer bij de student zelf laten. Zodat die zijn leerproces voort kan zetten, als school ophoudt. Hoe kunnen we anders innoverende en kritische beroepsbeoefenaars afleveren?
Als we dit niet al doen, zijn we als docent geen knip voor de neus waard. Inkadering van een theorie, activeren van voorkennis zijn technieken die iedere docent telkens zou moeten toepassen. Wat jij schrijft, suggereert dat dit nu niet gebeurt en dat zou stuitend zijn.
Feedback van studenten tijdens en na de module is heel waardevol. Ik zie nog wel eens dat studenten dit niet graag geven, omdat ze het gevoel hebben dat er niets mee gebeurt. En dat is vanuit hun standpunt ook zo, omdat de huidige lichting niet meer kan profiteren van de inzichten en de nieuwe lichting niet weet welke dingen er verbeterd zijn. Maar dat terzijde. Als het goed is, heb je zelf al ideeën over verbetering, die je kunt aanscherpen in overleg met studenten, zoals jij schrijft. Nogmaals, als je hiermee suggereert dat dit nu niet al gebeurd, dan vraag ik me ernstig af hoe het staat met de didactiek en zelfreflectie van onze HR docenten.
Waar ik het niet mee eens ben is de zinssnede “zij weten beter wat ze nodig hebben”. Als je hiermee bedoelt, dat zij beter weten of de gebruikte techniek werkte of niet, dan ja. Maar als je hiermee wilt zeggen dat zij beter kunnen inschatten dan een docent waar hun gaten liggen in kennis en vaardigheden, dan nee. Het gaat er wel degelijk om dat wij als docent invullen wat zij nodig hebben, omdat ze dat zelf vaak (nog) niet kunnen zien. Een vast lesplan dat je afdraait alsof er niemand in de zaal zit, dat zal niet werken, maar een volledig flexibele invulling die afhangt van wat de studenten graag willen, is ook inefficënt. De route ligt in het midden, maar wel dichter bij het vaste lesplan. Uiteindelijk wil een student ook structuur zien, weten waar hij aan toe is en verwacht hij van de docent dat die de beslissingen neemt. Dat laat onverlet dat naarmate de student vordert, er wel meer bij hen gelegd kan worden. Waar we voor moeten waken, is dat de docenten dan alles maar op het bordje van de student gooien uit naam van studentautonomie.
Beste Mulch,
De woorden die ik schrijf zijn de letterlijk woorden van studenten. Ik kan niet oordelen of concluderen dat dit overal speelt en in welke mate. Maar ik weet wel dat deze woorden die we gehoord hebben, ons (de aanwezige docenten) geraakt hebben. Mij heeft dit doen besluiten deze discussie (hopelijk) aan te wakkeren. Ik ben dan ook heel blij met jouw reactie en inbreng. Eerlijk gezegd zou ik er graag met je over willen praten over jouw visie en ideeën. Koffiedate?
Ik wil je ook graag uitnodigen om de film ‘most likely to succes’, die ook genoemd wordt in de blog, te bekijken. Deze film gaf inzicht dat het sturende karakter wat in het huidige onderwijs ingezet wordt (ook op basis en middelbare scholen) vooral gericht is op fabriekswerk en niet op de innoverend en vernieuwende vaardigheden die in het huidige werkveld gevraagd worden. Dit heeft mij wel doen twijfelen, hoe sturend onze invulling van het onderwijs moet zijn. In de film zie je docenten zelfs in een glazen ruimte zitten, terwijl de klas aan het werk is. Je ziet ook hoe muurbloempjes zichzelf ontpoppen tot regisseur en hoe een zeer intrinsiek gemotiveerde student zijn opdracht drie maanden na de deadline als nog afmaakt. Ook al zit er geen beoordeling meer aan! Het was heel mooi en inspirerend. Ik ben benieuwd naar jouw mening over het concept wat deze film laat zien!
Ja, onderwijs draait om studenten. Docenten blijven echter de spil in het leerproces.