100 jaar civiele techniek: ‘Handmatig de sterkte van een dijk berekenen? Dat kostte je een halve dag…’
Gepubliceerd: 14 June 2018 • Leestijd: 3 minuten en 5 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De opleiding civiele techniek van de HR bestaat 100 jaar. Docenten William Kuppen en Wim de Ruijter zijn beiden zo’n dertig jaar verbonden aan de opleiding.
‘In het westelijke deel van Nederland zijn wij, is civiele techniek, de belangrijkste beroepsgroep.’ Docent infrastructuur Wim de Ruijter zegt het vol trots en zonder te lachen. ‘Als gebieden overstromen, zijn bijna alle beroepen moeilijk uit te oefenen.’ Dijken en waterkeringen worden immers ontworpen door civiele techneuten die al 100 jaar, onder andere, op de Hogeschool Rotterdam worden opgeleid.
Op de Dordtse vestiging van de HR
De Ruijter (63) en waterbouwdocent William Kuppen (60) zijn twee van de oudgedienden die beiden zo’n dertig jaar bij de opleiding werken. Ze gaven les op verschillende locaties – zo zaten De Ruijter en Kuppen onder andere op de Dordtse vestiging van de HR – en maakten nog mee dat er een gemeenschappelijk eerste jaar was voor de opleidingen ruimtelijke ordening en planologie, bouwkunde en civiele techniek.
Uiteraard zagen ze ook de manier van onderwijs en de studenten veranderen. Kuppen: ‘Er werd dertig jaar geleden veel meer klassikaal lesgegeven, en nog met een krijtbord.’ Audiovisuele middelen waren meestal niet direct voorhanden. De Ruijter: ‘Je gebruikte weleens videobanden van bijvoorbeeld waterkeringen. Die video’s duurden heel lang en je moest ze al een paar weken van tevoren ergens bestellen.’
‘Dat deed je allemaal met de hand’
Digitale hulpmiddelen waren er eind jaren tachtig nog niet. Kuppen: ‘Nu heb je hulpprogramma’s waarmee je de sterkte van grond, dijken en bouwputten kunt berekenen. Toen deed je dat allemaal met de hand.’
‘Dat kostte je een halve dag’, vult De Ruijter aan. Als student kom je nu sneller tot een optimale constructie, maar het inzicht in formules word je minder aangeleerd. Kuppen: ‘Misschien gaven we dertig jaar geleden wel overdadig veel informatie. Nu vraag je je veel meer af wat je echt nodig hebt en wat de echt kritieke punten in een constructie zijn. Die vragen stellen we de studenten nu heel nadrukkelijk.’
Hergebruik van materialen is hot
Naast de informatisering wordt duidelijk dat de onderwerpen milieu en duurzaamheid steeds meer invloed hebben gekregen op het vakgebied. De Ruijter: ‘Het hergebruik van materialen, zoals beton, is een hot item. En vanwege de klimaatverandering blijven de vragen over dijken en waterkeringen actueel. Dat moeten we bij studenten nog meer laten doordringen dan we we nu al doen.’
Wat er in de toekomst nog gaat veranderen, weten de docenten uiteraard niet precies, maar erover nadenken doen ze zeker. De Ruijter: ‘Als er autonome voertuigen komen die zelf op verkeerssituaties reageren, heb je geen verkeerslichten meer nodig. Dat heeft dus invloed op dat stukje civieltechnisch werk. En door de robotisering en de verdergaande ontwikkeling van 3D-printen worden er nu al onderdelen van bijvoorbeeld voetgangersbruggen gemaakt. Dat is nog maar het begin.’
‘Studenten zijn niet minder gezellig geworden’
Wie denkt dat de twee docenten sterk terugverlangen naar de opleiding en naar studenten van dertig jaar geleden heeft het mis. Qua motivatie is er niet zo veel verschil, en minder gemotiveerde studenten had je vroeger ook. Kuppen: ‘De studenten zijn ook niet minder gezellig geworden. Je verandert zelf ook een beetje mee. Wel is de student mondiger, directer en sneller afgeleid. Dat laatste valt nu, met de mobieltjes, ook meer op. Vroeger dacht je: die is gewoon wat slaperig.’
De twee docenten kijken met veel plezier terug op de excursies met vierdejaars, onder andere naar verre buitenlanden. De Ruijter: ‘In Mexico kwamen we bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassade in contact met een project voor sociale woningbouw dat werd geleid door een groep vrouwen uit de sloppenwijken. Ze kregen het voor elkaar dat groepen mensen verhuisden vanuit de sloppenwijken naar robuuste stenen huizen. We waren erg onder de indruk. Na de presentatie zamelden we bij de studenten geld in voor het project.’
‘Leuk om derdejaars te zien opbloeien tijdens hun stage’
Tijdens zulke excursies leer je de studenten ook beter kennen en dat zorgt soms voor blijvende contacten. Hetzelfde kan gebeuren als stagebegeleider. Kuppen: ‘Ik vind het leuk om derdejaars te zien opbloeien tijdens hun stage of ze later tegen te komen als begeleider van een nieuwe stagiair. Dan duurt zo’n stagegesprek toch wat langer. Sowieso doet het mij goed dat je een heel klein stukje hebt bijgedragen aan de ontwikkeling van zo’n afgestudeerde.’
Jos van Nierop
Het was een leuke dag!
Leuk!