Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
21 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Hier moet nog een illustratie worden geplaatst.

Goed nieuws: uitstelgedrag is af te leren

Gepubliceerd: 27 November 2018 • Leestijd: 6 minuten en 31 seconden • Longread

75 procent van de studenten vertoont uitstelgedrag. Uit een overzichtsstudie naar anti-uitstelmethodes blijkt dat dit gedrag is af te leren. Dat is onder andere goed nieuws voor de honderden studenten die hun herinschrijving uitstellen tot het allerlaatste moment.

Uitstelgedrag is leuk, omdat het zo fijn indruist tegen alles wat redelijk en logisch is. Zolang het niet al te problematisch is – en dat is het meestal niet, zeggen wetenschappers die het fenomeen bestuderen – is het heerlijk om af en toe je middelvinger in het linkeroog van meneer of mevrouw Redelijkheid te kunnen steken.

Liefst kost je dat natuurlijk geen studiepunten, diploma’s of zelfs je baan, maar dat klinkt eigenlijk alweer… iets te redelijk? En wat als een klein beetje onredelijkheid je hele studie kan dwarsbomen?

Net voor de deadline herinschrijven

Een mooi voorbeeld van uitstelgedrag is de inschrijving voor een studie aan de Hogeschool Rotterdam. Herinschrijvers hebben daar vanaf 1 mei vier maanden de tijd voor, tot en met 31 augustus. Nieuwe studenten moeten voor 1 augustus een inschrijfverzoek indienen en hebben ook tot 31 augustus om de formaliteiten af te wikkelen. Van al die studenten neemt een serieus aantal de gok door die inschrijving pas in de laatste drie dagen van augustus te regelen.

Bij het Studenten Service Center kennen ze hun pappenheimers. Al vanaf eind mei beginnen ze studenten drie maanden lang te stalken over hun (her)inschrijving. Wekelijkse mails, pop-ups op Hint, later ook een sms en als je het dan half augustus nog niet geregeld hebt, gaan ze bellen. In al die berichten staat ook een deadline. En er staat dat je een DigiD-inlog nodig hebt en dat het vijf werkdagen kost voor je een nieuwe inlog hebt. (Sinds ‘enige tijd’ zijn dat trouwens nog maar drie werkdagen, laat een woordvoerder van de rijksdienst die DigiD beheert weten.)

493 studenten begónnen zelfs pas drie dagen voor de deadline aan de herinschrijving voor hun opleiding

Toch rondden deze zomer maar liefst 2.167 studenten (van de ruim 38 duizend) hun (her)inschrijving af in de laatste drie dagen van augustus. 493 studenten begónnen zelfs pas in die drie dagen aan hun herinschrijving. Als ze er pas in die laatste dagen achter komen dat ze geen DigiD hebben of een studieschuld hebben openstaan, hebben ze al snel een probleem.

Denk nu niet dat het risico wel meevalt. Toen de inschrijftermijn in 2014 werd aangescherpt, misten talloze studenten de deadline. Zelfs een beroep bij de rechter hielp niets. Ze waren zelf te laat begonnen, zei de rechter. Dus geen stage, niet afstuderen, een jaar geen studie, dat soort kleine drama’s kwamen destijds uit beroeps- en rechtszaken naar voren. Moeten deze studenten straks in een sollicitatiegesprek het gat op hun cv uitleggen met ‘uitstelgedrag’?

Als je daar in mei over nadenkt, klinkt het lachwekkend ongeloofwaardig. Het risico op dit worstcasescenario lijkt onvoorstelbaar klein en ver weg. En dat is precies het probleem van uitstelgedrag. Een groot risico dat ver weg ligt, heeft minder invloed op onze motivatie dan een kleine beloning dichtbij. Denk bij dat laatste aan Netflix, Facebook of zelfs het schoonmaken van doucheputjes. Alles is beter dan doen wat eigenlijk echt moet… maar ja, het hoeft niet per se nu… je doet het heus nog wel een keer! Je hoeft alleen maar ‘morgen’ even de juiste gegevens in Studielink te kloppen en weg is het gevaar van een verloren jaar.

Schoonmaken als uitstelgedrag

Waarom maken we dit onszelf wijs? Wendelien van Eerde, van de Universiteit van Amsterdam, is op uitstelgedrag gepromoveerd en heeft net een wetenschappelijk overzichtsartikel gemaakt over wat nou bewezen manieren zijn om uitstelgedrag te bestrijden. Zij kan uitstelgedrag heel logisch laten klinken. Zo stellen we soms dingen uit om onszelf een goed gevoel te geven, bijvoorbeeld door te gaan schoonmaken of andere niet-leuke-maar-toch-soort-van-nuttige dingen te doen tijdens het uitstellen.

Zo stellen we soms dingen uit om onszelf een goed gevoel te geven, bijvoorbeeld door te gaan schoonmaken of andere niet-leuke-maar-toch-soort-van-nuttige dingen te doen tijdens het uitstellen.

‘Uitstelgedrag kan helpen onze stemming te controleren’, zegt Van Eerde daarover. ‘Dat maakt uitstelgedrag irrationeel, maar ook begrijpelijk. Uitstelgedrag kan wel degelijk een functie hebben, zoals jezelf rust gunnen of je emoties reguleren.’

Als het plezier niet opweegt tegen de spijt

Uitstelgedrag wordt vervelend als het plezier van het uitstellen niet langer opweegt tegen de spijt achteraf, door bijvoorbeeld een boete van de belastingdienst voor een te late aangifte of van de politie wegens een verlopen apk.

Wetenschappers zien ook al heel lang een verband tussen uitstelgedrag en depressie. Daarbij is overigens nog de vraag wat het eerst komt – de enkele onderzoeker die de volgorde bestudeerde, zag opmerkelijk genoeg eerst uitstelgedrag en dan depressies. Misschien, suggereert Van Eerde, omdat sommigen van uitstelgedrag nerveus en gespannen worden en er schaamte en schuld bij voelen. ‘Uitstelgedrag levert sommige mensen veel stress op.’

Mensen die heel streng zijn voor zichzelf hebben daar meer last van. ‘Je zegt heel hard tegen jezelf “uitstellen mag niet”’, legt Van Eerde uit, ‘maar uitstelgedrag overkomt mensen ook. Niet iedereen is zich altijd volop bewust van het uitstelgedrag. Als je streng voor jezelf bent, heb je meer last van uitstelgedrag dan wanneer je vindt dat het af en toe best mag.’

Zo kom je in de nogal paradoxale situatie dat het accepteren van uitstelgedrag best rationeel kan zijn, omdat we niet van onszelf kunnen verlangen altijd maar rationeel te zijn. Of omgekeerd: Het is irrationeel om al het irrationele gedrag uit je leven te willen verbannen.

Uitstelinterventies

Als (het gebrek aan) rationaliteit zo’n grote rol speelt in uitstelgedrag, dan is het misschien wel logisch dat ‘rationele therapie’ de beste bestrijder ervan is. Dat laatste blijkt althans uit de overzichtsstudie van Wendelien van Eerde en haar Duitse collega Katrin Klingsieck die halverwege september werd gepubliceerd op de site van Educational Research Review.

De conclusie dat cognitieve gedragstherapie het grootste positieve effect heeft op uitstelgedrag.

Van Eerde en Klingsieck veegden 44 gedegen wetenschappelijke onderzoeken naar methodes tegen uitstelgedrag bij elkaar en kwamen tot de conclusie dat cognitieve gedragstherapie het grootste positieve effect heeft op uitstelgedrag. Na deze ‘uitstelinterventie’ geven de proefpersonen zelf aan dat ze veel minder uitstelgedrag vertonen – ook als je het ze maanden later nog eens vraagt. ‘De uitkomst van ons onderzoek laat zien dat mensen kunnen veranderen’, schrijven Van Eerde en Klingsieck.

Organiseren, prioriteren en plannen

Is verandering nodig dan? Soms wel. Ook al hebben onderzoekers de afgelopen jaren meer oog gekregen voor het nut van uitstelgedrag (zo zeggen veel proefpersonen dat ze beter presteren onder druk van een deadline, anderen ervaren onder druk meer creativiteit), feit is dat veel mensen achteraf van hun uitstelgedrag balen. Feit is ook dat onder studenten (de groep die veruit het meest is onderzocht) uitstellers stelselmatig lagere cijfers halen. Presteer je echt beter onder deadlinedruk? Of is dat een rationalisatie achteraf?

Het interessante is: tijdens cognitieve gedragstherapie werk je aan rationalisaties vóóraf. Van Eerde en Klingsieck beschrijven het als een methode waarin je nagaat waarom je besluit iets uit te stellen, terwijl je ervan overtuigd bent dat uitstel eigenlijk geen goed idee is. Welke irrationele gedachten weerhouden je van actie? Bewustwording van die gedachten, ze inwisselen voor meer functionele gedachten en op basis daarvan je gedrag veranderen, dat is kortweg hoe een cognitief gedragstherapeut met uitstelgedrag omgaat. En dat blijkt effectief.

Wat ook werkt, zij het significant minder dan cognitieve gedragstherapie, is studenten leren zichzelf te reguleren. Het gaat dan om het besturen van je aandacht, emoties en motivatie, maar ook over het organiseren, prioriteren en plannen van je tijd. ‘Deze interventies werken wel, het is geen onzin, maar cognitieve gedragstherapie werkt beter’, zegt Van Eerde.

Er kan overlap bestaan tussen de groepen. Zo doen studenten in de zelfregulatie-interventies vaak ook aan zelfreflectie op hun uitstelgedrag. Dat klinkt als de eerste stap van cognitieve gedragstherapie: bewustzijn van je gedachten rondom uitstelgedrag. Van Eerde legt uit dat het soms moeilijk is om de ‘werkzame ingrediënten van interventies te isoleren’ – meer en preciezer onderzoek is uiteraard wenselijk.

Don’t worry, je groeit er vanzelf overheen. Dat kan twee kanten op gaan: extra veel middelvingers en/of minder angst voor uitstelgedrag.

Je groeit eroverheen

Ook is cognitieve gedragstherapie tamelijk intensief. Daarvoor is in de overzichtsstudie natuurlijk gecorrigeerd, maar hoe snel stapt een student met zijn doorsnee-uitstelgedrag naar een therapeut? Gelukkig is therapie niet voor iedereen noodzakelijk. Ook voor de uitstellers die zelfhulp liefst nog even uitstellen, gloort hoop aan de horizon: het wordt vanzelf minder. ‘Uitstelgedrag neemt af naarmate mensen ouder worden’, zegt Van Eerde. ‘En dat is heel begrijpelijk. Met de tijd worden we gedisciplineerder en leren we beter organiseren. Door ervaring wordt de taak die we moeten doen makkelijker en de berg om tegenop te zien minder hoog. Wat wel in het nadeel van een stijgende leeftijd kan werken, is dat je op termijn een grotere hekel aan een taak krijgt en daarom uitstelt.’

Weten dat je er later minder last van zult hebben is misschien een leuke rationalisatie vooraf: Don’t worry, je groeit er vanzelf overheen. Dat kan twee kanten op gaan: extra veel middelvingers en/of minder angst voor uitstelgedrag. En dat is dan allebei hartstikke rationeel.

Keuzevak Omgaan met uitstelgedrag
Zo’n 50 studenten per jaar volgen op de HR het keuzevak omgaan met uitstelgedrag. Zij hebben problemen door hun uitstelgedrag en zijn door een decaan voor de cursus ingeschreven. De cursus combineert elementen van cognitieve gedragstherapie, timemanagement en mindfulness. Trainer Diana van der Lugt is blij te horen dat de belangrijkste elementen bewezen effectief zijn, al moet gezegd worden dat ze dat eigenlijk al wist. ‘Alleen al de kennis over uitstelgedrag doet studenten heel veel. Met jezelf aan de slag gaan is soms lastig, maar bij de eindpresentaties zeggen eigenlijk alle studenten wel dat ze er iets aan hebben gehad.’ Het keuzevak levert twee studiepunten op en wordt afgerond met een presentatie en verslag.

Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Demian Janssen

Dit artikel wordt je aangeboden door Profielen, het nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam. Like what you see? Like ons dan op Facebook en blijf via je eigen tijdlijn op de hoogte van het laatste nieuws. Liever een nieuwsbrief? Meld je hier aan voor een wekelijkse update.

Reacties

Laat een reactie achter

4 Responses to Goed nieuws: uitstelgedrag is af te leren

  1. Oh! Dit is precies wat ik nodig heb, sinds ik veel last heb van uitstel gedrag. Ik ga het morgen echt lezen!

  2. het artikel net gelezen, was onderdeel van mijn uitstelgedrag, omdat ik moet studeren voor tentamen volgend week.

  3. Je kunt ook stellen: als 75 % van de studenten bepaald gedrag vertoont, dan is dat normaal. Het is bijzonder als je niet uitstelt (25%). Daarnaast is ‘uitstellen’ een negatief beladen woord. We kunnen met z’n allen ook afspreken dat we het woord ‘uitstellen’ niet meer gebruiken. We kunnen stellen dat studenten 18+ een druk en soms ingewikkeld leven hebben en moeten schakelen tussen allerlei activiteiten waarvoor ze veel tot minder gemotiveerd zijn. Dat iemand zich ergens voor schaamt kan ook ingebed zijn in de opvoeding. Er is zoveel over te schrijven. Cognitieve therapie lijkt me een mooie ingang. Dat sowieso.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top