Een vader schreef een brief aan Tweede Kamerleden: hoe zit het nou, kan zijn dochter echt geen aanspraak maken op de halvering van het collegegeld? Alleen maar vanwege die twee dagen psychologie in 2016?

Dit is nu eenmaal wat er is afgesproken

De Tweede Kamer stuurde de vraag door aan de minister. Of zij hem even wilde beantwoorden. Dat doet ze geduldig. ‘Bij iedere nieuwe maatregel is de afbakening een discussiepunt’, legt ze uit. En dit is nu eenmaal wat er is afgesproken: eerstejaarsstudenten hebben alleen recht op de halvering van hun collegegeld als ze nog niet eerder stonden ingeschreven in het hoger onderwijs.

Natuurlijk, het kabinet had de deur op een kier kunnen zetten voor dit soort gevallen. Dan moest er een hardheidsclausule in de wet staan, zodat onderwijsinstellingen zelf kunnen bepalen of ze een uitzondering maken.

Maar dat zou ook een nadeel hebben, legt Van Engelshoven uit. Het zou dan zomaar kunnen gebeuren dat een student in Groningen dan anders beoordeeld wordt dan in Amsterdam. En dat is niet eerlijk.

Wél recht op de studievoorschotvoucher

Als ze uiteindelijk haar diploma behaalt, heeft deze studente overigens wél recht op de studievoorschotvoucher, vertelt Van Engelshoven. Dat was haar vader kennelijk niet helemaal duidelijk. ‘Met spijt lees ik dat de vragensteller na gesprekken met medewerkers van de overheid geen duidelijkheid heeft gekregen over het recht op de studievoorschotvoucher.’

Deze vouchers (tegoedbonnen met een waarde van tweeduizend euro) zijn bestemd voor de eerste vier lichtingen studenten vanaf september 2015. De huidige lichting eerstejaars is dus de laatste die er nog aanspraak op kan maken.

De oud-studenten kunnen deze vouchers vijf tot tien jaar na afstuderen inzetten voor bijscholing. Er zijn plannen om die vouchers ‘naar voren’ te halen, zodat studenten het geld ook kunnen gebruiken voor een masteropleiding, maar het is afwachten of dit werkelijk gaat gebeuren.

Tekst: HOP, Bas Belleman
Illustratie: Maus Bullhorst