Vertrouw toch niet (altijd) op je intuïtie bij multiple choice
Gepubliceerd: 5 November 2018 • Leestijd: 2 minuten en 46 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Volg gewoon je eerste ingeving. Dat advies krijgen studenten nog weleens als ze een multiplechoicetentamen moeten maken. Een goed advies, behalve bij twijfel. Dan kun je eigenlijk beter het tegenovergestelde doen: je eerste intuïties verwerpen en er dan nog eens goed over nadenken.
Dat blijkt uit een tweetal experimenten van een Amerikaanse psycholoog, Justin Couchman. Hij wilde weten of studenten zichzelf goed kunnen beoordelen tijdens het maken van een toets. Weten ze zelf hoe goed ze iets weten? En, als je dat goed weet, kun je die kennis dan gebruiken tijdens het tentamen? Bijvoorbeeld om te beslissen wanneer je wel en niet van je eerste ingeving moet afwijken?
Studenten weten heel goed wat ze wel en niet weten, blijkt uit het onderzoek. Goede studenten kunnen heel goed aangeven welke antwoorden ze weten en slechte studenten weten dat ze een heleboel antwoorden niet weten. Je moet ze dat alleen niet na het tentamen vragen, maar tijdens het beantwoorden van de vragen.
Gok
In de experimenten liet Couchman studenten bij het maken van een multiplechoicetoets na het beantwoorden van iedere vraag in de kantlijn invullen hoe zeker ze waren van hun antwoord. Wisten ze het antwoord of was het een gok? De studenten moesten ook aangeven of ze het antwoord later hadden herzien door een R (van ‘revised’) bij het antwoord te schrijven.
Tijdens het beantwoorden van de vragen konden studenten zichzelf goed inschatten. Antwoorden waarbij ze de ‘K’ van ‘known’ krabbelden, bleken in 86 procent van de gevallen juist te zijn. En dat terwijl je bij vier antwoordmogelijkheden met wild gokken ongeveer 25 procent goede antwoorden zou kunnen verwachten.
Twijfel
Studenten deden er bovendien goed aan om de antwoorden die ze niet zeker wisten te herzien. Als ze naast hun antwoord de ‘G’ van ‘guess’ schreven en ze dachten later nog eens na over hun antwoord en vulden een nieuw antwoord in, dan was dat vaak een nuttige correctie. Bijna tachtig procent van deze herzieningen ging van fout naar goed.
Daartegenover staan de herzieningen van vragen die de studenten in eerste instantie zeker wisten, met een K van ‘known’. Daarvan ging slechts dertig procent van fout naar goed. ‘De meest effectieve strategie is om bij te houden hoe zeker je bent van een antwoord en om vooral de gokken te herzien’, schrijft Couchman.
Bijna tachtig procent van de herzieningen van ‘twijfelvragen’ ging van fout naar goed.
Dat klinkt best logisch, totdat je dezelfde studenten achteraf gaat vragen hoe goed ze denken dat hun herziene antwoorden zijn. Verwachten ze dat een herziening correct of fout zal zijn? Fout, zegt bijna negentig procent van de studenten. Dus alhoewel ze net vrolijk antwoorden hebben herzien, verwachten ze bijna allemaal dat dat geen verbeteringen zijn.
Dat is vreemd, vindt ook Justin Couchman desgevraagd, maar hij kan de tegenstelling tussen gedrag tijdens het tentamen en de overtuiging achteraf wel verklaren. Studenten beantwoorden die laatste vraag namelijk niet op basis van een uitgebreide analyse van hun eigen tentamen, maar op basis van hun intuïtie. En die zegt dat je eerste ingeving juist is (ook al heb je net het tegendeel bewezen). We hebben last van een ‘first instinct bias’, zegt Couchman, verwijzend naar een bekend onderzoek uit 2005 en naar het bekende boek ‘Thinking, Fast and Slow’, van Daniel Kahneman.
Tips
Achteraf gaven de meeste studenten aan dat ze van docenten het advies kregen hun eerste ingeving te volgen, iets wat ook uit eerder onderzoek naar voren kwam. Ook docenten hebben kennelijk last van die natuurlijke voorkeur voor eerste ingevingen. Daarom hier de volgende tips:
- Volg inderdaad je eerste instinct als je op het moment zelf zeker van je zaak bent. Schrijf dat er desnoods bij, dan hoef je er achteraf niet over te gaan twijfelen.
- Schrijf bij twijfelvragen op dat je twijfelt over je eerste antwoord. Denk er dan achteraf nog eens goed over na en twijfel niet over je twijfel. Wellicht kun je het antwoord van fout naar goed veranderen.
- Laat je niet door docenten op de mouw spelden dat je bij twijfel op je intuïtie moet vertrouwen. En zeg ze Profielen beter te lezen.
Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: David Gieling
Dit artikel is voor het eerst op 28 oktober 2015 gepubliceerd op deze site.
Bron: Couchman, J. J., Miller, N., Zmuda, S. J., Feather, K., & Schwartzmeyer, T. (2015). The instinct fallacy: The metacognition of answering and revising during college exams. Metacognition & Learning.
U moet het zo zien, u heeft 25% om het goede antwoord aan te kruisen en 75% om het foute antwoord aan te kruizen.
Met logisch nadenken bent u wellicht in staat deze kansen dusdanig om te keren naar 50% kans op een juist dan wel fout antwoord.
Wanneer uw gezonde verstand u niet meer kan helpen bent u helaas toegewezen op uw intuitie. In dat geval maakt het kans technisch niet zo veel uit wat u kiest, u weet toch niet beter en de kansen voor success en falen zijn gelijk.
Probeer vooral eerder te beginnen met leren, dan voorkomt u voor een groot gedeelte dergelijke situaties.