Dossier werkdruk: Hoe staat de HR ervoor?
Gepubliceerd: 16 January 2019 • Leestijd: 3 minuten en 29 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Profielen gaat het thema werkdruk volgen. Deel 1: Hoe staan we ervoor? En waar wordt de hoogste werkdruk ervaren op de hogeschool?
‘Door drukte geen tijd om wat te doen aan werkdruk.’ Deze tragikomische zin, maar dan ambtelijk geformuleerd (*), staat in een document waarin een van de HR-diensten beschrijft wat er met de uitkomsten van het medewerkersonderzoek 2017 wordt gedaan.
Uit dat hogeschoolbrede onderzoek blijkt dat de werkdruk op de HR hoog is. En dat is al jaren het geval. In het algemeen ervaren docenten een hogere werkdruk dan ondersteunend medewerkers en is er een relatie tussen de werkdruk bij ondersteuners van de instituten en van de diensten. Als de werkdruk bij ondersteuners van de diensten stijgt, daalt die bij de instituten en andersom.
50 procent van de docenten ervaart hoge werkdruk
Al jaren achtereen schommelt het percentage docenten dat de werkdruk ‘te hoog’ of ‘veel te hoog’ vindt rond de 50 procent. Alleen bij COM (commercieel management) en RMI (mainport institute) is die duidelijk lager met 37 en 40 procent. Uitschieters naar boven vinden we bij ISO (sociale opleidingen, 61%), RBS (Rotterdam Business School, ook 61%) en CMI (communicatie, media en informatietechnologie, 59%).
Bij de diensten is het percentage medewerkers dat een (veel) te hoge werkdruk rapporteert ongeveer de helft lager dan het docentengemiddelde van 52 procent. Alleen AIC (administratie, informatievoorziening en control) scoort met 34 procent ruim boven het dienstengemiddelde van 24 procent.
Werkdruk bepaalt tevredenheid werk
Werkdruk is natuurlijk geen uniek HR-probleem. Sterker, vergeleken met andere hogescholen doet de HR het zelfs een beetje beter. Maar dat betekent niet dat we het terzijde kunnen schuiven, want het thema werkdruk bepaalt voor een groot deel hoe tevreden HR-medewerkers zijn over hun werk. Ook dat blijkt uit het medewerkersonderzoek.
Rogier Moed werkt bij de dienst onderwijs en ontwikkeling (OeO) en heeft sinds tweeënhalf jaar het thema werkdruk onder zijn hoede. Eind september organiseerde hij samen met de pgmr (personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad) een dialoogsessie over dit ‘complexe’ onderwerp. Moed: ‘Complex, omdat er bij werkdruk oneindig veel factoren meespelen. Het gaat om kwantiteit: de hoeveelheid werk die je moet doen in een beperkte tijd. Maar ook om kwalitatieve zaken: voel je je gezien en erkend? Daarnaast hebben privéfactoren zoals de combinatie met zorgtaken thuis of een lange reistijd ook invloed.’
Volgens Rogier Moed vormt de cocktail van al deze factoren samen iemands ervaren werkdruk of de werkdruk binnen een team. ‘Als je aan één ding sleutelt, kan dat bovendien onbedoelde effecten hebben op de werkdruk. Neem bijvoorbeeld een docent die niet zo assertief is en te veel hooi op zijn vork neemt. Door het coachingstraject dat hij via het werk volgt, wordt hij assertiever en zegt hij vaker nee, maar het werk moet nog steeds gedaan worden. Bij wie komt dat dan te liggen?’
Of denk aan het beleidsstreven dat docenten een mastergraad of PhD moeten hebben. Moed: ‘Dat vinden we belangrijk voor de kwaliteit van ons onderwijs, maar het is ook werkdrukverhogende factor. Voor de docent in kwestie én voor zijn team. Of iemand valt langdurig uit door ziekte. Dat raakt een heel team.’
Niet alleen de verantwoordelijkheid van management
Omdat er zoveel factoren bij werkdruk meespelen, vindt Rogier Moed dat werkdruk niet alleen de verantwoordelijkheid van de werkgever is, maar ook van de docent of ondersteunend medewerker. Moed: ‘Als je verder wilt komen met dit onderwerp heeft het geen zin om als medewerker naar je manager te wijzen. Het moet een gezamenlijke opgave zijn waarbij managers en medewerkers ook bereid zijn te kijken in welke mate zij hun eigen werkdruk creëren.’
Hoe ga je bijvoorbeeld om met de mail? Cc je er driftig op los? Stuur je de hele dag door mails of verzamel je je onderwerpen in een mail aan het eind van de dag?
Ook onderwijskundige beslissingen kunnen een zware wissel trekken. Moed: ‘In het onderwijs wordt veel vernieuwd. We willen studenten relevante curricula aanbieden. Maar nieuwe dingen ontwikkelen kost veel tijd en ondertussen gaat het dagelijkse onderwijs gewoon door. In nieuwe curricula wordt soms ook voor toetsvormen gekozen die veel meer nakijktijd vragen.’
Ptd
Nog een ‘dingetje’: het planning- en taaktoedelingsinstrument (ptd). Steeds komt dit onderwerp op als het over de hoge werkdruk bij docenten gaat. Moed: ‘Er zijn de laatste jaren alternatieve onderwijsvormen bijgekomen. Zo wordt er bij sommige opleidingen in duo’s lesgegeven. Daar is geen ruimte voor in de ptd’s. Niet alles laat zich zo makkelijk passen in de mal van het ptd, terwijl docenten die tijd wel kwijt zijn.’
Moed pleit daarom voor wat hij ‘ruimtegevend beleid’ noemt. ‘Vanuit de cao hebben we de verplichting om een hogeschoolbeleid voor werkdruk te hebben. In het formuleren daarvan is het belangrijk om teams in beweging te krijgen. Laat hen zelf onderzoeken waar voor hen de winst is te behalen. Vanuit OeO hebben wij middelen om teams hierin te begeleiden.’
(*)‘Door de dagelijkse loop van het reguliere werk en door tijdgebrek, wordt er dikwijls onvoldoende opvolging gegeven aan het gemaakte plan van aanpak ter vermindering van de werkdruk.’
Tekst: Esmé van der Molen
Foto: Lauranne Cox
Kijk eens naar dit filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=5r50PU54iYQ
Bron: https://hint.hr.nl/nl/HR/Over-de-HR/hogeschoolbrede-programmas/Continu-verbeteren/
Veel werkdruk wordt veroorzaakt door slechte aansluiting tussen processen en de invulling hiervan. Eén voorbeeld wordt al genoemd: Het lesgeven in duo’s. Dit hoeft absoluut geen werkdruk op te leveren en kan zelfs werkdruk verlagen, mits goed doorgevoerd.
Alternatieve lesvormen zijn ook prima. Hier zit ook een mits aan: Is dezelfde docentcapaciteit voldoende om het programma te draaien? Hoeveel docenten hebben we nu? Passen meer docenten in de begroting als we dit alternatieve programma gaan draaien? Hebben de docenten de competenties om dit programma te draaien? Etc. Etc.
Je moet gewoon geen ambities hebben, dan komt het vanzelf goed met die werkdruk! Ik pleit daarom voor een ambitie verlagende slogan voor de hogeschool, inplaats van “overtref jezelf”… “een zes is ook succes!”