Onzekerheid over terugkeer Pameijer-cliënten naar HR
Gepubliceerd: 16 September 2020 • Leestijd: 4 minuten en 10 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De Hogeschool Rotterdam wil dat de dagbestedingscliënten van Pameijer die vóór de coronacrisis op de hogeschool werkten, doorstromen naar participatiebanen. Voor de cliënten voor wie dat niet mogelijk is, is een toekomst op de HR onzeker.
Het sluiten van hogeschoollocaties vanwege het coronavirus, afgelopen halfjaar, heeft ertoe geleid dat Pameijer-cliënten op dit moment niet meer op de hogeschool werken. Dat ze niet allemaal zullen terugkeren heeft niet slechts met corona te maken, maar ook met de 60 fte aan participatiebanen die de HR wettelijk in 2024 moet hebben gecreëerd. Op dit moment is daarvan de helft gerealiseerd en daarom verschuift de focus daarheen.
‘Accent verschoven naar participatiebanen’
Joke Dolfing, op de HR programmaleider arbeidsparticipatie: ‘Vanwege die flinke opdracht die de HR heeft vanuit de participatiewet, hebben we het accent verschoven naar participatiebanen. Dat gaat deels ten koste van de dagbestedingen, maar die transitie zullen we zo zorgvuldig mogelijk begeleiden. Ik vertrouw op een goede samenwerking met Pameijer op dit punt. We zijn met hen in gesprek over de vraag of er dagbestedingsplekken kunnen worden omgebogen naar participatiebanen.’
De cliënten hebben op de HR een dagritme en een werkervaringsplek.
Eind vorig jaar was het nog feest. Gevierd werd dat er vijf jaar cliënten van Pameijer op de Hogeschool Rotterdam werken. Cliënten hebben het naar hun zin op de HR en de directe HR-collega’s waren toen zeer te spreken over hun aanwezigheid en inzet. ‘Ze horen er echt bij’.
Genoemde cliënten, die psychische problemen of een verstandelijke beperking hebben, wordt dagbesteding geboden op de HR. Dat gebeurt met begeleiding van medewerkers van zowel Pameijer als de hogeschool. De cliënten hebben op de HR een dagritme en een werkervaringsplek. Zo mogelijk stromen ze door naar een betaalde baan.
Door corona geen werk en geen begeleiding
Maar toen in maart het coronavirus uitbrak en locaties zo goed als op slot gingen, was er voor de vijftien Pameijer-cliënten geen werk en ook geen begeleiding meer bij de HR. Martijn Edinga, accountmanager bij Pameijer: ‘Daar hadden we begrip voor. Tegen ons is toen gezegd dat we beter even een andere werkplek voor hen konden vinden. Op twee cliënten na is dat gelukt.’
‘Werken bij een reguliere organisatie biedt cliënten mogelijkheden om zich maximaal te ontwikkelen.’
Pameijer regelde andere werkervaringsplekken, maar hoorde dat een groot deel van de cliënten het liefst naar de HR wilde terugkeren. Edinga: ‘Werken bij een reguliere organisatie biedt cliënten mogelijkheden om zich maximaal te ontwikkelen.’ Cliënten keerden echter niet terug, ook niet toen in juni de gebouwen weer een beetje opengingen. Dolfing: ‘Dit past in het beleid van de HR dat thuiswerken op dit moment de norm is en dat ook maar een beperkt aantal van de reguliere medewerkers wordt toegelaten op de locaties.’
Dolfing vindt het fijn om te horen dat de meeste Pameijer-cliënten een andere werkervaringsplek hebben gevonden. Of ze terugkomen naar de HR en zo ja, wie en hoeveel cliënten dat dan zijn, is op dit moment niet duidelijk.
‘Cliënten nog niet toe aan participatiebaan’
Volgens Edinga van Pameijer zijn cliënten die op de HR werkten in veel gevallen niet geschikt voor of nog niet toe aan een betaalde (participatie-)baan. Via de dagbesteding doorstromen naar zo’n baan is de afgelopen jaren ook nauwelijks gebeurd. Edinga: ‘Als er in dat geval voor hen geen plek meer is op de hogeschool, vind ik dit een gemiste kans. Voor onze cliënten is het werk bij de HR erg belangrijk. Zij zijn de doelgroep met wie studenten later werkzaam zijn. Wij vinden de HR een fijne werkplek, waar cliënten zich breed kunnen ontwikkelen. We blijven daarom graag met de HR in gesprek over het creëren van geschikte werkervaringsplekken.’
Toen Pameijer in 2015 op de HR startte met dagbesteding was de participatiewet er nog niet. Voor dagbesteding geldt geen wettelijke norm. Mensen met diverse beperkingen wordt een zinvolle daginvulling geboden, de werkgever doet dat op vrijwillige basis.
Werkgevers moeten een bepaald percentage mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen.
De participatiewet heeft daarentegen een verplichtend karakter: werkgevers moeten een bepaald percentage mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen. Daarbij wordt een deel van de loonkosten door het UWV betaald. Dolfing: ‘De HR heeft te maken met een norm van 60 fte, waarvan de helft is gerealiseerd. We zijn goed op weg, maar er staat ons dus nog wel wat te doen. Het realiseren van de participatiebanen is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle onderwijsinstituten en diensten van de HR.’
Trotse ‘participanten’ én Pameijer-cliënten
De ‘participanten’ die op dit moment in dienst zijn, zijn trots omdat ze op de HR werken, vertelt Dolfing. ‘Het levert hen ritme, regelmaat, eigen inkomen en persoonlijke ontwikkeling op. Ze voelen zich minder timide, hebben meer zelfvertrouwen en gaan zelfstandiger aan de slag. Leidinggevenden geven aan dat het gemotiveerde medewerkers zijn die ze er graag bij hebben, het zijn gewoon collega’s.’
De ‘participanten’ die op dit moment in dienst zijn, zijn trots omdat ze op de HR werken.
In vergelijkbare bewoordingen werd er eind vorig jaar gesproken over de cliënten van Pameijer in de dagbesteding. ‘Ze maken echt deel uit van het team’, sprak Patrick Prinse, hoofd FIT (faciliteiten en informatietechnologie) op Museumpark over de oudpapierophalers. En: ‘Ze zijn ook trots dat ze hier werken en door hun ongedwongenheid zorgen ze ook voor een bepaalde vrolijkheid. Dat is mooi om te zien. Ik vind het ook goed dat we als organisatie aan studenten laten zien dat we zorg hebben voor een bepaalde groep mensen.’
‘In gesprek blijven over wat mogelijk is’
Die zorg lijkt eindig. Cliënten die daar geschikt voor zijn kunnen naar een participatiebaan, maar niet voor alle anderen lijkt er plek te blijven op de HR.
Edinga van Pameijer begrijpt de druk die de HR voelt om participatiebanen te creëren, maar stelt zoals gezegd dat lang niet alle cliënten daarvoor in aanmerking komen. ‘Verdrietig genoeg moeten ze daardoor buiten de hogeschool een plek zoeken. Het zou fantastisch zijn om in ieder geval voor de bestaande cliënten die op de HR werken een maatwerkoplossing bij de HR te vinden.’
Tekst: Jos van Nierop
Foto: Asli Kösker
Ik hoop echt dat er een oplossing bij de HR gevonden kan worden.Het geeft een impuls aan de diversiteit. Die mensen verdienen ook een kans. Waarom kan het niet EN participatiemedewerkers EN werkervaringsplekken
@Joeri Tilman,
Gedeeltelijk een kwestie van bonentellen, maar het is vaak ook complexer dan dat. Je moet rekening houden met zowel de mogelijkheden als de beperkingen van deze mensen op individueel niveau als je een productief scenario wilt creëren. Dat betekent maatwerk, en maatwerk is tijd, ruimte, begeleiding. Het hele succes van maatwerk is dat het iets is wat mensen aanspreekt en waarmee ze daadwerkelijk iets nuttigs bijdragen, in plaats van de “bezigheidstherapie”-achtige oplossingen van een generiek reintegratietraject.
Situaties als degene waar we nu inzitten beperkten de mogelijkheden van ruimte en begeleiding, er zijn simpelweg minder opties. Taken die deze mensen op locatie uitvoerden zijn niet direct te vertalen naar een thuiswerk-situatie. Je kan ze niet zomaar iets anders geven om vanuit huis te doen, thuiswerk vereist discipline en ze hebben een bepaalde mate van begeleiding nodig naargelang hun eigen capaciteiten. Zelfs met de middelen en mogelijkheden kost het tijd om dat goed op te zetten, de vraag is dus niet zozeer “Waarom kan het niet” maar “Wat kan er en hoe kan dat nu?”