Politiek actief worden, waarom doen studenten dat? En hoe?
Gepubliceerd: 15 March 2021 • Leestijd: 6 minuten en 19 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Politiek actief zijn voor een politieke partij is geen alledaagse ‘hobby’. Wat beweegt iemand om daar zijn vrije tijd in te steken? We vroegen het aan studenten en een docent van de Hogeschool Rotterdam die actief zijn voor D66, SGP, NIDA, SP, GroenLinks en het nieuwe Volt.
Deze week je stem uitbrengen is voor de meeste mensen een kleine moeite, uitdragen dat je op een bepaalde partij stemt vergt voor velen al wat meer moed. Lid worden van een politieke partij en je op de een of andere manier inzetten voor die club doen al helemaal niet veel mensen.
Op de HR vonden we er toch een aantal. Naast de geïnterviewden zijn nog meer studenten en medewerkers politiek actief, onder meer voor VVD, PvdA en CDA. Actieve leden van bijvoorbeeld Forum voor Democratie en JA21 hebben we niet gevonden.
‘Enkele van onze adviezen staan in het verkiezingsprogramma’
Voor Pim van Dam (foto rechts, lerarenopleiding geschiedenis) begon de politiek te leven toen hij op het ROC Leiden in de studentenraad zat. Namens die raad sprak hij met politici onder wie de Leidse wethouder van D66. ‘Dat was een fijn en open gesprek. Ik ging mij erna verdiepen in D66 en werd lid, onder andere omdat de partij veel ruimte wil geven aan leerlingen en studenten om zich te ontwikkelen. D66 is bijvoorbeeld voor een brede brugklas voor 12- tot en met 14-jarigen.’
Inmiddels zit Pim in een landelijke werkgroep van zijn partij die zich buigt over zaken die het mbo aangaan. ‘We vinden dat mbo en vmbo ondergewaardeerd worden en willen verschillende groepen studenten dichter bij elkaar brengen door mbo’ers toe te laten tot studentenverenigingen; enkele van onze adviezen staan nu in het verkiezingsprogramma.’
Teksten typen voor Jesse Klaver
Marijn Prins (commerciële economie/marketing of social business) zit op een heel andere manier dicht bij het vuur. De GroenLinkser loopt stage op het partijbureau van die partij. ‘Ik schrijf bijvoorbeeld teksten voor social media. Bij een van de laatste tv-debatten heb ik alles “overgetypt” wat Jesse Klaver zei; van die tekst maken we dan weer tweets.’
Vier jaar geleden was Marijn nog 17 en nog niet kiesgerechtigd. ‘Toen dacht ik: als ik straks wél mag stemmen wil ik weten waar het over gaat. Ik was al kritisch over het klimaatbeleid en het studentenbeleid, en toen ik aan mijn opleiding begon zocht ik iets om naast het studeren te doen. Actief worden voor DWARS, de jongerenpartij van GroenLinks voelde toen logisch. Het past ook heel erg bij mij.’
‘Goeie discussies met bijvoorbeeld VVD’ers vind ik interessant, zeker omdat ik, denk ik, de feiten aardig op orde heb. Of ik verder de politiek in wil weet ik niet. Ik wil wel bezig blijven met het verbeteren van de wereld, dat kan ook bij een groene organisatie.’
Gevraagd voor de jongerenafdeling van de SGP
Nienke van der Tang (bedrijfskunde) doet pr-werk voor de jongerenafdeling van de SGP in Alblasserdam-Papendrecht. Ze werd ervoor gevraagd toen de jongerenafdeling twee jaar geleden werd opgericht. Verdere politieke ambities heeft ze niet. En dat staat, zegt ze, los van de terughoudendheid van deze conservatief-christelijke partij om vrouwen verkiesbaar te stellen. Nienke: ‘Bij de SGP zijn in de eerste plaats mannen politiek actief en ik ben het eens met de traditionele man/vrouw-verdeling; ik denk dat vrouwen onmisbaar zijn in het gezin.’
Nienke weet dat de SGP-standpunten weerstand oproepen en dat haar partij een stabiele achterban heeft en niet zomaar extra zetels wint. ‘Stemmen winnen is één, zeggen wat je vindt is twee: het gaat er ook om dat je invloed hebt op het debat, dat mensen bijvoorbeeld meer gaan nadenken over het onderwerp abortus.’
Op de hogeschool zijn discussies uitgebleven maar toen ze twee jaar geleden rechten studeerde op de universiteit waren ze er wel. Nienke: ‘Als dan duidelijk werd dat ik het ProLife-standpunt aanhang, ontstonden er wel discussies. Dat verliep altijd respectvol. Dat je met elkaar in gesprek blijft is belangrijk.’
‘Belangrijk dat meer jonge mensen politiek actief worden’
De eerdergenoemde Pim van Dam is ook zo iemand die graag het gesprek aangaat. ‘Ik maak er ook geen geheim van dat ik politiek actief ben; het is belangrijk dat veel meer jonge mensen actief worden.’ Als leraar in opleiding is hij in de klas terughoudender om zijn politieke mening te geven. ‘Als leerlingen ernaar vragen geef ik er antwoord op, maar ik vind het belangrijk dat ze zelf een mening ontwikkelen.’
Ook Rachid Jemaoui (docent lerarenopleiding maatschappijleer, en eerder student aan die opleiding) houdt in de klas zijn politieke voorkeur zoveel mogelijk voor zich. ‘Soms wordt ernaar gevraagd: “Jij bent toch van NIDA?”. Dan geef ik ook antwoord. Sommige studenten zijn heel erg geïnteresseerd in politiek maar er zijn ook veel studenten voor wie het een ver-van-m’n-bed-show is.’
‘Ik wil een partij die op ethische wijze politiek bedrijft’
Rachid kwam zo’n zeven jaar geleden in aanraking met NIDA; hij vindt het belangrijk dat er een partij is die ‘op ethische wijze politiek bedrijft’. ‘We leven in een klimaat met moslimhaat; ik wil er een bijdrage aan leveren om dat af te laten remmen.’ Sinds 2018 zit hij namens NIDA in de gebiedscommissie Delfshaven. ‘We zijn daar de ogen en oren van een groot deel van Rotterdam-West, en geven de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd advies.’
In deze verkiezingstijd is hij aan het flyeren en voert hij ook online campagne. Ooit in de Tweede Kamer komen is niet de ambitie van Rachid. ‘Ik sta wel te allen tijde ten dienste aan de partij, en daarmee aan een mooier Nederland.’
Pim van Dam ziet het lid worden van de Tweede Kamer juist wel zitten. ‘Ja, dat lijkt mij tof, en minister van onderwijs lijkt mij het einde! Als zo’n kans zich voor zou doen, moet je die pakken.’ De komende tijd ‘beperkt’ hij zich tot het lidmaatschap van werkgroepen. En campagnevoeren: ‘Flyers stoppen in brievenbussen waar geen sticker op zit.’
Campagnefilmpje voor de studentenvereniging
Flyeren doet Senad Delic (lerarenopleiding Duits) ook en hij nam een filmpje op voor Laurentius. Hij is zelf geen lid van die studentenvereniging maar Laurentius nodigde politieke partijen uit om met een campagnefilmpje te komen. De SP stuurde Senad.
Op zijn veertiende werd Senad, die toen nog in Oostenrijk woonde, actief voor de Piratenpartij en later voor de Socialistische Jeugd. ‘Door vrienden kwam ik ermee in aanraking. Ik was en ben antikapitalistisch en links en vind dat we de wereld niet kunnen veranderen door alleen maar boze Facebook-reacties te plaatsen.’
‘Niet elke socialist wil een eenpartijstaat’
Senad noemt zichzelf communistisch, is tegen het koningshuis en pleit voor een samenleving waar de werkende klasse het voor het zeggen heeft. ‘Als je zegt dat je socialist bent, denkt men aan Stalin, Mao en de Sovjet Unie. Maar niet elke socialist wil een eenpartijstaat; er is nog veel voorlichtingswerk te doen.’
De leraar in opleiding gaat politieke discussies niet uit de weg, maakt hij duidelijk. ‘Op mijn laptop heb ik SP-stickers geplakt, daar spreken mensen mij op school op aan. En ik ben lid van een studentenvereniging in Delft waar ook veel wordt gediscussieerd.’
‘Ik dacht: hebben ze deze partij voor mij opgericht?’
Discussiëren deed Ous Laâmrani (student international business management) pre-corona onder andere in Café De Dijk aan het Oostplein. ‘Daar zag ik een keer een vlag en posters van Volt. Thuis ging ik googelen wat het was en raakte geïnteresseerd. Ik dacht: hebben ze deze partij voor mij opgericht? De partij pleit onder andere voor meer inspraak voor burgers in Europa.’
Ous zat een tijdje in het bestuur van Volt Rotterdam, denkt voor de toekomst misschien aan de gemeenteraad of de Tweede Kamer, maar is deze maand vooral aan het flyeren. Hij gaat ook in gesprek met potentiële kiezers. ‘Als we de straat op gaan staan we bijvoorbeeld op het Binnenwegplein, met maximaal twee personen en op anderhalve meter afstand van elkaar. Mensen kunnen zelf een flyer pakken, volledig coronaproof’.
Als je campagne voert, krijg je ook met tegengeluiden te maken, ervaart Ous. ‘Sommige mensen hebben iets tegen de hele politiek, en wijzen dan bijvoorbeeld naar de kinderopvangtoeslagaffaire. En er zijn mensen die de Europese Unie wantrouwen, en daar worden wij als Volt dan op aangekeken.’
‘Het debat is gepolariseerd en dat is jammer’
‘Soms willen mensen een andere mening niet horen, en ik merk dat dat in deze coronatijd erger is dan bij de campagne voor de Europese verkiezingen in 2019. Het debat is gepolariseerd en dat is jammer. Zelf probeer ik altijd in gesprek te gaan.’
Dat doet Ous met vrienden en studiegenoten. ‘In 2019 deelde ik op mijn Instagrampagina veel over Volt, en daar kreeg ik op dan vragen over. Mensen die ik via Instagram kende wilden daarna weten wat Volt was.’
Vrienden overhalen om op de partij te stemmen, vindt de student lastig. ‘Ik ben niet zo pusherig, ik zoek vooral het gesprek op en houd rekening met wat anderen zouden kunnen denken. Dat zouden meer mensen moeten doen. Mijn ideaal is: het creëren van meer saamhorigheid.’
Tekst: Jos van Nierop
Foto’s: via de geïnterviewden en Shutterstock (featured foto)
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top