Docent van het jaar Robert Mol verlaat onderwijs mede door hoge werkdruk
Gepubliceerd: 15 November 2023 • Leestijd: 1 minuten en 59 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Nog geen jaar na zijn verkiezing tot beste docent van deze hogeschool, verlaat Robert Mol de lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam. Een van de redenen is de hoge werkdruk. Hij blijft parttime adviseren bij de HR, onder andere over het verlagen van de werkdruk.
Robert Mol steekt de hand graag in eigen boezem: ‘Ik wil dat mijn lessen heel erg goed zijn. Ik wil van nut zijn voor mijn collega’s. En ik wil bereikbaar zijn en snel en duidelijk reageren op vragen. Maar als je alles wil kom je qua tijd nooit uit. Daarin heb ik nog veel te leren.’
Het is te simpel om alleen de organisatie de schuld te geven van een hoge werkdruk, maar er zijn absoluut ook organisatorische oorzaken voor die zo gewraakte hoge werkdruk in het onderwijs, schrijft Mol in een schriftelijke reactie op vragen van Profielen.
‘Het contact met studenten weegt niet meer op tegen het vele nakijken van grote schriftelijke verslagen en het geven van de noodzakelijke schriftelijke beoordelingen. Ik wil dat niet meer. Ik zat zoveel uur naar een beeldscherm te staren, terwijl ik gewoon contact wil met studenten.’
Kan de werkdruk omlaag?
Zijn eigen Instituut voor Lerarenopleidingen (IvL), waar Mol lesgaf bij de opleiding Engels, is inmiddels aan het onderzoeken of de werkdruk omlaag kan door het aantal toetsen te verminderen. Ook moeten meer gesprekken met de baas ervoor zorgen dat overwerkte collega’s eerder aan de bel kunnen trekken. Mol: ‘Ik denk dat vooral aanpassingen aan hoe we toetsen enorm voelbaar zullen zijn voor de werkdruk.’
In januari werd hij al door studenten geroemd omdat hij altijd voor ze klaarstaat – zelfs als ze niet meer bij hem studeren. Maar dat heeft zijn tol geëist: Mol heeft te weinig tijd gehad voor zijn gezin en zijn hobby’s. In een interview na de prijsuitreiking zei hij het eigenlijk al: ‘het is voor mij, en veel mensen in het onderwijs, wel een leerpunt: werken in de uren die je ervoor krijgt’.
Anders voor de klas
Mol is blij dat hij nog steeds regelmatig voor de klas staat, schrijft hij. Via een eigen bedrijfje geeft hij training aan docenten in zo ongeveer alle typen onderwijs, ‘zo kan ik docenten helpen en inspireren zonder het nakijkwerk’.
De docent van het jaar werkt inmiddels drie dagen in de week als adviseur bij de Rotterdam Business School. ‘Ik richt me op de werkdruk door toetsen en nakijkwerk, maar ook op digitale didactiek en kunstmatige intelligentie (zoals ChatGPT) in het onderwijs.’
Zijn hoop is dat de cultuur in het onderwijs verandert. Als docenten veel overwerken en bijvoorbeeld ’s avonds studenten antwoord geven op hun vragen, is het signaal dat overwerken normaal is. ‘Als je ’s avonds nog aan het mailen bent geef je geen goed voorbeeld aan je studenten. Ook zij moeten leren dat je niet 24/7 aan het werk hoeft te zijn.’
Tekst: Olmo Linthorst
Foto: Danny Bok
Jammer om zo’n getalenteerde collega te zien vertrekken. Maar ik geef hem groot gelijk. Ik heb de afgelopen twintig jaar gezien hoe de aandacht is verschoven van “opleiden” naar “toetsen”.
Met name na de inHolland affaire kwam het accent ineens extra sterk op toetsing te liggen. Opleidingen kregen een examencommissie, toetscommissie etc.
En ja, alles wat je via commissies aandacht geeft, groeit. En ondanks dat er ook vaak een opleidingscommissie is, raakt op een gegeven moment de balans zoek.
Als ik reflecteer op mijn loopbaan als docent, zie ik dat mijn rol is verschoven van opleider naar examinator. Ik heb vaak het gevoel dat ik meer tijd besteed dan nodig aan het nakijken van toetsen en zorgen dat mijn oordeel onderbouwd en solide is (want anders krijg ik weer commentaar van de toetscommissie), inplaats van het begeleiden van studenten. En aan dat laatste beleef ik het meeste plezier.
Daarnaast zie ik dat toesten een weinig voorspellende waarde hebben over hoe een student later in de praktijk functioneert. Ik heb studenten gezien die tijdens hun studie continue uitstekend presteerden, maar als professional in de praktijk er niks van bakten. En omgekeerd ook, studenten met krappe zesjes die zich in de praktijk als een keigoede professional ontpopten.
Ik ben in ieder geval blij dat ik over twee jaar met pensioen ga, zo lang zit ik het nog wel even uit, en kijk ik braaf het werk van mijn studenten na.