Studenten Hogeschool Rotterdam geven hun welzijn gemiddeld een 6,2
Gepubliceerd: 9 June 2023 • Leestijd: 1 minuten en 59 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Hoe gáát het nou eigenlijk met de studenten van de Hogeschool Rotterdam? Dat weten we nu, dankzij de eerste studentenwelzijnsmonitor. De belangrijkste uitkomsten daarvan werden gisteren, op de Studentenwelzijnsdag, bekendgemaakt door onderzoekster Claudia Gomes en decanen Samantha Pedrosa da Silva en Serge Feldmann.
Het ‘eindcijfer’ dat de studenten gemiddeld aan hun welzijn geven is een 6,2. Dat cijfer is een gemiddelde, waar uiteraard ook studenten bij zitten die zichzelf een dikke voldoende geven, of een dikke onvoldoende. ‘Wij hadden het misschien wat hoger verwacht’, zegt decaan Serge Feldmann bij de presentatie van de resultaten op de Studentenwelzijnsdag. ‘Maar er zitten natuurlijk ook studenten bij die ruim boven de 7 scoren’.
Daarnaast zitten onder die 6,2 verschillende subvragen, waarvan sommige het opvallend beter of slechter doen. Zo blijkt dat studenten hun aanpassingsvermogen (6,9), fysieke welzijn (6,8) en sociale binding (6,6) best prima vinden, maar dat zaken als concentratie (5,5), ontspanning (5,7) en motivatie (5,8) het eindcijfer weer omlaag halen.
Prestatiedruk weegt zwaar
In de top-3 aan ‘zorgen’ lijkt de prestatiedruk vrij zwaar te wegen: ‘Kunnen voldoen aan verwachtingen’ staat op 1, het eigen mentale welzijn op 2. Op 3 een praktische zorg: beschikbare woonruimte. Stressfactoren die de studenten het vaakst benoemen zijn uitstelgedrag, prestatiedruk en piekeren.
Een mooi cijfer krijgt de ‘sense of belonging’: je thuis, gezien en veilig voelen op de opleiding. De ‘gemiddelde’ student gaf daarvoor een 7,1. De aandacht van de slc’er voor het welzijn kreeg een nette 6,4.
Op de vraag welke uitkomst verrassend voor ze was noemt Gomes de ‘dankbaarheid’, die hoog scoorde in de monitor bij de vraag ‘Wat gaat goed?’ ‘Ik vind dat heel mooi, en dankbaarheid zorgt ook voor meer veerkracht.’ Feldmann: ‘Ik vond het mooi reflectief dat veel studenten uitstelgedrag benoemen als belangrijkste stresserende factor. Dat is dus iets waar ze zelf iets aan kunnen doen, en bewustzijn is het begin van verandering.’
Bijna 3000 respondenten
Ruim 3200 studenten begonnen aan de vragenlijst over hun welzijn, vertelt Gomes tijdens de presentatie. Van hen hebben 2889 de monitor ook helemaal afgerond. ‘Die studenten kregen een uitgebreide rapportage, het onderzoek was dus ook meteen nuttig voor jezelf.’
Voor het grootste deel zijn de respondenten bachelorstudenten (91,4 procent), ruim 3 procent doet een master en 5,4 procent een Ad-opleiding. ‘Het is geen wetenschappelijk onderzoek’, legt Gomes uit, ‘maar wel gestoeld op wetenschap; het is echt een monitor en dat leek ons het beste, dit onderzoek kunnen we elk jaar herhalen en vergelijken.’
‘Wat wij hopen is dat wij als afdeling, maar ook het onderwijs en de studenten zelf de vraag stellen: Wat vinden we nou van deze uitkomsten?’, zegt Feldmann. ‘Van zo’n 6,2 bijvoorbeeld, zijn we daar tevreden mee?’ Hij benadrukt de rol van studenten: ‘De fout van onderwijs is vaak dat we gaan bedenken wat goed zou zijn voor studenten, maar studenten weten dat zelf heel goed. Daarna kunnen we bedenken wie dan welke rol en welke taak heeft om dat voor elkaar te krijgen.’
Lees meer over de monitor:
Tekst: Edith van Gameren
Foto: Hilko Visser
Hartmut Rosa schrijft in zijn boek ‘Onbeschikbaarheid’, dat zodra je het leven kwantificeert (door bijvoorbeeld je welzijn te becijferen), dan heeft dat al impliciet de verwachting in zich om te optimaliseren. Het is dus vrij voorspelbaar dat we het niet bij die 6,2 laten zitten.
Ook zullen we al gauw vergeten wat die 6,2 nou eigenlijk betekent. Cijfers gaan hun eigen leven leiden, hoe goed we ook denken grip te hebben op waar ze voor staan.
Eens Corstin, onze bedoeling is vooral om wat weg te blijven bij normeringen, oordelen of duidingen, maar het vetrekpunt te laten zijn voor iedereen en er over in gesprek te gaan. Want inderdaad: wat vinden we (studenten, onderwijs, etc.) nu eigenlijk van die cijfers? En wat wil de studenten daarin zelf graag anders zien? Hoe vind je elkaar daarbij en wie heeft dan welke rol? Bewustwording dus. Maar evenzeer input voor het onderwijs om na te gaan of en hoe de eigen dienstverlening verder verbeterd kan worden op dit gebied. Er volgt nog een uitgebreid rapport en daarnaast kunnen instituten dus straks ook zien hoe de eigen studenten ‘scoren’ t.o.v. HR brede gemiddelde