De Hogeschool Rotterdam gaat voor komend studiejaar aankomende studenten uit niet-EU landen weigeren als er ‘gerede twijfel’ is over de reden van aanmelding. Dat staat in een recent genomen besluit van het cvb. Aanleiding is een ‘opmerkelijk gestegen aantal aanmelders’ uit een niet-EU land waarbij twijfel bestaat of de aanmelder wel echt komt studeren.

De woordvoerder van de HR spreekt desgevraagd over een ‘al een paar jaar langzaamaan stijgende’ trend die dit jaar bij de HR uitkomt op ‘enkele honderden extra aanmeldingen’. Om welk land buiten de EU het gaat, wil de HR niet bekendmaken. De woordvoerder: ‘Omdat we studenten uit het betreffende land die zich wel met de juiste motivatie aanmelden niet willen stigmatiseren kiezen we ervoor dit niet nader te specificeren’.

‘Indruk en motivatie tijdens studiekeuzecheckgesprek’

De massa-aanmeldingen zijn gedaan ‘door aanmelders met een andere intentie dan het volgen van onderwijs’, schrijft het college van bestuur in haar besluit. Om de twijfel over de intentie van de aanmelder te onderbouwen gebruikt de HR ‘de indruk en motivatie’ die de aanmelder achterlaat tijdens het studiekeuzecheckgesprek. De woordvoerder: ‘Ten behoeve van dit gesprek zijn criteria opgesteld, denk aan vragen over de hogeschool, de stad, het onderwijs, de opleiding, enz. Maar ook de wijze waarop de aanmelder zich heeft georiënteerd en heeft aangemeld en waarom de keuze op de HR is gevallen.’

Doel van de aanmelding-met-een andere-intentie is vermoedelijk om naar Nederland te komen om vervolgens in de illegaliteit te verdwijnen. Dat gebeurt vaak via een ingeschakelde intermediair en met behulp van een via de HR verstrekt studievisum.

Extra moeite om de juiste studenten toe te laten

De HR wijst op ‘huidige ervaringen met studenten met dezelfde achtergrond’, en de zorg die daarover is uitgesproken door de opleidingen, met name international business. De opleiding verwelkomt graag studenten met de ‘juiste motivatie’, vertelt de woordvoerder over de zorgen. ‘Nu we te maken hebben met opvallend grote aantallen aanmeldingen uit een bepaald land, vraagt het extra inspanning om die studenten te blijven toelaten die bewust voor de HR, de opleiding en de stad hebben gekozen en waarbij de kans dat ze de opleiding succesvol afronden groot is.’

Het bestaan van zogenoemde ‘verdwijnstudenten’ is geen nieuw fenomeen. Drieënhalf jaar geleden sprak de HR al het vermoeden uit dat er internationale masterstudenten die het Engels niet goed machtig zijn zich inschreven om ‘om een paar weken na hun komst uit beeld te raken’. De hogeschool besloot toen om extra eisen te stellen aan de internationale studenten die zich voor masteropleidingen aanmeldden.

Geen vrijstelling taaleis

In het ‘reglement inschrijfproces voor masteropleidingen’ werd opgenomen dat alleen studenten van de Engelse taaleis worden vrijgesteld als ‘de toelaatbare vooropleiding aantoonbaar volledig in het Engels is onderwezen en behaald is in de volgende landen: VS, Canada (met uitzondering van de Franstalige gebieden), Australië, Nieuw Zeeland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk’. Voorheen hoefde geen enkele student die zijn of haar vooropleiding in het Engels had gevolgd een Engelse taaltest (met een voldoende score) aan te leveren.

In september 2022 gaf de Vereniging Hogescholen aan, naar aanleiding van een artikel in NRC, te werken aan landelijke richtlijnen. In het recent genomen cvb-besluit wordt aangegeven dat de ‘Hogeschool Rotterdam actief gaat participeren in landelijk overleg over het probleem rond de massa-aanmeldingen’, een probleem dat niet slechts op de HR speelt. Doel is om voor het collegejaar 2025-2026 landelijk beleid te ontwikkelen.

De HR gaat dit landelijke beleid dus niet afwachten, omdat het de massa-aanmeldingen voor aankomend studiejaar nu niet oplost. Vreemdelingenwetgeving biedt de mogelijkheid om bij ‘gerede twijfel’ over iemands motieven om te komen studeren die persoon te weigeren.

Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Demian Janssen

Volg ons op Instagram