De centrale medezeggenschapsraad (cmr) heeft gisteren unaniem ingestemd met de hogeschoolbegroting voor 2025. Er werd vooral ook gekeken naar de periode na 2025 als het de HR financieel allemaal wat minder rooskleurig zal vergaan.

‘Hoe gaan we om met afzonderlijke onderwijsinstituten en diensten die al langer meer kosten dan begroot?’, luidde een vraag van cmr-lid Kees Machielse. Op de HR heerst een solidariteitsbeginsel waarbij instituten met hoge kosten worden bijgestaan door de rest. Machielse: ‘Maar hoeveel jaar kunnen we daar mee doorgaan? Op een gegeven moment zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Moeten we met bepaalde opleidingen stoppen? Moeten er nieuwe samenwerkingen worden aangegaan?’

Wat is minimale omvang van een onderwijsinstituut?

Wijnand van den Brink van het cvb gaf aan dat dit onderwerpen zijn waar al over gesproken wordt. ‘Het is een proces dat we zijn begonnen en nu versneld doen, binnenkort hebben we daarover sessies met de instituutsdirecties. Een vraag is hoe we elkaar kunnen helpen door een en ander anders in te richten. We kijken daarbij bijvoorbeeld ook naar wat de minimale omvang van een instituut zou moeten zijn. Er zijn geen heilige huisjes’, vertelde Van den Brink die aanvulde dat dit waarschijnlijk in 2025 nog niet tot veranderingen zal leiden.

Het begrip ‘gedwongen ontslagen’ viel ook tijdens de medezeggenschapsvergadering. In 2025 zal dat niet aan de orde zijn, stelde Van den Brink die echter geen garantie kon geven voor de jaren erna. De flexibele schil van mensen met tijdelijke contracten wordt steeds kleiner, constateerde Machielse. ‘Dat geeft onrust bij mensen met een vast contract; de kans neemt toe dat bezuinigingen (onder andere vanwege afname van het studentenaantal en de kabinetsplannen, red.) ook hen gaan raken. En daarnaast gaan vaak juist de goed functionerende mensen weg. Daar moeten we steviger over nadenken.’

De cmr en ook het cvb, nu in de persoon van voorzitter Sarah Wilton-Wels, pleitte niet voor het eerst voor het bevorderen van interne mobiliteit tussen opleidingen en instituten. Machielse opperde in dat kader voor een arbeidspool in het hoger onderwijs, waarbij medewerkers makkelijker voor andere onderwijsinstellingen kunnen werken. Dat die ene medewerker voor even als dat zo uitkomt voor een andere hogeschool aan de slag kan. Aan de R6-tafel (overleg van de 6 grote hogescholen in de Randstad, red.) is dit al eens ter sprake gekomen, reageerde Wilton-Wels.

‘We zien onderzoeksambitie niet terug in begroting’

Kritiek uitte de cmr op het weinige geld dat de HR in de begroting heeft gereserveerd voor onderzoek, terwijl daar in de lijn met de strategische agenda 10 procent naartoe zou moeten. ‘Wij zien de ambitie niet terug in de begroting’, aldus Machielse. ‘Het budget zou ook omhoog kunnen door het aantrekken van meer externe geldstromen, maar daar heb je een betere onderzoeksstructuur voor nodig. En om dat te realiseren is ook weer geld nodig.’ Vanuit het college werd duidelijk gemaakt dat we inderdaad nog niet op 10 procent zitten. Van den Brink: ‘We zouden daarbij eigenlijk een goed overzicht moeten hebben waarin staat wat er al gebeurt, ook dat wat op dit moment niet als onderzoek is geadministreerd.’

Ondanks de in de ogen van de cmr te beperkte ambitie op onderzoek, stemde de raad unaniem in met de begroting van de HR voor 2025. Anders dan stemmingen in het recente verleden werd er niet in beslotenheid maar in het openbaar gestemd.

Kees Machielse sprak namens de cmr nog enkele positieve woorden richting Wijnand van den Brink die over een paar maanden stopt als lid van het cvb. Machielse: ‘De hogeschool is op dit moment een financieel gezonde organisatie, mede dankzij zijn conservatieve manier van benaderen. De HR is niet op grote voet gaan leven en daar plukken we nu de vruchten van. Dank voor je inzet.’

Positief over slim omgaan met huisvesting

Positief was de raad onder andere ook over de zoektocht van de HR ‘om slim met huisvesting om te gaan’, benadrukte Machielse, refererend aan onder andere energiebesparende maatregelen en het efficiënter gebruik van de locaties. Van den Brink voegde nog toe dat er wat betreft het efficiënter gebruik ook buiten de deuren van  de HR wordt gekeken. Bijvoorbeeld naar de locaties van de Erasmus Universiteit aan de Kralingse Zoom, naast de HR-locatie. ‘We vragen ons bijvoorbeeld af of we daar misschien vaker van elkaars faciliteiten gebruik kunnen maken. Dat kan misschien ook met andere organisaties.’

Tekst: Jos van Nierop
Beeld: Demian Janssen