Eindwerkstuk niet langer heilig
Gepubliceerd: 19 September 2014 • Leestijd: 1 minuten en 35 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Een goede scriptie maakt nog geen goede verpleegkundige. Opleidingen mogen straks zelf bepalen hoe ze het eindniveau van hun studenten aantonen, zegt opperkeurmeester Anne Flierman.
Alle opleidingen van hogescholen en universiteiten worden eens in de zes jaar gekeurd: zijn er genoeg docenten, steekt de opleiding goed in elkaar, is het eindniveau hoog genoeg? Als alles in orde is, krijgt de opleiding het stempel van goedkeuring van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie, waar Anne Flierman voorzitter van is.
Op de vingers tikken
Deze maand prees de Tweede Kamer de NVAO, omdat de keurmeesters inderdaad zwakke opleidingen op de vingers tikken: onlangs nog kregen veel opleidingen in de geesteswetenschappen een ‘gele kaart’.
Maar het kan altijd beter. Eén van de klachten is dat de NVAO te veel op eindscripties let, ten koste van de rest van de opleiding. Die klacht krijgt gehoor, meldt minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer. Er komt bij de accreditatie ‘minder nadruk op afstudeerscripties’.
Liever een praktijktoets
NVAO-voorzitter Flierman vindt dat een goed plan. Straks mag een opleiding zelf invullen hoe ze het eindniveau wil toetsen, legt hij uit. ‘Voor een wetenschappelijke masteropleiding is het logisch om daarvoor de eindscriptie te gebruiken. Maar voor beroepsgerichte opleidingen wil je misschien liever met een portfolio, een praktijktoets en een tentamen werken.’
Flierman sprak een keer met een bestuurder uit het hbo over de verpleegkundeopleiding. ‘Die vond het jammer dat het eindniveau van de verplegers werd afgemeten aan hun scriptie, terwijl ze waarschijnlijk maar eens in hun leven zoiets schrijven’, zegt Flierman. ‘Liever wil je weten hoe ze het in de praktijk doen.’
Fit for purpose
Hiermee wordt de onderwijskeuring volgens Flierman niet lastiger of makkelijker, maar meer fit for purpose. Het is overigens niet de enige verbetering die eraan komt.
Om de administratieve lasten terug te dringen krijgen opleidingen duidelijker instructies over de vereiste documenten. Want nu nemen ze vaak het zekere voor het onzekere en sturen ze onnodig veel papieren op. Bovendien hebben de panels van deskundigen de neiging om extra informatie op te vragen ‘waar vervolgens niets mee wordt gedaan’, aldus Bussemaker. Ze noemt als afschrikwekkend voorbeeld een opleiding die tachtig ordners met informatie aanleverde. ‘Het is tijd om deze vicieuze cirkel te doorbreken.’
Bestaande documentatie
Dat herkent Flierman. Opleidingen sturen soms alle mogelijke documenten toe, vertelt hij. ‘Want stel dat het visitatiepanel ernaar vraagt!’ In de nieuwe regels worden ze aangemoedigd zo veel mogelijk bestaande documentatie te gebruiken, zegt hij.
HOP, Bas Belleman
[…] Anne Flierman is blij met het plan: “Hoewel het voor wetenschappelijke opleidingen logisch is om een eindscriptie te […]
Voor sommige beroepen is dat inderdaad van toepassing. Maar veel HBO opleidingen leiden op tot manager, adviseur, beleidsmaker of ontwerper. De eerste drie rollen vragen om competenties die je vaak alleen kunt testen op basis een adviesgericht onderzoek. De laatste soort meestal met ontwerpgericht onderzoek. Probleem bij beiden is dat het testen op haalbaarheid en een bijdrage aan generieke toepassing bijvoorbeeld via Simulaties vaak niet haalbaar is in stages noch in de schoolsituatie.
Daarnaast is een afgeronde HBO opleiding een Bachelor opleiding die internationaal toegang geeft tot een master opleiding. Als we de onderzoeksvaardigheid niet toetsen is de Nederlandse student internationaal niet competent voor instroom in een master.
Gaan we dan twee soorten Bachelors opleiden? Een Geschikt voor de praktijk en een die ook geschikt is voor wetenschappelijke scholing?
Twee soorten Bachelors is toch juist de kern van het Nederlandse Hoger Onderwijs?
Wij bij het HBO worden toch juist geacht studenten (met Havo/Mbo als vooropleiding) af te leveren als beginnende beroepsbeoefenaars en niet als beginnende wetenschappers?
Een doorstroomminor of schakelperiode lijkt me daarbij passen om die studenten die niet voor een “wetenschappelijk” bachelor hebben gekozen (of dat niet konden kiezen gezien hun vooropleiding) toch in staat te stellen een wetenschappelijke master te doen.
Overigens staat er in stukken afstudeertraject, maar wordt daar in de praktijk vaak afstudeerscriptie van gemaakt.