Door JOVD opgerichte studentenpartij actief bij verkiezingen cmr
Gepubliceerd: 14 December 2016 • Leestijd: 3 minuten en 0 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De Vrije Student, de studentenpartij die op initiatief van de JOVD is opgericht, doet deze week met vier studenten mee aan de verkiezingen voor de medezeggenschapsraad. Het is voor zover bekend de eerste keer dat een politieke partij/stroming zich in de mr-verkiezingen op de HR mengt.
Op initiatief van de JOVD (de jongerenafdeling van de VVD) is in 2015 De Vrije Student opgericht, onder andere om de kwaliteit van de medezeggenschap te vergroten. Dat gebeurde ‘uit onvrede over het linkse bolwerk op universiteiten zoals de Universiteit van Amsterdam’, vertelt Koen Bokhorst, woordvoerder van De Vrije Student. ‘De walgelijke bezettingen van het Maagdenhuis lagen ten grondslag aan het ontstaan van De Vrije Student. Op dit moment staat De Vrije Student los van de JOVD.’ De partij is in verschillende studentensteden actief en nu dus voor het eerst op de Hogeschool Rotterdam, met vier studenten.
‘Soepeler bsa’
‘Wij gaan voor de vrijheid van de student, dus willen we onder andere een versoepeld bsa’, vertelt Bas Koster, tweedejaars lerarenopleiding maatschappijleer en kandidaat op locatie Museumpark. ‘Je moet minder strak naar de behaalde studiepunten kijken en juist heel goed naar waar de persoon behoefte aan heeft.’ De Vrije Student vindt het ook belangrijk dat je hoorcolleges, veel meer dan nu het geval is, thuis op YouTube kunt volgen. Koster: ‘Dat is goed als je bijvoorbeeld ondernemer bent of een bestuursfunctie hebt.’
Een voordeel ten opzichte van individuele kandidaten is, volgens Koster, dat De Vrije Student-kandidaten trainingen krijgen bij de partij. Woordvoerder Bokhorst: ‘Na de verkiezingen worden ze getraind om echte kuitenbijters te zijn. Ze kennen daarna hun rechten en weten hoe om te gaan met de confrontatie.’
Op persoonlijke titel
De Vrije Student doet mee aan de verkiezingen, ondanks het ontbreken van een partijenstelsel (met kandidatenlijsten per studentenpartij) op de HR. Als een gekozen lid na een paar maanden stopt, wordt hij bijvoorbeeld niet automatisch opgevolgd door een andere kandidaat van de partij. ‘Studenten doen op persoonlijke titel mee aan de verkiezingen’, vertelt Joke Schouten-Groenenboom, voorzitter van het stembureau van de medezeggenschapsraadverkiezingen. ‘Uiteraard mogen ze in hun motivatie wel melden dat ze lid zijn van een studentenpartij.’
Bokhorst ziet het ontbreken van een partijenstelsel niet als een probleem. ‘Op Hogeschool Windesheim, waar ook geen partijenstelsel is, worden studenten in de centrale studentenraad vertegenwoordigd door leden van De Vrije Student.’ Voor degenen die bekend zijn met de raad is dat overigens niet meteen duidelijk. Ernest Mettes, de redacteur van Win’ (blad van Windesheim) die vergaderingen van de medezeggenschapsraad volgt, zegt weinig verschil te zien met de periode van voor de aanwezigheid van de partij in de raad. ‘Je merkt wel een liberale wind, maar dat heeft vooral te maken met het aantal studentleden in de raad dat een businessopleiding volgt.’
Contact verbeteren
Een van de ‘Vrije Studenten’ op Windesheim is Simon Tol. De Vrije Student probeert er vooral het contact tussen centrale raden, deelraden en opleidingscommissies te versterken, vertelt hij. Tol: ‘In de raad je als partij manifesteren is wat lastig. Wij zijn immers persoonlijk gekozen, en zijn bij de vorige verkiezingen ook niet als ‘De Vrije Student’ naar buiten getreden.’ Dat laatste gebeurt op de HR nu wel.
Woordvoerder Bokhorst denkt dat de vertegenwoordigers van De Vrije Student vooral elkaar, landelijk gezien, kunnen versterken: ‘Wij werken vanuit een landelijk netwerk. Dat maakt lijntjes met de leden van De Vrije Student in andere steden mogelijk. Zo kun je problemen breder aanpakken dan bijvoorbeeld alleen in Rotterdam. Ook verhoogt dat de druk naar universiteits- en hogeschoolbesturen en zelfs naar de politiek in Den Haag.’
Onbekendheid
Dat De Vrije Student op de HR ‘slechts’ met vier studenten meedoet (twee imr, één cmr en één student die op beide lijsten kandidaat is) wijt Bas Koster aan de onbekendheid van de partij. ‘We hebben wel geworven maar we zijn niet zo bekend.’
Net zoals de mr-verkiezingen niet zo bekend zijn. Bas: ‘De meeste studenten weten niet dat er een mr is, of hebben er nog nooit op gestemd. Ook dat moet veranderen vinden we, en als partij kunnen we daarbij helpen.’ Onder andere door op school campagne te voeren. Welke vorm die campagne krijgt, wil Bas vooraf niet bekendmaken. ‘Uiteraard zijn wij wel al een langere periode bezig met bekendheid vergaren via onder andere social media. Ook hebben wij enkele weken geleden een inspraakavond gehouden over ons programma.’
Partijenstelsel
Op Windesheim wordt ondertussen nagedacht over een partijenstelsel, waarvan vooral in universiteitsraden nu al sprake is. Simon Tol: ‘Dat zou goed zijn voor de medezeggenschap, het zal zorgen voor meer dynamiek. En het zal ook de bekendheid van de medezeggenschapsraad kunnen vergroten.’
Jos van Nierop
Artikel 11 van het kiesreglement van de CMR geeft wel degelijk de mogelijkheid van profilering van organisaties:
“Kandidaten kunnen op het formulier kenbaar maken, dat zij kandidaat zijn namens een bepaalde organisatie die leden telt onder de personeelsleden respectievelijk studenten van de Hogeschool en die als doel heeft de belangen van die leden te behartigen; zodanige kandidaatstelling dient vergezeld te gaan van een schriftelijke verklaring van de betreffende organisatie. De betrokken organisatie wordt op het scherm achter de naam van de kandidaat vermeld.”
Ik neem aan dat dit dan ook gebeurd is? In het verleden hebben vakbondsleden dit wel degelijk expliciet gemeld, met name in de jaren 90.
Voor zover ik weet is dat (een schriftelijke verklaring van De Vrije Student) niet gebeurd.