De Jongh was een van de veertien genomineerden en werd gekozen omdat hij het beste voldeed aan de criteria die vooraf door de studentenraad waren opgesteld; de studentenraad was de organisator van de verkiezing die in feite een voorronde is voor de landelijke titelstrijd van het ISO (Interstedelijk Studentenoverleg), komende maand.

De kersverse docent van het jaar reageerde verrast en verheugd op de titel, de bloemen en de joekel van een bokaal die hij ontving nadat zijn college onverwacht werd onderbroken door vier studenten die hem in het zonnetje kwamen zetten. Het betrof drie leden van de studentenraad (studentengeleding van de medezeggenschapsraad) en Astrid Klei, eerstejaars officemanagement die namens de opleidingscommissie De Jongh nomineerde.

Meneer
Astrid had nog aan haar klasgenoten om bevestiging gevraagd, maar eigenlijk was iedereen het ermee eens: de enige die voor de titel in aanmerking kon komen was ‘meneer’ De Jongh die in de klas dus eigenlijk nooit bij zijn voornaam Adriaan wordt aangesproken. ‘Hij spreekt ook de studenten met ‘u’ aan’, vertelt Astrid. ‘Dat vind ik leuk, dan heb je het idee dat je een hbo-opleiding doet. Bij sommige docenten heb je het idee dat ze je niet zo intelligent vinden, dat ze op je neerkijken. Bij De Jongh is dat juist niet zo.’

De Jongh, ook docent bij de instituten IFM en IGO, geeft op de RAC het vak ‘wet’. En dat doet hij in de ogen van de studenten dus zeer goed. Hij legt boeiend en goed uit, ook na de les. Astrid: ‘Soms wel een kwartier, en dan neemt hij ruim de tijd voor je. En blijft hij vragen: begrijp je het echt?’

Het is een wat oudere man met gezag en iedereen vindt hem lief. Alsof je bij je opa in de klas zit.

Na – maar vooral ook tijdens – de les ‘ben je heel erg geneigd naar hem te luisteren’, ervaren Astrid en haar klasgenoten. ‘Bij andere docenten is het rumoerig in de klas, bij meneer De Jongh is het gewoon stil. Niet omdat het moet maar omdat hij een bepaald soort aanzien heeft. Het is een wat oudere man met gezag, maar iedereen vindt hem ook lief. Je voelt je thuis. Alsof je bij je opa in de klas zit.’

Grapjes
Een opa die ook grapjes maakt, vertelt Astrid. ‘Bij een les ging het bijvoorbeeld over de vraag wanneer je wel of niet ontslagen kunt worden. Dan zegt De Jongh dat hij een affaire heeft met de vrouw van de baas, en vraagt hij de klas of hij om die reden ontslagen mag worden. “Maar niet tegen m’n vrouw zeggen hoor”, voegt hij er dan nog aan toe.’

Astrid ervaart ook dat De Jongh heel duidelijk maakt wat je moet weten voor het tentamen. ‘Dan vertelt hij welke wetten belangrijk zijn, en welke onderwerpen er in de toets komen.’ En ook een oefentoets en het nakijken ervan horen binnen de lesstof van De Jongh.

Meneer de Jong dus, de docent van het jaar die na een huldiging van een minuut of vijf ‘gewoon’ weer verder ging met zijn college. ‘Want dat is het liefste wat ik doe. Ik ga altijd met heel veel plezier naar school.’

Jos van Nierop