Cvb kiest voor nieuwe aanpak lectoraten
Gepubliceerd: 14 December 2010 • Leestijd: 4 minuten en 18 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De lectoraten en kenniskringen worden vanaf 2011 uit de instituten gehaald en gaan samen een nieuw instituut vormen met de werknaam Instituut voor Onderzoek en Innovatie. Hierbinnen komen zes kenniscentra. De meningen over deze nieuwe aanpak zijn verdeeld.
Door Sabine Schipper
In 2002 werden de eerste lectoren op de HR aangesteld. Doelstelling was een betere verbinding tussen onderwijs en praktijk en het ontwikkelen van praktijkgericht onderzoek. Er was ook kritiek: hogescholen moesten geen ‘universiteitje ’ willen spelen. Inmiddels zijn we acht jaar verder en werken er veertig lectoren op de HR. Praktijkgericht onderzoek heeft zijn positie verworven binnen het hbo, maar men worstelt met het vinden van de juiste vorm.
De huidige kenniskring-structuur waarbinnen de lectoren functioneren, moet op de schop, besloot het college van bestuur (cvb). Voorzitter Jasper Tuytel legt uit waarom: ‘Het overgrote deel van de lectoren komt nauwelijks aan onderzoek toe, ze zijn te veel bezig met uitvoerende taken. Er is ook te veel versnippering. Een betere focus is noodzakelijk als we willen werken aan onze positie van university of applied science.’
Hype
Die focus hoopt het college te bereiken met het opzetten van een nieuw instituut, op termijn wellicht aan de Pieter de Hoochweg gevestigd, maar vooralsnog gehuisvest op vier locaties. In plaats van de huidige elf kenniskringen komen er zes kenniscentra. Deze zijn gebaseerd zijn op zes thema’s die zeer nauw aansluiten bij het beleid van de gemeente Rotterdam: integrale gebiedsontwikkeling, zorginnovatie, talentontwikkeling, duurzaamheid, creative industry en business development.
Anno van der Borg is lector levenlang leren bij ISO (sociale opleidingen) en – tot eind 2010 – directeur van de Transfergroep, het aan de HR verbonden contractonderwijs. Hij begrijpt niet dat het cvb enerzijds kiest voor centralisering (voor de lectoraten en de associate degrees in de Rotterdam Academy ) en anderzijds voor decentralisering (voor de Transfergroep, zie p.5). ‘Het komt op mij over als een hype, net als de keuze voor de zes thema's. Talentontwikkeling, waar mijn lectoraat onder zal vallen, is een modewoord dat je momenteel overal tegenkomt.’
Van der Borg vindt het terecht dat het cvb goed onderzoek verwacht en daarop wil sturen. ‘Maar daarvoor hoef je niet te centraliseren. Kwaliteitsverbetering kan ook op instituutsniveau, in plaats van het als cvb naar je toe te trekken.’ De thematische beperking vindt hij ook niet wenselijk. ‘Als je alleen uitgaat van deze thema’s, zul je nooit alle instituten betrekken bij het kenniscentrum.’ Van der Borg stelt een structuur op twee levels voor. ‘Benoem per jaar een aantal multidisciplinaire onderzoeksprojecten die passen in de externe strategie en die onder het cvb vallen. Maar behoud daarnaast de kenniskringen. Laat lectoren en instituten de verantwoordelijkheid houden om hun werk zelf te doen.’
Een punt van zorg is ook de verbinding tussen onderzoek en onderwijs. Anne van Delft, lector international business bij de Rotterdam Business School, vreest dat het contact met studenten en docenten zal verslechteren. ‘In de huidige situatie is het al lastig om relaties op te bouwen binnen het instituut, dat zal straks door de fysieke afstand nog moeizamer gaan. Je loopt niet meer bij elkaar binnen.’ Van Delft ziet wel voordelen in een nauwere samenwerking met andere lectoren, maar vooral op het gebied van methodologie en het delen van ervaringen.
discussie
Tuytel weet dat er discussie is over het risico van minder contact met de instituten. ‘Maar ik ben niet bang dat het zal gebeuren. Lectoren kunnen niet functioneren zonder het inschakelen van de instituten. Het nieuw te vormen Instituut voor Onderzoek en Innovatie zal verantwoordelijk blijven voor de invulling van de minors en I-Labs (innovation labs) en zal hierin nauw samenwerken met vierdejaars studenten.’
Van der Borg acht desondanks de kans groot dat het bestuur over een aantal jaar zal erkennen dat de centralisering van de lectoraten ervoor heeft gezorgd dat onderzoek en onderwijs te ver van elkaar zijn komen af te staan. ‘Er is niet één beste manier om alles te organiseren’, reageert Tuytel. ‘We bekijken het per fase. Door de lectoraten nu bij elkaar te zetten kunnen ze professionaliseren en beter ondersteund worden. Wellicht dat er in de toekomst weer wordt besloten om ze terug te plaatsen naar de instituten. Ik sluit niets uit.’
In deze nieuwe constructie zullen de instituten bijdragen aan de onderzoeksprogramma's en deze achteraf evalueren. Maar de werkelijke aansturing van het onderzoeksinstituut zal liggen bij een algemeen directeur, die weer verantwoording moet afleggen aan het cvb. Er worden zes programmamanagers voor de zes thema’s van het kenniscentrum aangesteld die begin 2011 samen met deze algemeen directeur het onderzoeksprogramma gaan bepalen. De functie van algemeen directeur zal in de beginperiode door Tuytel zelf worden bekleed.
De lectoren worden volgens Tuytel 'uiteraard’ ook betrokken bij de totstandkoming van het onderzoeksprogramma. ‘Want zij hebben inhoudelijk de meeste kennis.’
Chris Kuiper, lector participatie, arbeid en gezondheid bij het IVG (Instituut Voor Gezondheidszorg), ziet vooral voordelen van de nieuwe structuur: ‘Het is goed als er meer samenhang komt tussen de lectoraten. Ik ken lang niet alle veertig lectoren en weet niet waar iedereen mee bezig is. We zullen meer dan voorheen in een team moeten werken. Elke speler zal gaan ervaren hoe dat is.’
Kuiper vindt het prima dat de lectoren zich door de keuze voor de zes thema’s moeten richten op de regio Rotterdam. ‘Als je praktijkgericht wilt zijn, moet je die praktijk ook definiëren.’ Hij denkt niet dat het contact met het instituut zal verzwakken: ‘Zolang we onszelf niet verstrikken in een bureaucratisch web, zal dat wel goed komen. De HR-sfeer kenmerkt zich door de informele contacten.’ Dat het cvb zich nu zo nadrukkelijk met de lectoren en het onderzoek gaat bemoeien, vindt Kuiper positief. ‘Daarmee stijgt de status van onderzoek als pijler binnen de HR.’
postcode 3000
Kiezen voor een focus betekent dat je er ook voor kiest om dingen níet meer te doen. Dat beaamt Tuytel: ‘Als lectoren niet meer passen in de nieuwe structuur, dan zal hun contract niet worden verlengd.’ Bij lector Van Delft roept de regionale focus vragen op. ‘Wij richten ons bij international business niet alleen op Rotterdam. Ik hoop dat we de vrijheid houden om ook voor bedrijven buiten postcode 3000 onderzoek te doen.’
Ook Van der Borg is er niet gerust op. ‘Ik vind de nieuwe lijn inhoudelijk te versmallend. Het werkveld zou net zo bepalend moeten zijn als het beleid van de gemeente Rotterdam. Want werkveld en gemeentebeleid zijn niet één op één hetzelfde, zeker niet binnen de sociale sector.’
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top