Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
6 mei 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Rob Wijnberg

Gepubliceerd: 27 April 2011 • Leestijd: 5 minuten en 21 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Je zult filosoof zijn en de baas van een krant. Elke dag op zoek naar de waarheid terwijl je weet dat die niet bestaat. Een gruwel? Niet voor Rob Wijnberg (28), hoofdredacteur van nrc next, de jongste hoofdredacteur van een dagblad in Nederland ooit. Profielen sprak met hem.

Door Olmo Linthorst

Wijnberg wil geen krant maken die zegt de waarheid in pacht te hebben. Hij wil zich ook niet langer beroepen op een klassieke journalistieke waarde als objectiviteit. Over de waarheid kun je discussiëren, weet hij, en objectiviteit bestaat niet. ‘Neem de kop “Onrust in het Midden-Oosten”. Dat is geen objectieve term, onrust. Nee, dat suggereert dat er een prettige, stabiele situatie was – en nu is er onrust. Hoe zagen de koppen eruit toen de Berlijnse muur viel? Onrust in Oost-Europa? Ik weet het niet, maar misschien eerder iets als “Eindelijk bevrijd!”.’

Hoe kun je dat als krant anders doen ?
‘Door meer aan zelfreflectie te doen. Heel veel journalistiek is lopendebandwerk. Kijk naar de verkiezingen. Als je een journalist vraagt waarom het belangrijk is om daarover te berichten, krijg je heel vaak antwoorden over democratie of over de stabiliteit van de coalitie. Maar waarom is het nou echt belangrijk? We weten allemaal dat een groot deel van de macht bij ambtenaren ligt, of in Brussel. Moeten we niet eens de andere kant op kijken? Dat is niet altijd makkelijk. Joris Luyendijk noemt dat pingpongen terwijl de anderen aan het voetballen zijn.’

Als objectiviteit niet langer je leidraad is , wat dan wel ?
‘Integriteit. Journalistieke, haast wetenschappelijke waarden als feitelijkheid, objectiviteit en volledigheid zijn ficties. Maar wat geen fictie is, is de houding van de journalist. Die moet zich bewust zijn van zijn perspectieven en daar eerlijk over zijn. Je moet kunnen uitleggen waarom je een bepaalde keuze maakt.’

Doe je dat door als hoofdredacteur wekelijks een blog bij te houden ?
‘Ja, maar ook gewoon door het bij een artikel te schrijven. Ik zou best meer van de redactie willen laten zien, bijvoorbeeld in de vorm van een smoelenboek op de site waarin je kunt lezen wie we zijn en wat ons drijft. Maar het zit hem vooral in onze houding; dat we laten zien dat we nieuws maken, niet volgen.’
Rob Wijnberg ging na een studie filosofie aan de Universiteit van Amsterdam in 2008 bij NRC aan de slag als opinieredacteur. Daar begon hij al snel met het schrijven van filosofische analyses over actuele gebeurtenissen.

In zijn essays, en later ook zijn columns, zijn de media nooit ver weg. In de proloog van zijn laatste essaybundel, en mijn tafelheer is Plato (2010), veegt hij de vloer aan met de politiek en media in Nederland – met een heel grappige, ver doorgevoerde tennismetafoor. Van deze laatste bundel, vertelt Wijnberg niet zonder trots, zijn al veertigduizend exemplaren verkocht, het best verkochte filosofieboek in tien jaar. Maar in 2007 beschreef hij in zijn pamflet Boeiuh al hoe het komt dat media steeds harder schreeuwen en tegelijkertijd steeds minder aandacht krijgen.
‘De nieuwsvoorziening in ons land wordt gedreven door commerciële belangen’, zegt Wijnberg. ‘De centrale drijfveer van de journalistiek is het verkopen van hun publiek aan adverteerders. En niet het verkopen van informatie aan lezers. Dat leidt tot een bepaald soort journalistiek waarbij het trekken van aandacht vooropstaat. Hoe win je publiek? Door informatie in de vorm van wedstrijdjes te gieten, zoals bijvoorbeeld bij de verkiezingen. Door een uitslag te suggereren, door competitie in te brengen. Egypte versus Mubarak. Kluun versus Koch, wie verkoopt meer?’

Journalisten creëren op die manier een gevoel van urgentie ?
‘Precies. Aan de andere kant is er het dagelijks leven van al die lezers. Elk jaar scheiden, ik noem maar wat, miljoenen mensen. Media besteden daar alleen aandacht aan als er een scheidingsbeurs is, terwijl voor die miljoenen mensen dit het belangrijkste issue in hun leven is. Voor hen is de scheidingsbeurs geen aanleiding – het is slechts een journalistieke aanleiding.

‘De manier waarop journalisten de aandacht trekken, de steeds hardere schreeuw, heeft precies het tegenovergestelde effect: We kweken desinteresse. Bij alles wat we doen, suggereren we dat jij de krant niet leest als we niet heel hard schreeuwen. Je veronderstelt structurele desinteresse bij de lezer. Je zou het ook kunnen omdraaien. Je kunt zeggen: ik ga uit van de interesse van mensen in andere mensen, in de wereld, en ik bedien ze door die interesse te volgen. Volgens mij krijgen mensen dan ook het gevoel dat je ze serieus neemt.
‘Kijk naar de programma’s van de Keuringsdienst van Waarde of documentairemaker Louis Theroux. Hij maakt machtig mooie documentaires – zonder geschreeuw. Er zitten ook geen kunstmatige hoogtepunten in. Als je ervan uitgaat dat informatie niet eerst opgepimpt hoeft te worden voordat iemand het vreet, ervaren mensen het denk ik als interessanter.’

Waaraan herken je de hand van Wijnberg in de krant ?
‘Laat ik vooropstellen dat die heel beperkt is, maar een in het oog springende verandering is de nieuwe pagina drie. Die is aan mijn brein ontsproten. Daar staan nu geen korte nieuwsberichten meer, maar context bij een nieuwsbericht. Die context heb je nodig om te kunnen beoordelen of de feiten en meningen over een gebeurtenis logisch bij elkaar passen.
‘Neem als voorbeeld het zeventienjarige meisje dat werd opgepakt vanwege een ‘bomtweet’ waarin ze dreigde een bom in haar school te plaatsen. Hoe weet je of het normaal is dat ze gelijk werd opgepakt als je niet weet dat er de hele dag door dreigtweets verschijnen? En als je niet weet hoe de politie normaalgesproken dreigementen beoordeelt? Of hoe andere landen dat aanpakken? Dat betekent veel uitzoeken. Met deze nieuwe pagina zijn drie mensen een hele dag bezig.

‘Een ander plan is om een mediapagina te maken die de macht van de media beschrijft, en niet de kijkcijfers of de nieuwe cd van Gerard Joling. Welke campagne voert de Telegraaf nu weer en waarom? De media bepalen voor een groot deel hoe we over dingen denken, hoe we stemmen, enzovoorts. Maar het gekke is dat op geen enkele mediapagina die macht centraal staat.’

Hoe reageert de redactie op deze veranderingen ?
‘Niet iedereen is het altijd met me eens. Er zijn, godzijdank, altijd mensen die er anders over denken. Ik heb al minstens tien redacteuren aan mijn bureau gehad die klagen over de leeslast van de nieuwe pagina drie. Mijn manier van leiding geven is in zo’n geval toch vooral veel praten. Dat kan ik ook het beste. Ik moet het hebben van mijn intellectuele overtuigingskracht.’

En hoe krijg je de lezers mee ? Ben je niet bang voor een dalende oplage als je het roer drastisch omgooit ?
‘De kunst is om iets te verkopen waar je zelf in gelooft. Als je mensen de vraag stelt hoe je meer lezers kunt trekken, beantwoorden ze die door te zeggen dat je dan moet weten wat je lezers willen. Vervolgens moet je een marktonderzoekje doen en precies inspelen op wat de lezers zeggen. Heel storend vind ik dat.

‘Zelf geloof ik er absoluut niet in dat je alle interesses van mensen op die manier kunt meten. Had ik een paar jaar geleden gevraagd aan de lezers of ze elke week een lang filosofisch essay in hun krant zouden willen, over denkers die dood en onbekend zijn en die iets zeggen over de actualiteit, dan had waarschijnlijk 99 procent bedankt. Toch is dat een populaire rubriek geworden. Mensen ontdekten een interesse die ze daarvoor niet hadden. Als je het aanbod alleen maar laat sturen door de vraag krijg je massaconsumptie. Dat vind ik het nadeel van marktwerking: het eindproduct is vaak een zouteloos geheel. Het enige wat je kunt doen is in weerwil van de managementpraatjes in je eigen product blijven geloven.’

Je kunt altijd nog je geld verdienen in niches .
‘Precies. Ik ben liever een smaakvolle niche dan een zouteloos massaproduct. En onderschat ook niet hoe groot de groep met smaak is.’

WIE: Rob Wijnberg
BIJZONDER: Rob Wijnberg is de jongste hoofdredacteur van een Nederlands dagblad. Zijn laatste boek en mijn tafelheer is Plato was na een paar maanden al het best verkochte filosofieboek in tien jaar.
LEUK OM TE LEZEN: Wijnberg schrijft nog steeds columns in nrc next, ook te lezen op nrcnext.nl. en mijn tafelheer is Plato is trouwens ook een aanrader. Scherp, humoristisch en met veel vaart geschreven.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top