Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Praktijkgericht onderzoek moet maar hoe?

Gepubliceerd: 30 March 2012 • Leestijd: 4 minuten en 34 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Vanaf 2005 zijn de hogescholen bezig om de overstapte maken van onderwijs- naar kennisinstituut. En dat betekent dat onderzoek, voorheen het primaat van de universiteiten, binnen het hbo steeds belangrijker wordt. Aan welke eisen moet dit onderzoek voldoen? Welke onderzoeksvaardigheden wil de Hogeschool Rotterdam haar studenten eigenlijk bijbrengen? En hoe?

‘Op dit moment leven we in het hbo als het ware in een onderzoeksvrijstaat’, vertelde Daan Andriessen, lector praktijkgericht onderzoek hbo van Inholland, tijdens de onlangs georganiseerde kick-off van het ‘lerend netwerk praktijkgericht onderzoek in onderwijs’ (POO) van de HR. ‘Het hbo verricht, anders dan de universiteiten, onderzoek dat leidt naar nieuwe kennis voor de opdrachtgever. Dat noemen we praktijkgericht onderzoek. Maar welke methodologie willen we studenten hiervoor aan leren en hoe moeten onderzoeksrapportages er bijvoorbeeld uitzien? Daarover heeft elke hogeschool, elk instituut, misschien wel elke docent z’n eigen opvattingen. Het hbo-niveau waaraan afstudeerscripties moeten voldoen, is nergens vastgelegd: niet door de accreditatie organisatie NVAO en ook niet in de Dublin-descriptoren (de eindtermen voor de bachelor- en masterstudies aan universiteiten en hogescholen in Europa,red.). Wel is het zo dat de accreditatiecommissies steeds meer hameren op kwalitatief goed praktijkonderzoek.’

Maar wat is dat dan? Die vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden, vindt Andriessen. ‘Dat is: studenten vragen een vooraf bedachte vraag systematisch te beantwoorden. Maar hoe ze dat moeten doen, dat is al heel wat ingewikkelder. Moeten de studenten actieonderzoek, bijvoorbeeld handelingsonderzoek, uitvoeren? Reflectief of empirisch onderzoek? Literatuur- of observatieonderzoek? Kwantitatief of kwalitatief? Moeten hbo-studenten ál deze onderzoeksvarianten beheersen of slechts een deel daarvan?’ Toby Witte, HR-lector maatschappelijke zorg risicojongeren, maakt het nog wat complexer: ‘Het grootste probleem is het terugkoppelen van de kennis die op deze manier wordt opgedaan naar het curriculum. Waar landt het? Hoe zorg je ervoor dat onderzoeksresultaten in het onderwijs gebruikt worden? Daar wordt over het algemeen te weinig mee gedaan. We kennen allemaal de symposia waar een boekje of rapportje wordt gepresenteerd. Er is een borrel en een praatje en dat was het dan. Dat vind ik jammer, dat is een gemiste kans.’

Vernieuwend voor opdrachtgever of branche?
Jan van Es is lid van de curriculumcommissie van de opleiding logistiek en technische vervoerskunde (ltv) van de HR. Ook hij worstelt met dit vraagstuk. ‘Op dit moment is een groep studenten bezig de resultaten van afstudeerscripties van de laatste jaren te screenen. De interessante informatie daaruit moet het curriculum in. Hoe, dat weten we nog niet precies. Wat we wel weten, is dat studenten beter moeten gaan scorenop innovatief vermogen. Maar wat is dat? Als een uitkomst van een afstudeeropdracht vernieuwend is voor de opdrachtgever, mag je dan al van innovatie spreken? Of moet het vernieuwend zijn voor een hele branche?’

‘Onderzoeksrapporten en relevante afstudeerscripties moeten onderwijskundig bewerkt worden’, vindt Witte. ‘Het is onvoldoende om te zeggen: “Neem dit rapport maar tot je.” Je moet met de informatie aan het werk. Opknippen en bewerken zodat het in het curriculum past.’ Witte geeft als voorbeeld het project Sang (Sluitende aanpak na gezinscoaching): een filmploeg volgde gezinscoaches in de praktijk. ‘Een mooi boekje en een film waren het resultaat waar de praktijk heel blij mee is. Daarnaast hebben we didactisch materiaal ontwikkeld voor studenten die de behoeften van jonge moeders in kaart moeten brengen. Zij krijgen handvatten mee voor de praktijk van een professional die werkt met moeders die in de hulpverlening zitten. Tijdens de lessen daar over bekijken ze de film en moeten ze delen van het boek bestuderen. ’Die omslag van onderwijs- naar kennisinstelling is dus een hele klus. Waarom doen we het eigenlijk? Is het niet voldoende om onderwijsinstelling te zijn? ‘Recente gebeurtenissen in het hbo en het aangescherpte accreditatiekader maken het voor veel opleidingen noodzakelijk hun hbo-eindniveau opnieuw te ijken. De HR leidt studenten niet op tot onderzoeker, maar het is wel van groot belang dat we studenten afleveren met een kritische, analytische en onderzoekende denkhouding’, vertelt Rob van Roon, beleidsmedewerker van de dienst onderwijs & kwaliteit(o&k) en één van de initiatiefnemers van POO. En Andriessen is er nog korter over: ‘We doen het mede omdat het moet. De NVAO verhoogt sluipenderwijs de norm, terwijl de kwaliteit van de instroom daalt.’

Van literatuuronderzoek tot observeren
Jacomine de Lange is lector bij het kenniscentrum voor geestelijke gezondheidszorg en verslaving. ‘We zetten studenten in als hulp bij dataverzameling en voor het uitvoeren van extra deelonderzoek, bijvoorbeeld: honderd manieren om dementerenden langer thuis te laten wonen. Ook kunnen studenten projectopdrachten doen binnen een lopend onderzoek, voor hun minor, als afstudeerproject, master these of I-lab. Eindverantwoordelijk voor het doen van onderzoek zijn ze niet. Aan afstuderenden bieden we wel workshops onderzoeksvaardigheden.“Schrijven van een plan van aanpak”, “literatuuronderzoek” en“rapporteren en presenteren” zijn verplicht. Daarnaast kunnen ze nog een aantal workshops volgen.’

ISO-studenten (sociale opleidingen) zijn nog niet zo goed getraind in onderzoeksvaardigheden, maakt Toby Witte duidelijk. ‘Wat is een goed interview en hoe neem je dat af? Neem je een interview op band op? Ze beheersen het instrumentarium voor de verwerking van resultaten niet en leren niet hoe ze goed literatuuronderzoek moeten doen. Ze googlen er lustig op los.’ Bij ltv is het weer anders. Van Es: ‘Wij leren onze studenten hoe ze een enquête moeten samenstellen en hoe zede resultaten kunnen verwerken. Ze krijgen daarom ook spss-training(statistisch computerprogramma, red.). Maar we leren ze niet hoe ze een enquête kunnen of moeten afnemen.’

Tijd , tijd , tijd
‘Ik hoor vaak dat docenten en lectoren te weinig uren ter beschikking hebben om studenten bij het afstuderen goed te begeleiden. Is dat bij jullie ook zo?’, vraagt Sandra Storm, programmamanager I-labs aan Jacomine de Lange. ‘We begeleiden studenten in de eindfase van de opleiding meer dan is voorgeschreven’, reageert De Lange. ‘Voorstudenten is het vaak de eerste keer dat ze met onderzoek bezig zijn. We moeten daarom strak aansturen en dat kost tijd. Ook het eindproduct heeft bewerking nodig. In theorie zijn de lectoren opdrachtgever vaneen onderzoek en moeten de docenten uit de kenniskring de begeleiding op zich nemen. In de praktijk loopt dat niet altijd even goed. Docenten gaan vaak oppervlakkiger met kennis om dan lectoren. In de praktijk zijn wij vaak zelf de begeleiders.’ Het zou goed zijn als lectoren in de curriculumcommissie zitting zouden nemen, zo adviseert zij. ‘Docenten zouden een traineeship als onderzoeker moeten krijgen en er is een vaste onderzoeksstaf nodig, dan kunnen we het praktijk gerichte onderzoek echt vlot trekken. Ik hoop dat zo’n staf er straks in het Instituut voor Onderzoek en Innovatie zal zijn. ’Toch lijkt het kenniscentrum voor geestelijke gezondheidszorg en verslaving het aardig voor elkaar te hebben, reageert Storm. ‘Wat is jullie geheim?’ De Lange: ‘Het is zo leuk! We willen het graag goed doen. Ons geheim? Dat is overwerken.’

Dorine van Namen

De initiatiefgroep POO gaat naar aanleiding van de kick-off thematische bijeenkomsten organiseren. Ook in het open scholingsaanbod van de HR zijn diverse activiteiten rond praktijkgericht onderzoek opgenomen.

 

 

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top