Forse kritiek op slecht presterende opleiding chemische technologie
Gepubliceerd: 2 November 2016 • Leestijd: 5 minuten en 45 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Een interview met de onderwijsmanager van de opleiding chemische technologie heeft een stortvloed aan reacties opgeleverd. Studenten zijn ontevreden over het huidige docententeam, hekelen de werkwijze van de onderwijsmanager en uiten hun onvrede over het STC.
Sinds de komst van onderwijsmanager Margriet Verbrugge, zo’n twee jaar geleden, is een aantal docenten vertrokken. Betrokkenen geven aan dat dat in veel gevallen niet op een plezierige manier is gebeurd. ‘Er is onenigheid geweest’, geeft RMU-directeur Maarten van Ogtrop toe.
Minder naar hun zin
Van Ogtrop wil niet ingaan op de kritiek op Verbrugge. De opleiding heeft een noodzakelijke reorganisatie achter de rug, vertelt hij: ‘Er was verbetering nodig op het gebied van verantwoording, toetsing en inhoud en opbouw van het curriculum. De onderwijsmanager kreeg de opdracht om dat te verbeteren, en is daar hard mee bezig geweest.’
Anderen, onder andere de personen die onder het eerdere artikel reageren, gaan wel in op de kritiek op de onderwijsmanager. Verbrugge werd aangesteld om de groeiende opleiding te reorganiseren, maar dat leidde er (ook) toe dat de oud-docenten het steeds minder naar hun zin hadden. ‘Een team van topdocenten is weggestuurd of -gepest’, schrijft Floda in een comment. ‘Omdat ze het niet altijd eens waren met Verbrugge en haar nieuwe beleid.’
Veel reageerders hekelen de door Verbrugge gedane suggestie dat juist de vertrokken docenten schuld hebben aan de problemen en aan de lage Keuzegidscijfers. Studenten en oud-studenten zijn juist zeer positief over het vroegere docententeam. ‘Oud student’: ‘Ze wisten precies waar ze het over hadden en er heerste een fijne en hardwerkende sfeer. De docenten zaten letterlijk om de hoek als je aan het blokken was voor je vakken, en als je ergens niet uitkwam, stonden ze direct voor je klaar. Ze begrepen hun vak en hadden de zaken goed op orde.’
‘Geen moeite te veel’
Dat is ook de ervaring van Ad de Kok, van 2012 tot april 2016 lector op de HR. Hij werkte bijna vier jaar samen met het ‘prima functionerende, zeer gemotiveerde en vakbekwame docententeam’ van chemische technologie. Hij kan zich dan ook nauwelijks voorstellen dat het docententeam de oorzaak zou zijn van de lage Keuzegidsscore, zoals in het eerdere artikel door Verbrugge wordt gesuggereerd. De Kok: ‘Het was een team dat het belang van de studenten vooropstelde en voor wie geen moeite te veel was om de opleiding naar een hoger niveau te tillen. Een team ook dat met beide handen de mogelijkheid aangreep om samen met mij de opleiding beter te laten aansluiten op het beroepenveld.’
Maar Verbrugge was daar bij haar aantreden in 2014, volgens De Kok, terughoudend over. ‘Jammer dat mevrouw Verbrugge de initiatieven om onderwijs en beroepenveld beter op elkaar te laten aansluiten niet meer omarmd heeft en initiatieven van het docententeam niet of slechts ten dele heeft doorgezet. En daar ligt, ook omdat ik zelf uit het bedrijfsleven kom, een deel van mijn eigen frustratie’, vertelt de oud-lector. ‘Een gemiste kans voor de hogeschool in het algemeen en de opleiding chemische technologie in het bijzonder.’
Kennis van specialisten
De Kok vindt dat de onderwijsmanager verzuimd heeft om de docenten en hem beter te betrekken bij de inhoudelijke veranderingen. De Kok: ‘Ik heb geleerd dat, als je zelf niet voldoende vakinhoudelijke expertise hebt, het verstandig is de kennis van mensen om je heen te gebruiken. Dus de specialisten, de docenten. Dat is mijns inziens onvoldoende gebeurd, met miscommunicatie, oplopende frustraties en wederzijds onbegrip tot gevolg.’
Een van de vertrokken docenten is Ton van der Linden. Hij wil weinig zeggen over de rol van Verbrugge maar is ‘zeer ongelukkig’ over wat ze in het eerste artikel over de oud-docenten heeft gezegd. ‘Wij waren geen zooitje ongeregeld en het was niet zo dat commissies niet bestonden en dat we niks opschreven. Ik heb gewerkt met een bevlogen team dat echt voor de opleiding ging!’
Verhuizing naar STC
Van der Linden vindt vooral dat de verhuizing naar het STC (Scheepvaart- en Transportcollege) de opleiding geen goed heeft gedaan. ‘Ik ben daar zelf nooit tegen geweest, maar ik heb de impact ervan onderschat. Omdat de proceshal niet mee kon verhuizen en op Academieplein is gebleven, is onze opleiding in tweeën geknipt. We spraken af dat de student op een en dezelfde dag niet op en neer hoefde te reizen, maar als docent werd je wel een reiziger. Ook gaven de slechte ICT-voorzieningen ellende. Alles bij elkaar gaf het een hoop stress.’
Ook studenten uiten hun ongenoegen over het STC. Twee tweedejaars, die alleen anoniem willen reageren, zeggen het ‘belachelijk’ te vinden dat de opleiding uit het techniekinstituut EAS is gehaald, en vooral dat het moest verhuizen naar het STC. ‘De opleiding is uit het werkveld gehaald en heeft inhoudelijk weinig te maken met de andere opleidingen van de Rotterdam Mainport University.’
Roltrappen
‘En’, reageert een van hen, ‘de sfeer op het STC is gewoon heel anders. Als je met de roltrappen omhooggaat, word je door twaalfjarigen omvergelopen.’ In het STC zit chemische technologie, net als de andere HR-opleidingen, op de verdiepingen 10, 11 en 12. Om daar te komen, ga je als student met de roltrappen en kom je de STC-leerlingen van vmbo en mbo tegen.
De flinke toename van het aantal studenten heeft het er niet makkelijker op gemaakt. Net als het gegeven dat er, nadat de opleiding ‘verhuisde’ van domein, een nieuw curriculum moest komen, vertelt Van der Linden. Zeker omdat er nu een behoorlijk onervaren team zit. ‘Niks ten nadele van die mensen’, zegt hij, ‘maar een van de afspraken is dat je er minimaal twee jaar moet werken voordat je een afstudeerder mag begeleiden. Dat gaan ze niet redden.’ Het veranderen van het curriculum is evenmin een te onderschatten klus. Van der Linden: ‘Je moet er daarbij voor zorgen dat je de veranderingen met meer mensen invoert. Anders krijg je hobbyisme. Maar ik wens ze succes, en dat meen ik.’
‘Zoek het zelf maar op’
De twee eerdergenoemde tweedejaars hebben van ouderejaars begrepen dat het voormalige docententeam erg goed was. ‘De kwaliteit is nu echt heel slecht. Er was een docent die iets ging uitleggen, maar op een gegeven moment kregen we te horen: Dit weet ik niet, want ik heb het niet gestudeerd. Zoek het zelf maar op.’ De docent verwees studenten, omdat hij iets niet wist, naar zijn collega. Ook keek hij een toets veel minder kritisch na dan een collega. ‘Hij gaf bijvoorbeeld punten omdat je hard had gewerkt, niet omdat het antwoord juist was.’ Bij een vergelijking met cijfers uit een andere klas viel de docent door de mand. Inmiddels is deze persoon niet meer werkzaam op de HR.
De twee projectdocenten en nog twee andere docenten vinden zij wel goed, vertellen de twee studenten. Maar de anderen dus eigenlijk niet. ‘Van één docent vragen wij ons echt af of hij enig idee heeft waar hij mee bezig is. Hij vult getallen verkeerd in, gebruikt formules verkeerd en op een gegeven moment bleef hij maar beweren dat 2 x 400 toch echt 1.600 is.’
Waarde van diploma
Het leidt tot zorgen, bij studenten en oud-studenten die reageerden, over de kwaliteit van de opleiding. Floda: ‘De kwaliteit gaat hard achteruit en ik vrees heel erg voor de waarde van mijn diploma in de toekomst.’
Directeur Van Ogtrop vindt de manier waarop de huidige docenten worden ‘weggezet’ jammer. Het gaat om docenten die volgens de directeur niet veel ervaring hebben in het onderwijs. Van Ogtrop: ‘In hun vakgebied zijn het uitstekend gekwalificeerde mensen. Dat vereist dat zij zich inwerken in het verzorgen van onderwijs. Hiervoor hebben zij een zogenoemde quickstart gevolgd via de HR Academy en is er het eigen inwerkprogramma van RMU.’
‘Kritiek helpt niet’
Het docententeam zet volgens Van Ogtrop ‘stappen’ die tot verbetering moeten leiden. ‘Dat is in de dagelijkse praktijk nog niet voor iedereen zichtbaar. Zeker voor mensen die op afstand zitten van de opleiding en die de docenten niet kennen. Ik ben bij het team geweest. De docenten voelen zich in hun kuif gepikt over de kritiek dat ze het niet goed zouden doen. Deze kritiek helpt ook niet. Maar we zijn het wel met elkaar eens dat we het signaal dat studenten in de Keuzegids afgeven, serieus moeten nemen. Daar moeten we wat mee.’
Van Ogtrop heeft geen signalen van spanningen die er nu nog, volgens een van de reacties, zouden zijn. ‘Natuurlijk is niet iedereen het altijd met elkaar eens’, vertelt de directeur. ‘Dat hoeft ook niet en het houdt ons scherp.’
Tekst: Jos van Nierop
Animatie: Demian Janssen
Ik ben van mening dat dit artiekel een veel beter beeld geeft van de werkelijke situatie.
Allereerst wil ik Profielen bedanken voor het feit dat zij aan de slag zijn gegaan met het commentaar op het vorige artikel. Dit artikel schetst een prima beeld van de huidige situatie vanuit meerdere perspectieven.
Toch wil ik graag mijn ongenoegen uiten op de reactie van Dhr. Ogtrop. In de tijd dat ik nog op de Hogeschool chemische technologie volgde hebben ik en andere studenten aangegeven dat er problemen met docenten waren op de studie. Dit hebben wij zowel via onofficiële en officiële kanalen gedaan. Dan kan het niet anders (lijkt mij) dat Dhr. Ogtrop hiervan op de hoogte gesteld moet zijn. Als hij had willen uitzoeken wat deze problemen waren had hij ons kunnen benaderen EN de desbetreffende docent (of onderwijsmanager mevr. Vebrugge). Zodoende had hij een compleet beeld gehad van de situatie en had hij deze naar alle redelijkheid kunnen oplossen.
Helaas heeft deze meneer dat niet gedaan, wij zijn namelijk nooit benaderd om ons verhaal te doen noch onze ongenoegen te onderbouwen. Hiermee wil ik suggereren dat hij zijn hand boven het hoofd houdt van de desbetreffende docenten. Dat is naar mijn mening nou net het probleem binnen de opleiding chemische technologie. Als je maar genoeg je best doet naar de leidinggevende boven jou, wordt er een hoop vergeven. Vriendjespolitiek in de volksmond. Daarentegen zou je juist van een goede HBO-opleiding verwachten dat de docent zijn best doet voor de mensen onder zich: de studenten.
Gelukkig weet ik dat er nu een aantal docenten zich nog voor de volledige 110% voor de studenten inzetten. Daarom snap ik dat “zij” zich gekwetst kunnen voelen door de reacties onder het vorige artikel. Deze docenten zijn net zo vakbekwaam als de oude docenten en hen valt niets te verwijten. Daarom slaat de uitspraak “kritiek helpt niet” nergens op. De kritiek is voor de docenten bedoeld die zich niet 110% inzetten voor de student. Welke docent dat nog niet doet mag naar mijn mening deze kritiek gewoon krijgen zodat hij/zij zich dit realiseert en kan verbeteren.
Natuurlijk weten wij als oud-studenten niet alles wat er achter de schermen is gebeurd, en dus kan onze mening onvoldoende genuanceerd zijn. Desalniettemin vind ik dat er een aantal mensen binnen de HRO een functie bekleden die niet voor hen bedoeld is. De opleiding is namelijk in niveau gedaald, volgens Dhr. de Kok en andere studenten is de brug naar het bedrijfsleven ingestort en zijn er studenten die het niet meer naar hun zin hebben. Alle reden voor de Hogeschool Rotterdam en haar management om eens in te grijpen!
Ik studeer dan niet Chemische Technologie, maar ik studeer Maritieme Techniek op de RMU.
Maar bij onze opleiding komen vrijwel dezelfde problemen naar voren en ik ben ervan overtuigd dat een groot gedeelte van die problemen door de verhuizing naar het STC/RMU komt. Alle klachten over deze locatie zijn meer dan terecht.
“We spraken af dat de student op een en dezelfde dag niet op en neer hoefde te reizen,”
Deze afspraak wordt niet nageleefd. Er wordt nieteens reistijd ingepland. In een pauze moeten we van ap naar loid lopen. Daarnaast zitten we veel in de Willem de buiyterweg, waar we slechts 15 minuten hebben om van Lloyd daar te komen of andersom. Dit is onhaalbaar.
“We spraken af dat de student op een en dezelfde dag niet op en neer hoefde te reizen”
Het rooster zegt hele andere dingen:
http://i.imgur.com/AMsB58N.png
http://i.imgur.com/jZFiez9.png
Kom op zeg, hoe kan je zo simpele afspraak niet eens nakomen?
“…Ook gaven de slechte ICT-voorzieningen ellende…”
En zelfs dit is nog niet opgelost. Waar we voorheen veilig konden inloggen met onze studentnummer en wachtwoord, moeten we nu inloggen met alleen ons studentennummer op “Computer Only Logon”. Hierdoor kunnen we niet meer bij onze persoonlijke bestanden en kan technisch iedereen inloggen op jou nummer (je hoeft namelijk geen wachtwoord in te voeren).
Dit is natuurlijk zeer omslachtig, vooral gezien het feit dat een aantal tentamens op de computer gemaakt worden.
@Anoniem1: Je kritiek op de directie is heel herkenbaar. Ik heb het bij een aantal andere instituten gezien, waar directeuren zich (zeer) slecht laten informeren over een situatie of probleem, vervolgens snel een plannetje in elkaar timmeren om het probleem zo snel mogelijk van tafel te krijgen en deze dan top-down implementeren. Echter leidt dergelijke “daadkracht” vaak tot een verslechtering van de situatie. Simpelweg omdat het verkeerde probleem wordt opgelost, of omdat het probleem vele male complexer is dan wordt verondersteld. Ook wordt er vaak niet of slecht nagedacht over de consequenties van een gekozen oplossingsrichting. Er wordt voornamelijk naar operationele resultaten gekeken (lukt het dan om de lessen te draaien?), maar niet naar wat het doet met de studie omgeving, studenten gemeenschap, cultuur,… en wat dit voor effect heeft op het “studeren” (hoofd activiteit van de hogeschool). Kritiek wordt vaak weggewuifd met “pessimisme”. En tenslotte, als het hele kaartenhuis in elkaar is gestort, wordt vaak de schuld afgeschoven op docenten en studenten (ik nog nooit een directeur heb horen zeggen: “Sorry ik had het mis, mijn manier heeft niet gewerkt”). Die het probleem dan maar “zelf” mogen oplossen (zonder middelen als geld en tijd, want die zijn op dat moment simpelweg op). Ik wens studenten en docenten van Chemische Technologie heel veel sterkte om de opleiding weer op het oude niveau terug te krijgen.
Laat men er een doekjes om winden – ik doe zoiets nooit – sinds aantreden van de twee hoofdige directie van Rotterdam Mainport is de tweede man er binnen een half jaar uitgewerkt en daarna waren ontslagen meer een gegeven dan uitzondering.Iedereen die de directie voor de voeten loopt moet weg of gaat weg. Dat zouden toch meer mensen moeten opvallen. Een verkeerde man op een verkeerde plaats doet net zoveel schade als het roken van zware shag de aderen dicht laat slibben. ( In dit geval zou het ene best wel eens met het andere te maken kunnen hebben).