Het panel: Moeten alle HR-docenten terug naar school?
Gepubliceerd: 23 October 2017 • Leestijd: 3 minuten en 47 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Moeten alle docenten beter leren lesgeven? Verplicht? Profielen vroeg docenten uit Het Panel naar hun mening. Moeten zij en hun collega’s massaal terug de schoolbanken in?
Het belangrijkste werk op de hogeschool gebeurt in de klas, zegt de voorzitter van het college van bestuur, Ron Bormans, regelmatig. Geen verrassing dus, dat in het beleidsdocument ‘Ons werkplan’ (pdf) staat: “Voor alle docenten geldt verplichte periodieke bij- en nascholing gericht op verbeteren van pedagogische en didactische vaardigheden.” (Pedagogiek gaat vooral over de relatie tussen docent en student en didactiek over het overbrengen van de leerstof.)
De precieze uitwerking moet nog komen. Wij vragen docenten zelf vast: Vinden ze dat alle docenten verplicht op cursus moeten om aan hun lesvaardigheden te werken?
Karel Ligtvoet: ‘zo verplicht mogelijk!’
Docent pabo (Instituut voor Lerarenopleidingen)
‘We moeten wel. De ontwikkelingen in de hersen-wetenschappen gaan razendsnel’
‘Dat moeten ze zeker doen. Maar dan wel in de praktijk. Want alleen maar de theorie bestuderen heeft geen zin. Dan heb je alles over didactiek in een boek gelezen en dan sta je nog steeds als een stijve hark voor de klas.
‘Bij de pabo moedigen we docenten aan om op stage te gaan. Zo geef ik nu af en toe muziekles op een basisschool. Een ‘docentstage’, ik weet niet of het zo heet, maar het klinkt wel mooi. Heel leerzaam.
‘En we moeten ook wel, hè? De ontwikkelingen gaan razendsnel. Ik interesseer me veel voor de hersenwetenschappen en daar komen enorm veel nieuwe inzichten uit. Je kunt niet jarenlang lesgeven en al die ontwikkelingen missen.
‘Een voorbeeld is bijvoorbeeld dat we gebruik moeten maken van de leefwereld van leerlingen. Als je inzet op een relatie, een goed pedagogisch klimaat en betrokkenheid, komen er stofjes vrij in de hersenen zoals serotonine en dopamine. Deze stofjes kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het leren van kinderen. En verder natuurlijk zoveel mogelijk zintuigen aanspreken in de les. Hoe meer neuronen er bij een taak betrokken zijn, hoe groter de kans dat de stof ook echt onthouden wordt!
‘Dus ja, laten we zo snel mogelijk iedereen verplicht op cursus sturen. Het kan mij echt niet streng genoeg.’
Fumiko Inoue: ‘echte eye-opener’
Docent trade management gericht op Azië (Rotterdam Business School)
‘Verplicht stellen tast de motivatie aan. Maar als je niet verplicht gebeurt er ook niets.’
‘Iedereen moet zich laten bijscholen, daar ben ik het helemaal mee eens. Er zijn steeds nieuwe inzichten over wat goed onderwijs is. Er wordt veel onderzoek naar gedaan. Ik heb ook vijftien jaar geleden op een andere manier leren toetsen dan we nu doen. En docenten die twintig jaar geleden voor het laatst iets geleerd hebben over didactiek en pedagogiek, die moeten ook gewoon… onderhoud plegen, zeg maar.
‘Ik heb me zelf ook met dit vraagstuk beziggehouden vanuit de werkgroep pedagogisch didactische professionalisering. Ik ben aangestoken door een collega die een training gaf over de pedagogische relatie met studenten. Dat was voor mij echt een eye-opener. Nu pas ik haar lessen heel actief toe. Ik toon mijn interesse in de individuele studenten, in hun achtergrond, ambities en problemen. Zo bouw ik een band met ze op. Dingen gaan veel makkelijker als je een vertrouwensrelatie hebt met studenten.
‘Of het nou een goed idee is om bijscholing hierover verplicht te stellen, weet ik niet precies. Als je het van het eigen initiatief laat afhangen, gebeurt er misschien niet zoveel. En als je het verplicht stelt, tast je de intrinsieke motivatie aan. Misschien kun je de motivatie opwekken door meer onderlinge lesbezoeken te organiseren? Ik las pas ergens dat docenten vaak een beetje bang zijn voor collega’s die meekijken in de les, maar achteraf ervaren ze het vaak als heel positief en nuttig. Door de feedback van collega’s kun je er misschien achter komen welke didactische en pedagogische lessen je nog te leren hebt. Misschien kan de hogeschool in plaats van een cursus deze lesbezoeken, op een vriendelijke manier, verplichten?’
Mohamed Ouasghiri: ‘recht op up-to-date docenten’
Docent logistiek management en onderzoeker zorglogistiek
‘Het zou fijn zijn als we tijd kregen voor het bijhouden van onze kennis van de praktijk.’
‘Ik ben het met Bormans eens: het gebeurt in de klas. En dus wordt ook de kwaliteit van het onderwijs daar bepaald. We zijn hier bezig met het voorbereiden van de professionals van de toekomst en die hebben recht op docenten die didactisch en pedagogisch helemaal bij de tijd zijn.
‘Ik heb zelf tien jaar geleden voor het laatst de didactische basiscursus gevolgd, toen ik begon als docent. Natuurlijk leer je daarna wel bij, maar het zou helemaal geen kwaad kunnen als ik nu weer een opfriscursus zou doen. Dat zou je ook best kunnen verplicht stellen, eens in de drie of vijf jaar.
‘In andere sectoren, zoals in de zorg, is verplicht bijscholen vanzelfsprekend. Daar moet je punten halen om te laten zien dat je je vak bijhoudt. Overigens zou ik aan die verplichting om bij te scholen willen toevoegen dat ook de praktijk verandert. Dat moet je ook bijhouden. Binnen de logistiek verandert ook de theorie nog eens razendsnel. Ik weet dat een gemiddelde docent het ontwikkelen van lesmateriaal tussen de bedrijven door moet doen. Dat geldt ook voor mij. Het zou fijn zijn als we ook voor het bijhouden van die veranderende praktijk iets van professionaliseringstijd kregen.
‘Het werk van docenten wordt vaak gedicteerd door allerlei dringende zaken. Als we bijscholing niet verplicht stellen, zullen docenten die dringende werkzaamheden ook niet zomaar opzij schuiven voor een cursus. In de waan van de dag krijgt bijscholing de laagste prioriteit, terwijl het eigenlijk heel belangrijk is. En natuurlijk zouden we ook de werkdruk van docenten kunnen verlichten, maar dan nog… Eigenlijk is bijscholing zo belangrijk dat die ook bij een lagere werkdruk verplicht gesteld mag worden.’
Tekst: Olmo Linthorst
Illustraties: Demian Janssen
Tja indien de gemiddelde docent het oplezen van een powerpoint presentatie als lesgeven ziet dan heeft men inderdaad bijscholing nodig. Zou men de stekker uit de beamer trekken en is de docent dan nog steeds in staat de les te geven mbv een viltstift of krijtje – dan heeft men met een echte docent te maken. (tenzij men uit het begeleidende studieboek gaat voorlezen).
Het krijtje zou voor mij geen enkel probleem zijn: jarenlang heb ik lesgegeven met een schoolbord en rondgelopen met een etuitje vol kleurkrijtjes voor het tekenen van grafieken etc. Wat ik werkelijk lastig vind is om studenten te activeren tijdens de les. Je kunt bijvoorbeeld opdrachten laten uitwerken in groepjes, maar soms lukt het me niet ze daarvoor enthousiast te maken.
Steeds meer heb ik de indruk dat ‘het verhaal’ belangrijk is. Elk vak heeft een verhaal, is geworteld in ons dagelijks leven. Hoe kun je dat verhaal op een boeiende manier overbrengen en dan ook nog verschillende werkvormen gebruiken?
Bij IFM wil de directie dat we van elkaar gaan leren door middel van collegiale consultatie. Een goed idee. Hoe krijgen we dat echter voor elkaar, gezien de enorme werkdruk? Ik ben al blij als ik al mijn deadlines haal. Zo’n project zal goed gefaciliteerd moeten worden met tijd en geld. Dan voelt het ook meer als een verantwoordelijkheid.
De aanpak van RAc
Beste collega,
Vanaf morgen gaat het RAC PROgramma officieel van start! Via deze weg brengen we graag het programma voor de dag nogmaals onder je aandacht. Mocht je jezelf nog niet hebben aangemeld voor deelname aan een thema: in deze mail vind je de inschrijflink en kun je jezelf nog steeds aanmelden.
Wat is het RAC-PROgramma?
De RAC wil de studiedagen meer inhoud geven en het personeel stimuleren zich te verbinden aan leergemeenschappen waarin je met collega’s ervaringen en kennis kunt uitwisselen en jezelf kan professionaliseren. De basis van dit idee ligt in het nieuwe strategische beleid van de RAC, waar wordt gesproken over verschillende leergemeenschappen (van studenten, van docenten en met het werkveld).
Er zijn meerdere thema’s gekozen voor docenten-leergemeenschappen en iedereen heeft zich ingeschreven voor een leergemeenschap
De thema’s zijn in samenspraak met de teams en in lijn met het strategisch beleid RAC en het nieuwe werkplan van Hogeschool Rotterdam gekozen.
De bedoeling is dat iedere docent van de RAC zich aansluit bij een leergemeenschap. Iedereen heeft zo de mogelijkheid aan te sluiten bij de eigen professionaliseringswens.
Ook is er expliciet voor gekozen niet een voorgeprogrammeerde inhoud aan de leergemeenschap te geven zodat jullie samen met de trekkers van de leergemeenschappen de inhoud van jullie traject zelf kunnen samen stellen. Daar hebben jullie 24 oktober de gehele dag de tijd voor.
In deze eerste bijeenkomst staat kennismaking en doelbepaling centraal. In de overige Rac-dagen geeft iedere leergemeenschap een terugkoppeling van hun professionaliserings-resultaten.
RAc docent-leergemeenschappen
Je kunt kiezen uit een breed scala aan thema’s. Of je je nu verder wilt toeleggen op digitalisering, of op toetsing: het kan allemaal.
Je kunt komend studiejaar kiezen uit de volgende thema’s:
> Gepersonaliseerd leren
> Innovatie en digitalisering
> Office 365
> Assessments
> De veranderende rol van de docent
> Diversiteit en inclusiviteit
> Leergemeenschappen en binding
> Leeruitkomsten 2.0
> Vaardigheden nieuwe stijl
> Creatief ontwerpen
> Toetsen (BKE/SKE)
Verplichte bijscholing….
Als docent ben je ondernemer. Het is aan jou om het product kwalitatief goed over te brengen, de student te enthousiasmeren en helpen de materie eigen te maken. Ondersteuning door middel van collegiaal overleg, feedback, toets resultaten en vooral gerichte observatie kan helpen in de reflectie. Zelf ben ik getraind als video interactie begeleider, en ik zou dan ook graag met behulp van videobeelden feedback krijgen zodat concreet wordt a) waarop geobserveerd wordt, b) wat goed gaat, c) waar het anders loopt als bedoeld. Dat leidt tot gerichte en gedragen leerdoelen (SMARTIE). Als bijscholing aansluit bij deze leerdoelen, uitstekend.
Ik zie voor me dat in de functioneringsgesprekken afspraken worden gemaakt over bijscholing. Daarbij kan worden gekozen uit een diversiteit van meerdere workshops of korte cursussen.
Als Ron Borjans het voorstelt krijg ik het benauwd. Kwaliteit van docent-zijn hangt af van meerdere factoren: eigen zijn met de materie; klassenmanagement, grootte van de groep, motivatie van de student, etc. etc. Enkele jaren geleden kwam de directie ineens met een motto: ”lessen moeten creatiever”. Bij mijn weten zonder onderzoek, en voor mij nauwelijks onderbouwd. Een top-down benadering. Vervolgens werd het speerpunt vertaald in 2 studiemiddagen waarin we elkaar inspireerden met leuke werkvormen. Dat was het dan. Was er behoefteonderzoek gedaan? Maatwerk geboden? Effectonderzoek? Geenszins.
Nieuwe docenten moeten de didactische aantekening halen. In 1 jaar is er scholing op het gebied van professionele identiteit, didactische bekwaamheid, pedagogische bekwaamheid, vakinhoudelijke en organisatorisch bekwaamheid. Past het gegeven van 1 jaar bij de persoon en ontwikkeling van de betreffende docent???? Ik werd indertijd bijna overspannen van de extra druk die bijscholing betekende. Een onderdeel als module- en toetsontwikkeling paste toen gewoon niet (en misschien wel helemaal niet bij het type docent dat ik ben. Moet je generalist zijn???).
Vaker waren er interessante workshops, maar wanneer past het in het rooster?
Kwaliteit is de verzameling van een veelheid van factoren; bijscholing is passend maatwerk. Mijn zorg bij een voorstel van het CVB is dat het een afkoop van verplichtingen is: “wij bieden kwaliteit, kijk maar naar ons (bij-)scholingsbeleid.” Verplichte bijscholing als iets protocollair. In een veranderend beroepenveld hoort daar nadrukkelijk ook bekendheid met het werkveld bij. Voor mij zou verplichte bijscholing ook moeten impliceren, dat docenten regelmatig deels in het werkveld actief moeten zijn. Hoe actief is de HR in deze mogelijkheid te faciliteren?
Mij is door de auteur van het artikel gevraagd, via HR-mail, aan te geven waarom mijn bijdrage relevant is voor het gestelde in het artikel: “Voor alle docenten geldt verplichte periodieke bij- en nascholing gericht op verbeteren van pedagogische en didactische vaardigheden.”
De RAc aanpak is breder dan dat alleen: door verscheidene zaken op de agenda te zetten, zaken die allen te maken hebben met beter en moderner onderwijs vorm geven, die op belangstelling kunnen rekenen van 200 collega’s van de 14 opleidingen die RAc telt, van sociaal tot harde techniek, die op deze wijze door elkaar en met elkaar deze zaken bespreken en elkaar inspireren, een echte leergemeenschap gaan vormen, die elkaar ieder moment van de dag weten te vinden, ja, daar kan geen verplichte periodieke scholing tegenop.
@Ron: dank voor je extra toelichting.