Klacht van: student pedagogiek

Over: onvoldoende voor stage

Uitspraak: ongegrond

Het cijfer voor de stage in het derde jaar bleek een vijf te zijn en dat zag de student totaal niet aankomen. Bij het tussenassessment waren de examinatoren volgens de student positief. De werkrelatie met het stagebedrijf was weliswaar niet goed, maar daar zou ze aan werken. De student was in de veronderstelling dat de relatie verbeterd was en wijt het slechte cijfer aan de gebrekkige communicatie vanuit de opleiding.

Ook vindt ze de beoordeling onduidelijk, onredelijk en te kort. De student zou daarom graag een second opinion voor haar beoordeling willen en een regeling treffen waarmee zij toch haar minor kan volgen. Want zonder voldoende mag zij die niet doen.

Een minor volgen zodat je meer tijd hebt om in beroep te gaan, is geen goed argument voor een aangepaste regeling.

De voorzitter van de examencommissie van ISO (sociale opleidingen), de verweerder, is het niet eens met de student en stelt dat de student op tijd op de hoogte is gesteld van haar disfunctioneren. Bovendien zijn van alle gesprekken notities gemaakt en opgeslagen in het studentenvolgsysteem Osiris. De student kan deze notities makkelijk lezen. De examinator heeft tijdens het tussenassessment de zorgen uitgesproken en was, naar eigen zeggen, helemaal niet positief over haar functioneren. De student is hier zeker van op de hoogte gesteld, zo is terug te lezen in de aantekeningen in Osiris.

Second opinion overbodig

Ook wil de opleiding geen second opinion, want er waren bij de beoordeling al twee examinatoren betrokken. Daardoor is een second opinion overbodig. De opleiding wil verder geen uitzondering op de regeling maken omtrent de toegangseisen voor de minor. Zij heeft namelijk nog meerdere vakken openstaan die ze in de tussentijd kan afronden. Volgens de opleiding wil ze de minor alleen volgen zodat zij meer tijd heeft om in beroep te gaan tegen de onvoldoende voor de stage. Dit is volgens de verweerder geen goed argument om de regels aan te passen.

Verwachtingen van een vierdejaarsstudent

Het college van beroep voor de examens is het daarmee eens. De student was overduidelijk op de hoogte van haar disfunctioneren en haar argumenten zijn volgens het college niet bepaald geloofwaardig.

Zij kon de notities in Osiris lezen en van een vierdejaarsstudent wordt verwacht dat zij het beleid kent. En aangezien zij haar stage niet heeft gehaald omdat ze een slechte werkrelatie had met haar werkgever, moet zij de stage in het geheel herkansen bij een ander bedrijf. Het college van beroep voor de examens vindt het belang van de student niet zwaar genoeg wegen om een aangepaste regeling te treffen.

Tijdens de zitting maakte de student bekend een nieuwe stage te lopen bij een ander bedrijf.

Tekst: Lana van der Meer

Illustratie: Jarek van Dalsen