Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
23 april 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Numerus fixus is geen wondermiddel

Gepubliceerd: 3 June 2019 • Leestijd: 7 minuten en 30 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Een numerus fixus met decentrale selectie kan aantrekkelijk lijken. Je beheerst de instroom exact én kunt de krenten uit de pap van de instroom pikken. Maar hoe pakt het in de praktijk uit? En welke problemen lost zo’n studentenstop eigenlijk op?

40 beschikbare plaatsen en 437 aanmelders. Zo zagen de cijfers bij de opleiding medische hulpverlening er op 15 januari bij het sluiten van de aanmelding uit. Na een eerste cognitieve selectieronde mochten de 75 best scorende aanmelders door. Zij hadden toetsen afgelegd in Engels en rekenen en een college gevolgd waarover ze vragen moesten beantwoorden. In de tweede selectieronde werd gekeken naar de motivatie en het beroepsbeeld. Aan het eind daarvan bleven er 40 personen over: onze lichting medische hulpverlening 2019/2020. De bijna 400 andere aanmelders moesten overstappen op plan B.

Op de HR geldt bij nog vier andere opleidingen een numerus fixus met decentrale selectie: bij verloskunde (80 beschikbare plaatsen), industrieel product ontwerpen (ipo, 100 plaatsen), biologie en medisch laboratoriumonderwijs (bml, 175 plaatsen) en fysiotherapie (200 plaatsen).

Slechte pers

Wat opvalt, is dat dit allemaal opleidingen zijn in de zorg en techniek. Juist door de tekorten in deze sectoren heeft de numerus fixus de laatste jaren een slechte pers gekregen. Waarom een extra drempel voor studenten opwerpen als we handen aan het bed nodig hebben en de arbeidsmarkt om bèta’s vraagt?

Ook zijn er vraagtekens bij de toegankelijkheid van het onderwijs. Selectie voor de poort zou de kansen voor eerstegeneratiestudenten en studenten met een niet-westerse achtergrond kleiner maken ten opzichte van de stereotype ‘witte havo- en vwo-meisjes’.

Waarom een extra drempel opwerpen als we handen aan het bed nodig hebben en de arbeidsmarkt om bèta’s vraagt?

Ronald Goijen en Lisette Kouwenhoven zitten vanuit de dienst onderwijs en organisatie (OeO) in een HR-werkgroep die zich bezighoudt met de numerus fixus. Zij denken dat de bezwaren tegen studentenstops vooral te maken hebben met de situatie in het wetenschappelijk onderwijs.

‘Bij een studie als geneeskunde staat die toegankelijkheid inderdaad onder druk doordat een beperkte groep in staat is voor de selectie te trainen en aan het cv te werken’, vertellen Goijen en Kouwenhoven. ‘Ook hebben universiteiten veel internationale studenten en willen ze dat via de fixus reguleren. Maar de situatie in het hbo is echt heel anders. Hier selecteren we vanwege capaciteit of een beperkte vraag van de arbeidsmarkt.’

Faciliteiten

Techniek- en zorgopleidingen hebben meer en andere faciliteiten nodig dan bijvoorbeeld economische opleidingen. Denk aan de laboratoria bij bml, praktijklokalen bij fysiotherapie en verloskunde, en werkplaatsen bij ipo. ‘De beschikbaarheid daarvan is heel definiërend’, vertelt Stephan Blom, onderwijsmanager bij ipo. ‘Onze werkplaatsen zijn wel op te schalen als je ineens meer studenten binnenkrijgt, maar hiervoor is een flinke investering nodig en dat kan nu alleen als een andere opleiding krimpt.’

Daarbij komt dat ook het werkveld de studenten moet kunnen opvangen. Bij medische hulpverlening moeten studenten stage lopen op ambulances en in operatiekamers (ok’s). Onderwijsmanager Cees van Bers: ‘Je zit dan al snel aan een grens. Je kunt geen vier mensen in een ambulance hebben of twaalf mensen in de ok. Het werkveld kan op dit moment daarom niet meer dan 40 studenten aan.’

Ook Margriet Langenberg van bml moet naast de capaciteit in haar eigen labs rekening houden met de praktijk. ‘We leiden op voor een beperkt vakgebied. Eigenlijk kun je zeggen: voor de overkant (wijst op Erasmus MC, red.). Het begeleiden van stagiairs kost veel tijd. Ze kunnen daar niet tot in het oneindige studenten van ons opnemen.’

‘Ik houd mijn hart vast voor wat er gebeurt als we de fixus loslaten.’

Langenberg had op 15 januari 315 aanmelders voor 175 plaatsen. Als ze die allemaal had toegelaten, zouden haar laboratoria uit hun voegen barsten. ‘Daar is op zich nog wel een mouw aan te passen’, denkt Langenberg. ‘Je kunt bijvoorbeeld in de avonden roosteren, al heeft dat risico’s voor de tevredenheid van studenten en docenten. Maar belangrijker is dat er voor alle bml-afgestudeerden op de arbeidsmarkt een plek is. Ik houd mijn hart vast voor wat er gebeurt als we de fixus loslaten. Ik vind dat onze afgestudeerden perspectief moeten hebben op werk. Daar voel ik me verantwoordelijk voor.’

Imago

De fixusopleidingen van de HR hebben een goed imago onder studiekiezers: bij medische hulpverlening spreekt het ‘hoge zwaailichtgehalte’ mensen aan. Bij ipo ziet onderwijsmanager Stephan Blom dat de notering in de Keuzegids als ‘topopleiding’ voor extra belangstelling zorgt, ‘naast het feit dat we een redelijk toegankelijke techniekopleiding zijn’. En bij fysiotherapie zijn volgens onderwijsmanager Annemarie Meulenberg altijd al meer mensen geweest die de opleiding wilden doen dan de arbeidsmarkt aankan.

De arbeidsmarkt is in de discussie over de numerus fixus een kernargument. Niemand wil studenten van populaire studies opleiden voor werkloosheid. Zelfs bij medische hulpverlening, waar tekorten te verwachten zijn met dit lage studentenaantal, is er geen werk voor meer dan 400 studenten per jaar, denkt Van Bers.

Toch is de situatie bij medische hulpverlening wezenlijk anders dan bij de andere fixusopleidingen. Het gat tussen de gestelde fixus en de verwachte vraag in het veld lijkt hier groter. Van Bers: ‘We denken dat er meer afgestudeerden nodig zijn dan wij nu afleveren met onze fixus van 40 per jaar. Het is een paradox: het werkveld is de oorzaak van het feit dat we te weinig mensen opleiden, maar heeft er ook het meeste last van. De werkdruk in de zorg is heel hoog. Dat weten we allemaal.’

Er zit wel beweging in, zegt Van Bers. ‘Het onderwerp staat op de agenda van ons overleg met deRotterdamseZorg, een samenwerkingsverband van 24 zorginstellingen in de regio. Vanuit deRotterdamsezorg ligt er het verzoek om de fixus te verhogen naar 60. Of dat genoeg zal zijn om de arbeidsmarkt te bedienen, weet ik niet. En natuurlijk moet er een commitment vanuit het werkveld tegenover staan. Die 60 studenten moeten wel stage kunnen lopen. Het uiteindelijke besluit over de hoogte van de fixus van 2020/’21 zal vlak voor december 2019 vallen.’


Bij fysiotherapie speelt een ander dilemma. Twee jaar geleden hebben twee hogescholen in het land de fixus voor deze studie losgelaten. Afgelopen jaar deed Fontys (Eindhoven) dat en dit jaar volgde de Hogeschool van Amsterdam. Onderwijsmanager Meulenberg: ‘Het begint steeds dichterbij te komen. Het argument om ermee te stoppen is dat de collegebesturen geen fixus voor een zorgopleiding willen, maar ook dat ze weer willen groeien.’

Andere opleidingen laten fixus los

Het brengt Meulenberg in een lastig parket, want zij ziet het aantal aanmeldingen bij haar eigen opleiding afnemen. ‘Ik snap het ook wel. Stel dat je echt graag fysio wilt studeren, waarom zou je je dan inschrijven bij een fixusopleiding als je ook naar een hogeschool kunt gaan waar je zeker wordt toegelaten?’

Niemand wil studenten van populaire studies opleiden voor werkloosheid.

Bij de HR is de fixus gesteld op 200 studenten, ‘maar dat aantal halen we niet’, vertelt Meulenberg. ‘Vorig jaar zijn we gestart met 186 studenten en je weet dat je ook altijd 20 tot 25 procent van de groep waarmee je begint kwijtraakt. We moeten afwachten wat er dit jaar gebeurt, nu Amsterdam zijn fixus heeft losgelaten. Stel dat Leiden en Breda dat volgend jaar ook gaan doen, dan wordt het voor ons heel moeilijk om met een fixus te blijven werken. Toen Fontys de fixus vorig jaar losliet, hadden ze 1.000 aanmelders van wie zich er 600 inschreven. Dat soort aantallen zet je onderwijsorganisatie enorm onder druk. En het is maar de vraag of er straks voor al deze fysiotherapeuten voldoende werk is.’

Bewustere studiekeuze

Ipo en bml worden niet geplaagd door dit soort dilemma’s en kopzorgen. Daar ervaren ze vooral de positieve effecten van de decentrale selectie. Langenberg, van bml: ‘Ook wij zitten niet vol. Van de 175 plaatsen waren er in september 150 gevuld, terwijl we 315 aanmelders hadden. Desondanks zie ik een groot voordeel in het werken met een decentrale selectie: het leidt tot een beter gemotiveerde studiekeuze.’
Dat vindt ook Blom, van ipo: ‘Als de fixus morgen zou worden opgeheven, dan zou ik toch doorgaan met de instrumenten die we inzetten voor de selectie (een motivatiegesprek, een creatieve test en een technische ontwikkeltest, red.). We kunnen studenten op deze manier goede handvatten geven bij hun keuze.’

‘De selectie heeft iets weg van een ritueel waardoor ze denken dat ze iets bijzonders gaan doen bij de opleiding.’

Er gebeurt iets met studiekiezers tijdens die selectie, ervaart Blom. ‘Ik vind het motivatie-effect enorm. De selectie heeft iets weg van een ritueel waardoor ze voelen dat ze bij ipo iets bijzonders gaan doen. Je moet je plek verdienen, en als dat lukt is het de studenten echt iets waard. Omgekeerd kiezen wij als opleiding ook voor de aankomend student.’

Maar zijn de aanmelders die deze survival of the fittest overleven dan ook betere studenten? Doet nummer 1 op de ranglijst het beter dan de hekkesluiter? ‘Nee hoor’, zegt Van Bers relativerend. ‘Het zijn geen andere studenten, geen strebers.’ De winst van het instrument zit  vooral in de beheersbaarheid van de instroom ten opzichte van de capaciteit en het afleveren van een passend aantal afgestudeerden voor de arbeidsmarkt (bml, ipo, fysio).

De andere kant van de medaille is dat de studentenstop zich tegen je kan keren, zoals mogelijk bij fysiotherapie gaat gebeuren als nog meer hogescholen de fixus afschaffen. Of dat we als hogeschool potentieel onbenut laten, een gruwel voor een onderwijsinstelling die juist elk sprankje talent wil ontplooien.

Stephan Blom kon dit collegejaar 38 studenten niet plaatsen. Bij medische hulpverlening was dat het tienvoudige. Van Bers: ‘’Die 437 aanmelders zijn in principe een extra potentieel aan toekomstige collega’s. Dat ze niet alle 437 geschikt zijn, is duidelijk, maar het waren er wel meer dan 40. Het is zonde dat we die terugkieperen in de vijver waaruit opleidingen hun aankomend studenten opvissen.’

Politiek beladen

‘De numerus fixus is nou eenmaal geen instrument dat alle problemen oplost’, zeggen beleidsmedewerkers Goijen en Kouwenhoven. ‘Het is geen wondermiddel, er zitten altijd haken en ogen aan. Zo waren er afgelopen jaar drie opleidingen die overwogen om een fixus aan te vragen, maar na een zorgvuldige weging hebben besloten om er toch van af te zien. Een fixus stel je in op basis van een langetermijnvisie. Vastgoed en makelaardij heeft bijvoorbeeld het probleem dat te veel studenten op basis van de huidige conjunctuur voor de studie kiezen. Uiteindelijk vond men een fixus niet het juiste instrument om dat probleem aan te pakken.’

‘Validering’ van een fixus is dus belangrijk, stellen Goijen en Kouwenhoven. ‘En dat wordt alleen nog maar belangrijker.’ Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66) wil de huidige Wet Kwaliteit in verscheidenheid hoger onderwijs per september 2020 aanpassen. Opleidingen zullen voortaan eerst langs de minister moeten om de gewenste fixus te onderbouwen. Pas als zij overtuigd is van nut en noodzaak mag er een studentenstop worden ingesteld.

De Vereniging Hogescholen is daar niet enthousiast over. Zij ziet geen noodzaak voor een controle vooraf, omdat het aantal fixusopleidingen in het hbo de afgelopen vijf jaar juist fors is afgenomen, van 125 naar 41. Goijen en Kouwenhoven: ‘Jammer dat de fixus zo’n politiek onderwerp is geworden en er minder oog is voor de kwalitatieve argumenten. Op de Hogeschool Rotterdam stellen we geen fixus in om studenten te pesten of uit te sluiten. We doen dat om te zorgen dat ze kwalitatief goed onderwijs krijgen met voldoende faciliteiten én dat afgestudeerden een plek op de arbeidsmarkt vinden.’

Tekst: Esmé van der Molen
Illustratie: Aileen Melief

 Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

One Response to Numerus fixus is geen wondermiddel

  1. Ik ben groot voorstander van de numerus fixus: elke opleiding moet er één hebben. Op deze manier kun je de instroom van nieuwe studenten beter afstemmen op de beschikbare capaciteit.

    Ik heb het een paar jaar geleden nog meegemaakt waar een opleiding binnen mijn instituut ineens verdubbelde in omvang, ineens heb je bijna twee keer zoveel personeel en accomodatie nodig… en dat regel je echt niet even vlak voor een zomervakantie. Met als gevolg, grote onvrede bij studenten, wat weer tot een matige NSE leidt, een CvB en management dat nerveus wordt etc.

    Vaak hoor ik dat een numerus fixus studenten afschrikt (“Wat als ik wordt uitgeloot?”) en tot minder instroom leidt, terwijl de lege plekken in de collegezaal gewoon betaald moeten worden omdat de personeelscapaciteit en onderwijsfaciliteiten berekend zijn op een bepaalde instroom.

    Wanneer elke opleiding een numerus fixus heeft, vervalt ook de afschrikkende werking – terwijl je tevens kwaliteit kunt garanderen. Daarom moet elke opleiding en numerus fixus hebben!

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top