Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
29 maart 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Hogeschool Rotterdam moet schadevergoeding betalen aan oud-studenten medische hulpverlening

Gepubliceerd: 9 February 2021 • Leestijd: 2 minuten en 29 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

De rechtbank in Rotterdam heeft vorige week geoordeeld dat de Hogeschool Rotterdam aansprakelijk is voor de studievertraging van vier oud-studenten medische hulpverlening. Die vertraging ontstond door een tekort aan stageplaatsen.

In locatie Academieplein staat een heuse ziekenwagen. Het is zeg maar een leswagen, voor studenten medische hulpverlening.

De oud-studenten behoren tot de eerste lichting van de opleiding bachelor medische hulpverlening (bmh) die sinds studiejaar 2012-2013 aangeboden wordt op de Hogeschool Rotterdam. De vier spanden begin vorig jaar een rechtszaak aan tegen de HR in samenwerking met het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR). Ze eisten per gedupeerde een schadevergoeding tussen de € 23.567 en € 40.400 van de HR voor een tot twee jaar vertraging.

De rechtbank geeft hen nu gelijk. Volgens de uitspraak is er sprake van een ‘Schending artikel 7.4 lid 2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)’. Dat artikel stelt: ‘Een opleiding wordt zodanig ingericht dat een student in staat is het aantal studiepunten te behalen waarop de studielast voor een studiejaar gebaseerd is.’

Te weinig stageplaatsen

De bmh-studenten hadden problemen met het vinden van een stageplaats en vonden dat de schuld van de HR. Volgens de studenten was het werkveld door de HR slecht ingelicht over de opleiding en er was ook veel weerstand van de werkvloer, omdat de studenten niet stonden ingeschreven in het BIG-register (Register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, red.).

De BIG-registratie, die bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen ook moeten hebben, geeft de bevoegdheid voor het zelfstandig uitvoeren van bepaalde medische handelingen, mits bekwaam. In mei 2017 werd het beroep medisch hulpverlener voor een proefperiode van vijf jaar in het register opgenomen.

Volgens de rechter is de HR verantwoordelijk voor voldoende aanbod van stageplaatsen en kon de hogeschool in 2012 voorzien dat er te weinig stageplaatsen beschikbaar zouden zijn. Ondanks deze situatie is ervoor gekozen om veel meer studenten medische hulpverlening te laten instromen dan gepland: in het eerste jaar zouden 30 studenten instromen, in werkelijkheid werden dat er 118. Daarnaast is er volgens de rechter niet tijdig en duidelijk gewaarschuwd voor het risico van een gebrek aan stageplaatsen.

Bmh’ers sluiten onvoldoende aan op eisen van de arbeidsmarkt

De HR moest de studenten in staat stellen zonder noemenswaardige studievertraging de opleiding af te ronden en in beginsel in aanmerking te laten komen voor de functies waarvoor de opleiding bmh opleidt. Volgens de rechter is dit niet het geval geweest en lopen de oud-studenten ook schade op, omdat ze onvoldoende aansluiten op de eisen van de arbeidsmarkt. Zo komen ze niet direct in aanmerking voor de inschrijving in het officiële BIG-register, omdat ze niet beschikken over de bevoegdheid om bepaalde medische handelingen te verrichten. En zonder die registratie kunnen ze niet aan de slag.

In het vonnis wordt de stageproblematiek verweten aan de HR en zijn de problemen rondom de BIG-registratie de schuld van de overheid, die tekortschiet in de regelgeving.

Schadevergoeding en reactie HR

De rechter stelt de Hogeschool Rotterdam dus aansprakelijk voor de geleden schade, maar heeft de omvang van de schadevergoeding nog niet bepaald. Met name omdat nog onduidelijk is welk deel van de opgelopen studievertraging het directe of indirecte gevolg is van het gebrek aan stageplaatsen en welk deel bijvoorbeeld te wijten is aan andere factoren, zoals ‘een soms mindere studie-inzet van één van eisers zelf en/of een tekortschietende prestatie van één van hen’. Dit moet in een aparte procedure worden vastgesteld.

De vier studenten die door de rechter in het gelijk zijn gesteld, zijn de hoofdaanklagers in deze zaak. Ze voeren dit proces namens 35 mede-gedupeerden.

De Hogeschool Rotterdam kan tegen deze uitspraak in hoger beroep gaan. In een eerste reactie laten de HR weten verbaasd te zijn door de uitspraak van de rechter en het vonnis uitvoerig te gaan bestuderen. Daarna wordt er besloten of er eventuele vervolgstappen genomen gaan worden.

Tekst: Asli Kösker
Illustratie: Demian Janssen

 Wil je op donderdag (rond lunchtijd) het heetste nieuws van afgelopen week in je mailbox ontvangen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

 

 

Recente artikelen

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top