Michael Smink is tweedejaars bouwkunde en droomt als zwemtalent van de Olympische Spelen. ‘Op de 100 en 200 meter vlinderslag won ik medailles in de hoogste leeftijdscategorie, voor de Olympische Spelen richt ik me ook op die afstanden.’

‘Op mijn negende deed ik aan reddingszwemmen, daar zagen ze dat ik goed kon zwemmen en vroegen ze of ik niet eens wilde kijken bij het wedstrijdzwemmen. Dat ben ik gaan doen en al snel deed ik mee aan de provinciale kampioenschappen. Ik merkte dat ik het heel leuk vond om te doen, en ook dat ik er best wel goed in was. Ik stopte met reddingszwemmen en voetballen zodat ik nog meer kon zwemmen, en ging uiteindelijk in Zeist trainen onder Europees Kampioen Robin van Aggelen. Tegenwoordig train ik bij het opleidingscentrum van het Nederlandse team in Rotterdam omdat dat handiger is met school.   

‘Ik heb wel een druk programma, dit seizoen ben ik van acht naar negen keer trainen in de week gegaan’

‘Op trainingsdagen sta ik ’s ochtends om kwart over vier op. Mijn moeder brengt me elke keer van Schoonhoven naar Rotterdam, na de training ga ik meestal gelijk door naar school. Ik heb wel een druk programma, dit seizoen ben ik van acht naar negen keer trainen in de week gegaan, maar ik hou wel genoeg vrije tijd over om met vrienden af te spreken. Bij topsport hoort het erbij dat je dingen moet opofferen, al voelt het voor mij niet eens zo.

‘Motivatie haal ik vooral uit prestaties tijdens wedstrijden en trainingen; een mooie tijd motiveert om door te gaan. En het is heel fijn om te trainen met mensen om je heen die op hetzelfde niveau zitten. De groep waarmee ik train is leuk en al heel lang hetzelfde, indirect motiveren wij elkaar ook. Voor wedstrijden zet ik soms ook nog even muziek op, vooral als ik wat langer nodig heb om op te warmen. Meestal luister ik dan iets met een stevig tempo; hardstyle of lichte hardcore.

‘Ik wil denk ik constructeur worden, dan moet je onder andere berekeningen maken voor bouwtekeningen.’

‘Het zwemmen valt gelukkig goed te combineren met studeren. Ik heb een topsportstatus wat het makkelijker maakt, daarnaast vind ik bouwkunde ook echt heel interessant. Mijn vader heeft een bedrijf in personeelsverhuur in de bouw. Van jongs af aan ging ik met hem mee, zo kwam ik bij veel verschillende projecten. De bouw van Vechtzicht, het grootse aquaduct van Europa, heb ik bijvoorbeeld van dichtbij meegemaakt en dat vond ik heel indrukwekkend. Ik leerde veel verschillende mensen en beroepen kennen: constructeurs, hydrologen, uitvoerders. Met veel van die mensen heb ik meegelopen, daardoor voelde ik me betrokken bij de bouw en wist ik al snel dat ik bouwkunde wilde studeren.

‘Ik wil denk ik constructeur worden, dan moet je onder andere berekeningen maken voor bouwtekeningen. Als dit niet bevalt kan ik via de contacten bij mijn vader nog altijd uitvoerder worden. Maar mijn grote droom is allereerst om me te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2024. Er kan natuurlijk van alles gebeuren, maar als ik kijk naar de progressie die ik het afgelopen seizoen heb gemaakt dan denk ik dat het haalbaar moet zijn.

‘Op het NK Zwemmen heb ik deze zomer negen afstanden gezwommen en acht medailles gewonnen’

‘Op het NK Zwemmen heb ik deze zomer negen afstanden gezwommen en acht medailles gewonnen, daarmee was het mijn beste NK tot nu toe. Op de 100 en 200 meter vlinderslag won ik medailles in de hoogste leeftijdscategorie, voor de Olympische Spelen richt ik me ook op die afstanden. Voor de honderd meter vlinderslag is de limiet die ik moet halen 51.6 seconden. Op dit moment is mijn snelste tijd 54 seconden, maar ik heb dit seizoen al drie seconden van mijn vorige tijd afgehaald dus als die progressie doorzet kan het lukken. Bij vlinderslag is er ook minder concurrentie dan bij bijvoorbeeld borstcrawl, wat ook goed is voor mijn kansen om mee te mogen.  

‘Ik ben vorig jaar gevraagd voor het high potential programma in Eindhoven, maar ik zat toen nog maar een jaar bij mijn trainer in Rotterdam. Het ging goed dus ik wilde nog niet weg. Het verschil met waar ik nu zit is dat daar alles nog veel meer gericht is op het leveren van topprestaties. Je gaat op trainingstijden zwemmen die het meest effectief zijn en hebt ook veel deskundigen om je heen zoals voedingsdeskundigen, lifestyle coaches en meerdere fysio’s. En dit allemaal op een locatie. Eigenlijk is dat een stap naar het echte topniveau. In Rotterdam zit ik nu nog goed en wil ik nog meer werken aan mijn techniek, maar ik kan altijd nog de stap maken.’

Tekst en foto: Wietse Pottjewijd

Volg ons op Instagram