Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
5 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Zestig-puntenplan in de prullenbak: ook HR wil druk op studenten verlagen

Gepubliceerd: 20 March 2023 • Leestijd: 4 minuten en 51 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Het college van bestuur gooit haar eerdere plan overboord voor een van bovenaf opgelegde studienorm van zestig punten voor alle studenten. In een nieuw plan van het college mogen opleidingen vanaf 2026 zelf bepalen hoeveel studiepunten eerstejaars moeten halen. Voor studenten en opleidingen gaat de druk hiermee verder van de ketel.

Handgetekende animatie van persoon dat wegrent van een rood stekelig monster met een BSA ketting

Per 2026 mogen opleidingen een doorstroomnorm instellen voor eerstejaars – is het nieuwe voorstel van het cvb – van dertig tot zestig punten. In het tweede jaar volgt dan een bsa van zestig punten. De centrale medezeggenschapsraad vergadert hier vanmiddag over. Het nieuwe voorstel scheelt opleidingen een flinke onderwijshervorming – die nodig was in het ‘zestigpuntenplan’ – maar wat betekent een doorstroomnorm eigenlijk in de praktijk?

Bsa ter discussie

Net op het moment dat steeds meer onderwijskundigen een hoge studienorm omarmen, waait er in de politiek een andere wind. Eerstejaars van school sturen omdat ze een paar punten te weinig hebben gehaald, levert dat niet vooral onnodige studievertraging op? De vorige Tweede Kamer en minister van Onderwijs stelden het bindend studieadvies ter discussie en hogeschool Windesheim overwoog zelfs helemaal op te houden met het van school sturen van studenten die de norm niet snel genoeg halen.

De Hogeschool Rotterdam bewoog de afgelopen jaren juist de andere kant op, richting een steeds hogere norm voor steeds meer studenten. Zo was de HR voor zover bekend de eerste hogeschool die een maximale bsa-norm instelde in 2015, bij commerciële economie. Studenten die niet in één jaar hun propedeuse haalden, liepen vanaf toen het risico om subiet van school gestuurd te worden.

60-punten bsa bij commerciële economie succesvol

Het zestig-punten-bsa bij commerciële economie was onderdeel van een pakket aan onderwijskundige maatregelen. Zo deed de opleiding ook iets aan de concurrentie die normaal bestaat tussen vakken die tegelijk gegeven worden. En de opleiding bood minder herkansingen aan, om voor studenten de druk op de eerste toetskans te verhogen. Ook voerde commerciële economie compensatieregels in, zodat niet iedere onvoldoende direct het einde zou betekenen. Maar het is vooral de angst om na een jaar van school gestuurd te worden die studenten aan de bal houdt, zo scheef lector Ellen Klatter van de Hogeschool Rotterdam in een gezaghebbend rapport over de onderwijsvernieuwingen bij (onder andere) commerciële economie.

Uit het rapport werd duidelijk dat commerciële economie zoveel méér studenten binnenboord weet te houden, dat de opleiding langzaam maar zeker een blauwdruk aan het worden is voor andere opleidingen – binnen de HR, maar ook elders in het land.

Van bsa naar ‘doorstroomnorm’

Het voorstel van het college van bestuur vorig jaar was dan ook bedoeld om die druk van een hoge studienorm ook bij andere opleidingen te organiseren. Er lag een collegebesluit op tafel waarin werd gesteld dat vanaf 2026 alle opleidingen van de HR hun onderwijs zouden moeten aanpassen aan een studienorm van zestig punten. Inclusief het invoeren van compensatie in hun toetsbeleid.

Eén belangrijk detail maakt echter een wereld van verschil in dit verhaal: de nieuwe studienorm heet in de plannen van de hogeschool niet langer een ‘bindend studieadvies’ maar een ‘doorstroomnorm’. En die doorstroomnorm is echt veel minder hard dan een bindend studieadvies.

Dat is geen toeval. De zachte krachten lijken het ook op de HR te winnen, blijkt bijvoorbeeld uit de herhaalde opmerkingen van de voorzitter van het college van bestuur van de HR, Ron Bormans: hij af wil van het bsa als een koud selectie-instrument.

Pas na twee jaar ‘afrekenen’

Het bsa is inderdaad behoorlijk koud: de norm niet halen betekent dat je kunt vertrekken. Met een doorstroomnorm neemt de hogeschool juist iets terug van de verantwoordelijkheid voor het studiesucces van studenten. Een student die na het eerste jaar de doorstroomnorm niet haalt, kan namelijk gewoon bij de opleiding ingeschreven blijven staan, om de ontbrekende vakken alsnog te halen. In plaats van na één, wil het college van bestuur vanaf 2026 na twee jaar ‘afrekenen’ met studenten. Na twee jaar geen propedeuse betekent dan alsnog dat je moet vertrekken.

Vanuit het perspectief van studenten is dat een stuk vriendelijker, maar voor opleidingen betekent die nieuwe verantwoordelijkheid echt wel iets. Een student mag niet aan de tweedejaarsvakken beginnen voordat de doorstroomnorm alsnog is gehaald. Maar stel dat de student alleen de vakken uit het laatste blok nog opnieuw moet doen? Moet hij dan in zijn tweede jaar drie blokken lang duimendraaien tot hij in het vierde blok zijn eerstejaarsvakken kan herkansen?

Harde of zachte norm

Op zich zijn daar wel oplossingen voor te bedenken, zeggen mensen binnen de hogeschool die zich over dit vraagstuk buigen. Een opleiding zou de vakken anders kunnen organiseren – de eerstejaarsvakken meermaals aanbieden, bijvoorbeeld. Of, net zoals de opleiding informatica nu doet, een extra instroommoment voor het eerste jaar creëren in februari. Zo blijft de vertraging voor studenten beperkt. Maar als een opleiding de vertraging zo klein mogelijk maakt, wat is dan nog het nut van de doorstroomnorm?

Hetzelfde geldt vanuit het perspectief van examencommissies. De examencommissie kan uitzonderingen maken voor studenten. Ze wel of niet alvast tot tweedejaarsvakken toelaten, bijvoorbeeld. Als ze het niet doen, vergroten ze de mogelijke vertraging voor studenten. Als ze uitzonderingen maken, verlagen ze gelijk ook de druk die uitgaat van de doorstroomnorm.

Verwarring bij cmr weggenomen

Als opleidingen de verantwoordelijkheid met een doorstroomnorm naar zich toe trekken, moeten ze ook met hun financiën rekening houden. Een student wegsturen vanwege een bsa is gratis (niet voor de volgende opleiding waar de student aan begint, maar goed). Een opleiding krijgt vier jaar subsidie per ‘vers’ ingeschreven bachelorstudent (en een vijfde jaar voor een diploma). Een opleiding die een hoge doorstroomnorm hanteert, met veel studievertraging en langstudeerders als gevolg, snijdt zichzelf financieel in de vingers.

Op één punt echter, maakt het college van bestuur de doorstroomnorm weer wat sterker. Dat wil zeggen: in vergelijking met opmerkingen van het cvb in november, tijdens een vergadering met de centrale medezeggenschapsraad. Toen overviel het cvb de cmr met de opmerking dat de doorstroomnorm ook maar een advies was, dat studenten gewoon naast zich neer zouden kunnen leggen. De cmr bleef toen in verwarring achter, omdat de indruk bestond dat de doorstroomnorm bepaald geen vrijblijvend advies was. En dat was het ook niet, blijkt nu. In een brief van het cvb aan de cmr wordt de verwarring definitief weggenomen: ‘De doorstroomnorm is niet slechts een advies aan de student, maar is in de wet als bindend opgenomen.’

Minder druk op studenten

In de wet bestaat een doorstroomnorm van zestig punten, vanwege de overgang van de propedeuse naar de hoofdfase van en opleiding. In de wet staat echter ook dat een examencommissie, rekening houdend met de onderwijs- en examenregeling, kan afwijken van de eis dat studenten hun volledige propedeuse halen voor ze aan de hoofdfase beginnen. Dat betekent dat een lagere doorstroomnorm vastgelegd kan worden in de hogeschoolgids.*

Duidelijk is in ieder geval dat de druk op studenten met een doorstroomnorm zal afnemen. Het is aan opleidingen om hier de komende jaren een onderwijskundig plan voor te maken.

Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Demian Janssen

*Correctie: een eerdere versie van dit artikel wekte de suggestie dat er beperkte juridische grond is voor een lagere doorstroomnorm dan een van zestig punten. Dat klopt niet. We hebben het artikel aangepast.

 Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

2 Responses to Zestig-puntenplan in de prullenbak: ook HR wil druk op studenten verlagen

  1. Er zijn veel argumenten tegen het afschaffen van het BSA of het introduceren van een ‘lage doorstroomnorm’. Buiten het binnenboord houden van meer studenten (zie Commerciële Economie) worden in het artikel ook genoemd:
    – De opleiding draagt de financiële consequenties, en
    – Een eventuele volgende opleiding draagt nog meer financiële consequenties.
    Minstens even belangrijk is de belasting die een lagere (of geen) norm creëert voor de opleiding en docenten in de vorm van langstudeerders en de toename van herkansers en ‘extra toetskansen’. Ook te melden zijn de veelheid aan activiteiten die ondertussen worden ondernomen door bijv. studentzaken en in studiesucces programma’s.
    Daarnaast is het de vraag of de student er zelf mee geholpen is. Studievertraging is het gevolg van omstandigheden. Tijdelijke omstandigheden van persoonlijke aard zijn natuurlijk te billijken. Anders is het als het een kwestie is van kunnen of motivatie. Studenten blijven hangen omdat een oneigenlijk verwachtingspatroon is opgelegd. Maar studenten kunnen ook in moeilijkheden komen omdat de studie niet is wat ze hadden verwacht of deze hen niet ligt. Liggen hun talenten dan elders?
    Dit laatste sluit aan op een relevant politiek thema, namelijk oriënteer de beroepsopleidingen niet op hoger of lager, maar op beroepsaspecten. Zie de bijdrage van minister Dijkgraaf in het 2e Kamer debat over OC&W begroting 2023: ‘De gedachte van “alsmaar hoger, hoger, hoger” creëert stress en valse beloften’.
    En ja: de HR heeft studeren, deels noodgedwongen, georganiseerd als een hindernissenbaan. Beter daaraan werken, dan een nieuwe pleister plakken.

  2. @Rob: Interessant wat je zegt over de rol van verwachtingspatronen. Kun je hierover uitweiden? Ik ben ook benieuwd in hoeverre ‘wij’ (niet-studenten) kunnen vaststellen wanneer verwachtingspatronen oneigenlijk zijn. Ik kan me voorstellen dat je dat gesprek als docent nogal eens met studenten moet voeren?

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top