Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
25 april 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Blog Raymond: Slechte roosters breken me op

Gepubliceerd: 8 September 2017 • Leestijd: 1 minuten en 15 seconden • Raymond Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Ik begon aan mijn studie als een braaf studentje, maar één ding heeft ervoor gezorgd dat ik tegenwoordig lessen mis: slechte roosters. Alle tussenuren breken me op. Ik heb geen zin meer om op lessen te wachten.

Een portret van blogger Raymond Hensgens

Het begon afgelopen collegejaar: tussenuren, zo ontzettend veel tussenuren. Twee uur wachten op 40 minuten business communication, drie uur wachten op een consult van 5 minuten waarin je verteld wordt dat je het goed doet. En als laatste, maar zeker niet het minste, twee uur wachten op een college onderzoeksvaardigheden waarin de docent zegt: ‘Als je vragen hebt kan je ze stellen, zo niet dan kan je stil aan het werk gaan.’

Op de HR hebben ze dus vervelende roosters. En als tweedejaars bedrijfseconomiestudent ervaar ik deze roosters als onnodig. Het kan namelijk veel en veel beter.

Ik zal maar eens beginnen met het probleem op het instituut voor financieel management (IFM) waar ik studeer. Hier hebben ze de eerstejaars bedrijfseconomiestudenten ingedeeld op de vijfde verdieping en de ‘studieruimte’ daar is altijd vol. Een groep probeert te leren, een ander groepje is de stoelendans aan het doen en de rest schreeuwt gezellig mee.

Het gebrek aan rustige werkplekken en de vele tussenuren zorgen ervoor dat ik geen motivatie meer kan opbrengen om urenlang te wachten op een kort lesje. Leren op school is zo goed als onmogelijk en tussendoor naar huis gaat ook niet. Welke opties blijven er dan nog over? Weinig. Dus ik besloot af en toe een lesje over te slaan. Want één les kan je wel inhalen, dat zal geen ramp zijn.

Aan het begin van mijn studie kon ik me niet voorstellen dat ik lessen zou overslaan, maar de rare, rotte roosters hebben mijn mentaliteit veranderd. En dat terwijl ik toch nog graag nieuwe dingen leer en enorm veel plezier heb met mijn klas.

Over onze nieuwe blogger Raymond Hensgens
Raymond (18) is tweedejaars bedrijfseconomie en studeert aan het IFM (financieel management) op de Kralingse  Zoom. Hij wil met zijn blogs andere studenten laten zien dat er op het ‘saaie’ instituut ook veel leuke en bijzondere dingen gebeuren.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

19 Responses to Blog Raymond: Slechte roosters breken me op

  1. Beste Raymond,

    Heb je de toets Argumentatie gehaald?

    Met vriendelijke groet,

    Marius Engelsman
    docent IFM

  2. Beste Raymond,
    Jammer dat je het afgelopen collegejaar zo hebt ervaren. Wij als opleiding vragen regelmatig aan studenten hoe ze ons onderwijs en de voorzieningen ervaren. De resultaten zijn goed en daar waar problemen worden gesignaleerd acteren we snel. Jij geeft nu een signaal via je blog, dat is nieuw voor me, dus ik nodig je graag uit voor een onderhoud om te kijken hoe we ook voor jou een aantrekkelijk leeromgeving kunnen aanbieden.

    Met vriendelijke groeten,
    Jennifer Keating
    Onderwijsmanager Bedrijfseconomie

  3. @Marius: Ik snap je opmerking niet zo goed. Bedoel je te zeggen dat de opbouw van Raymond zijn argument onvoldoende is? Ik denk dat je dit blog niet moet lezen door de lens van een rationeel opgebouwd argument. Raymond’s blog geeft een interessant inzicht in hoe een student de alledaagse rooster perikelen ervaart, in combinatie met de gebrekkige faciliteiten van Hogeschool Rotterdam, en wat voor effect dat heeft op een student. Ik lees dit blog door de lens van emotie en beleving en zie Raymond’s verhaal eerder als een signaal dat zeer serieus genomen moet worden. De roosters zijn al jaren een probleem op de hogeschool, en Raymond zijn verhaal is slechts het topje van de ijsberg. Ik vind het beschamend dat er na al die jaren – en vele vergaderingen, plannen en pogingen het op te lossen – het rooster probleem nog steeds een onderwerp is dat het leven van studenten domineert.

  4. Heeft M-K ook een naam? Ik “strijd” graag met open vizier.

  5. @Marius Engelsman. Jammerlijke reactie op een blog dat tekortkomingen van de HR bespreekt.

    Studenten zijn natuurlijk zelf verantwoordelijk voor hun motivatie en uiteindelijke studiesucces. Maar als onderwijsinstelling dien je ook te werken aan een optimale situatie om de studenten in hun studie te ondersteunen.

    De aangekaarte problemen speelden ook in de jaren toen ik naar de HRO ging. Weinig vooruitgang zo te horen.

    Er was onlangs toch een discussie over waarom er een vrij grote uitval was onder MBO studenten? Wellicht is dit een groep die sneller is afgeleid en door de slecht ingeplande roosters in de verleiding komt om dan maar een paar lessen per week te skippen – om bijvoorbeeld een extra middag werk in te plannen.

  6. @Marius Engelman. Het getuigt niet van erg veel volwassenheid om zo te reageren. Daarnaast is het ook in strijd met de spelregels die hier gelden. Ik citeer: “Gebruik argumenten, geen uitroepen.” & “Niet op de man/vrouw spelen.”

    Naar mijn mening is het betoog niet het sterkste dat ik ooit heb gelezen maar Raymond ervaart dat de roosters niet optimaal zijn. De mate waarop hij kan argumenteren doen voor hem niets af aan de ervaren frustratie en het ongemak.

    Kortom, het is -zeker als docent- in mijn ogen niet gepast om zo te reageren.

  7. Heeft de oud-student ook een naam?
    Ik “strijd” graag met open vizier.

    Marius Engelsman

  8. @Marius. Je ‘strijdt’ graag met losse flodders, bedoel je.

  9. @Marius Het is opvallend dat je zelf juist geen argumentatie gebruikt om te onderbouwen waarom de argumentatie in de blog niet deugt zoals je suggereert. En dat een student dat niet doet is tot hier aan toe, maar juist als docent Nederlands zou je beter moeten weten. Jammer.

  10. Beste @Marius Engelsman,

    Als eerste wil ik u bedanken voor uw feedback. Om even concreet antwoord te geven op uw vraag: Ja, ik heb de toets Argumentatie gehaald met 100%. In mijn (persoonlijke) blog probeer ik de lezers mee te nemen in mijn gedachtegang. Mensen zijn subjectief, dus ook mijn blogs.

    In de andere reacties kunt u lezen dat het een ‘echt’ probleem is, zelfs een oud student weet het te erkennen.

    Met vriendelijke groet,

    Raymond

  11. In een ideale onderwijswereld bestaan geen praktische problemen. Zodra je echter in “het echie” gaat organiseren, loop je tegen praktische problemen aan. In het geval van roostering is het een bijzonder lastige puzzel met combinaties en interacties op vele niveaus:
    a. Docentbeschikbaarheid: niet alle collega’s werken fulltime en sommige hebben extra restricties op hun werktijden, zoals niet beschikbaar op een specifieke ochtend.
    b. Lokalenbeschikbaarheid: de fysieke ruimte is per definitie beperkt en hier spelen dus ook zaken mee als groepsgrootte (niet elk lokaal is geschikt voor 32 studenten) en speciale wensen zoals computerruimtes.
    c. Vakken: elke klas moet alle vakken uit het curriculum aangeboden krijgen. Des te meer contacturen, des te lastiger. En als er vakken zijn die met een andere groep studenten worden gevolgd dan de reguliere klas, introduceert dat extra blokkades in het rooster.
    d. Keuzevakmomenten: in jaar 1 en 2 kunnen de eerste uren van de donderdag en de laatste uren van de dinsdag niet gebruikt worden, zodat studenten keuzevakken kunnen volgen.
    e. Gastlessen, kick-offs, etc: extraatjes voor bijvoorbeeld grote groepen die ergens een plekje moeten krijgen.
    f. Projecten: als een docent op groepsniveau tutorbijeenkomsten heeft met een klas, betekent dit dat er meerdere uren ingeroosterd moeten worden, terwijl je als student er maar een klein deel van gebruikt. Die uren kunnen niet gebruikt worden voor andere lessen, want een deel van de klas is niet beschikbaar, en lessen ervoor en/of erna betekenen per definitie wachttijd voor een deel van de klas.
    g. Naast al dit praktische zijn er nog heel veel wensen. Namelijk de wens om niet te beginnen om half 9, of liever helemaal niet voor 10:30 uur. En de wens om niet te laat klaar te zijn, of liever helemaal niet na 15:00 uur.

    Als het zo makkelijk is om dit “veel en veel beter” te maken, denk je dan niet dat dit al lang en breed gedaan was? Of denk je dat de roostermaker er een pervers plezier in heeft om studenten (en docenten) op te zadelen met onmogelijke roosters? Raymond, ik begrijp je punt, geloof me, maar de roosterpuzzel is allesbehalve makkelijk op te lossen en heeft veel achterliggende factoren die niet 1-2-3 zichtbaar zijn. Tussenuren zijn onvermijdelijk. Echt waar, onvermijdelijk!

    Nu kun je hopen/bidden/wensen dat dit opgelost gaat worden, maar uit de reactie van de oud-student blijkt wel dat het nu eenmaal een hardnekkig probleem is. Mijn advies daarom is: accepteer de tussenuren voor wat ze zijn en gebruik die tijd om te studeren (in de bieb is het wel stil) of voor de binding met je klasgenoten. Richt een studievereniging voor Bedrijfseconomie op, gebruik de tussenuren als vergadermoment en ga aan de slag met het organiseren van leuke, leerzame en nuttige activiteiten rondom je studie. Misschien kun je wel iets organiseren tijdens een van die tussenuren…

  12. @Mulch: dank voor je uiteenzetting, het laat duidelijk zien wat het maken van een rooster zo complex maakt. Wat ik mij afvraag, als je meer lokalen ter beschikking hebt, hoeveel scheelt dat in roosterproblemen? Wat je vaker met complexe problemen zit is dat een kleine afname of toename van één van de factoren, grotere effecten heeft op het geheel. Bijvoorbeeld, 1% minder auto’s op de weg, betekent ±4% minder file. Mijn ervaring met de roosters is, dat het aantal lokalen beperkt is (dat is een gegeven), en dat het management de beschikbaarheid optimaal en efficient probeert te gebruiken en daarmee vaak tot de limiet gaan. Waardoor vaak alle speelruimte weg is, en er bij kleine calamiteiten, of menselijke vergissingen, meteen grote problemen ontstaan. Wat als er 5% meer lokalen zijn (of 5% minder studenten), als marge, wat voor effect heeft dat op de rooster dynamiek? Ik weet dat meer lokalen ook meer kosten met zich meebrengen. Maar is het niet de moeite waard daar meer in te investeren als studenten daardoor effectiever kunnen studeren?

    Een ander punt dat Raymond beschrijft is niet zozeer de problematiek rondom rooster, maar het gebrek aan faciliteiten om de tussenuren nuttig te besteden, met name het gebrek aan een rustige “studie ruimte”. In jouw reactie stel je “in de bieb is het wel stil”… ben je onlangs wel eens in een mediatheek geweest? Ik denk dat je namelijk veronderstelt dat het stil is in de Mediatheken van de hogeschool. Mijn ervaringen zijn echter anders. Een tijd geleden wilde ik in alle rust ergens kunnen werken. Ik dacht, laat ik in de Mediatheek op Academieplein gaan zitten. Dat was echter een grote misvatting. Het leek alsof ik een druk café binnenliep. Veel groepjes studenten die of bezig waren met een project, of met gewoon social talk. Rustig kunnen werken kon ik meteen vergeten. Ik vroeg mij toen af, als het zelfs “gezellig” druk is in de mediatheek, waar zou je dan rustig kunnen werken of studeren op de hogeschool? Ik ben daar toen meer op gaan letten, en ook een aantal mediatheken en “studieruimtes” op verschillende locaties bezocht en constateerde dat er eigenlijk nergens een “rustige” plek te vinden was. Ik was daar een beetje verbaasd over.

    Bij een universiteitsbibliotheek is dat anders. Ik heb de afgelopen jaren ook een aantal universiteitsbibliotheken bezocht. Als ik vanwege stagebezoeken tussen twee afspraken inzat, waren dat vaak geschikte plekken om te werken (lange leve eduroam!). Wat mij opviel is dat deze bibliotheken stilte zalen of een stilte code hebben, het is er dan ook daadwerkelijk nagenoeg stil. Natuurlijk wordt wel wat gefluisterd hier en daar, maar het is zeker geen café zoals je op de hogeschool aantreft. Wat mij opviel, is dat er in Delft en Leiden ook studenten van Hogeschool Den Haag in de bibliotheek zaten. Daar kwam ik achter toen ik een aantal gesprekken bij de koffie automaat opving. Ik sprak daar toen één van de studenten over, en vroeg haar waarom ze in Leiden naar de bibliotheek kwam, waarop ze antwoordde dat het “de enige plek is waar ik rustig kan studeren”. Ik was daarom ook niet verbaasd toen ik een paar maanden geleden een artikel op Profielen las, waarin vermeld werd dat HR studenten de studieplekken van Erasmus studenten inpikken (https://profielen.hr.nl/2017/hr-vs-eur-studieplekken-inpikken-op-de-erasmus/). Wat me ook opviel, zijn de ruime openingstijden van de universiteitsbibliotheken, zeven dagen per week, van vroeg in de ochtend, tot laat in de avond. Met verlengde openingstijden tijdens tentamen periodes. Mijn indruk is dat universteiten erg hun best doen om studenten te ondersteunen om maximaal te kunnen studeren. In hoeverre doet de hogeschool dat eigenlijk?

    Ondanks dat dit slechts een beperkt aantal observaties zijn, doet het mij sterk vermoeden dat Hogeschool Rotterdam en Den Haag eigenlijk geen faciliteiten bieden waar in stilte gestudeerd kan worden. Ik heb het dan niet over de “stilte ruimtes” voor gebed en bezinning, maar daadwerkelijk ruimtes waar je de code is, dat het stil is, dat je er niet gaat zitten praten, geen groepswerk etc. Kom ik terug op mijn vraag, waar kun je binnen de hogeschool rustig zitten om in stilte te studeren? Misschien is het de moeite waard om daar onderzoek naar te doen. Wat is de behoefte van studenten aan stilte gebieden om productief te studeren? En wat zijn de faciliteiten die de hogeschool aanbiedt – niet alleen op papier, maar ook in realiteit: zijn de ruimtes daadwerkelijk stil of geschikt om in stilte te studeren? En is er behoefte aan extra faciliteiten in periodes waar veel toetsen plaatsvinden (einde kwartaal)?

    Zoals Raymond al aangeeft, de rooster problemen worden wellicht als minder ernstig ervaren als er faciliteiten zijn om de tijd productief te besteden. En als blijkt dat er een grote wens is aan stilte gebieden, dan zijn deze voor relatief weinig kosten te realiseren: de ruimtes zijn er al, alleen de afspraak dat het er stil moet zijn, moet nageleefd worden.

  13. Beste M-K,
    Een aantal punten:
    1. In de mediatheek hoort het stil te zijn, want het is een bibliotheek. Als dat niet zo is, moet men elkaar daarop aanspreken, zowel medewerkers als de andere aanweizgen. Ik kom niet heel vaak in de mediatheek, maar de keren dat ik er was, was het rustig.
    2. Persoonlijk denk ik dat het verschil met de universiteit en de hogeschool in bibliotheekgebruik vooral te verklaren is vanuit de verschillen in studentenpopulatie. Studenten van de universiteiten wonen vaker op kamers, terwijl op hogescholen veel meer treinstudenten zijn. Dit betekent dat hogeschoolstudenten gebondener zijn aan hun huis, aan het eten van mama en dus loopt het gebouw aan het eind van de dag volledig leeg. Op de Kralingse Zoom zijn de openingstijden van de mediatheek al verruimd, vooral voor de internationale studenten, maar nog verdere openstelling moet ook rendabel zijn. Voor 3 studenten de mediatheek openhouden tot 9 uur is ondoenlijk. Ik zou er wel voor een flexibelere instelling pleiten, zodat dit voor tentamenperiodes wel gebeurt. Overigens is de Kralingse Zoom doordeweeks geopend tot half 11 en na etenstijd kun je er een kanon afschieten, dus dan heb je de mediatheek niet nodig voor een rustige studieruimte.
    3. Meer lokalen verlichten het rooster, maar de afweging is lastig. Loop maar eens om half 9 ‘s ochtend of 5 uur ‘s avonds door het gebouw: vrijwel overal staan ettelijke lokalen leeg. Omdat het bouwen of huren van ruimte duur is, zal elke instelling eerst proberen te optimaliseren door de beschikbare ruimte intensiever te gebruiken. Dit is ook wat de maatschappij vraagt, want met gemeenschapsgeld gebouwen neerzetten die toch vooral leeg staan, zal weinig waardering oogsten. En uitbreiding van gebouwen brengt ook weer extra onderhoudskosten met zich mee, personeel voor schoonmaak, ict voor ondersteuning, etc.
    4. Er worden geregeld inventarisaties gemaakt over het lokaalgebruik. Dat zijn die mensen die met clipboards rondlopen en elk lokaal binnengluren. Ik heb niet hun exacte resultaten paraat, maar ik weet daar wel 2 dingen over: (a) lokalen die bezet horen te zijn volgens het rooster zijn dat vaak niet (Waarom? Geen idee! Ziektes? Lessen die eerder eindigen? Docenten die op eigen titel een les cancelen? Een hele klas studenten die niet komt opdagen?) en (b) als je kijkt naar het aantal mensen dat een lokaal echt gebruikt, is het helemaal bedroevend (32 studenten op de lijst, groot lokaal, er komen er 10 opdagen, dat soort werk). Op basis van zulke gegevens, zal geen enkele manager of bestuurder besluiten dat meer lokalen gebouwd of gehuurd moeten gaan worden. Nu is dat een beetje kip-ei, want als het rooster beter aansloot, zouden studenten eerder naar de les gaan, zoals Raymond met zijn column aanstipt.
    5. Meer lokalen verlichten niets aan de andere crux: docentenbeschikbaarheid. Docenten kunnen zich niet in 2’en splitsen en lang niet iedereen werkt op alle dagen. Dit zorgt voor veel blokkades in een rooster en creeert tussenuren.

  14. Wat Raymond in zijn blog schrijf, zo ervaren veel studenten het. Ik zie het ook in mijn klas. Een groot deel heeft geen zin om elke week uren op school rond te hangen voor nog 2 uurtjes les. Het maakt ook wel verschil in wat voor les het is en wat er behandelt gaat worden. Een hoop studenten moeten ook werken, zeker met het stijgen van het collegegeld en nu er geen studiefinanciering meer is.

  15. Wat Sjoerd hierboven schrijft, is volgens mij nu precies het typische verschil aan een hogeschoolstudent t.o.v. een universiteitsstudent. Hoezo “rondhangen op school”? Dat is toch wanneer je met je medestudenten serieus of minder serieus in contact bent? Dat is toch wat het hele studentleven zo interessant maakt? ‘s Ochtends les, ‘s middags les, tussendoor samen wat eten en daarna een biertje pakken. Waarom ervaren hogeschoolstudenten die tussenuren alsof ze nog op de middelbare school zitten? De beste momenten uit mijn studietijd komen niet van de colleges, maar de tijd ervoor, erna en ertussenin: middagen op het terras met nacho’s, het samen eten in de kantine en de avonden met films, uitgaan, enz. Dit is dus waarom ik ervoor zou pleiten dat ook hogescholen studie/studentenverenigingen hebben, zoals ik Raymond heb voorgesteld. Hartstikke leuk om bij te zijn, de organisatoren doen bestuurservaring op en je leert heel veel mensen kennen. Zolang de studentencultuur op de hogeschool eentje is van “hoe snel kan ik weer naar huis?”, zullen studenten tussenuren uitermate negatief blijven ervaren, de allerstilste mediatheek ten spijt.
    En wat werken naast je studie betreft, dat is niet per se iets nieuws hoor. Het collegeld stijgt elk jaar, dat deed het vroeger ook. Studiefinanciering bestaat niet meer, maar je kunt wel lenen, en de voorwaarden daarvoor zijn alleen maar gunstiger geworden. Je kunt ervoor kiezen om niet te lenen, maar dan moet je hard werken om je collegegeld te betalen, terwijl je door al dat werk geen gebruik maakt van de eerste facilitieit van elke onderwijsinstelling: de lessen. Krom! Dan loop je misschien ook nog eens studievertraging op en geloof me, eenmaal afgestudeerd met een baan verdien je vele malen meer dan die paar eurootjes voor het kassa draaien bij de Appie. Zolang je niet als een idioot leent voor overbodige dingen, blijft dat bedrag echt wel beperkt en is je aflossing na afstuderen misschien 25 euro per maand. Dat kun je dan best wel missen.

  16. @Mulch: interessant punt wat betreft het verschil tussen een hogeschool- en universiteitsstudent. Waarom hogeschool studenten in het “schoolse” blijven hangen? Ik denk dat het komt hoe er over het onderwijs en de onderwijsorganisatie gepraat wordt, de woorden die in alledaagse conversaties gebruikt worden hebben invloed op het mentale model dat we ermee associeren (zie o.a. ‘Images of Organization’ van Gareth Morgan). Hogeschool studenten en docenten hoor ik vaak uitdrukkingen gebruiken als: “Ik ga naar school”, “Ik ga huiswerk maken”, ook woorden als “leraren” en “leerlingen”, “klasgenoten” worden vaak gebruikt. Bij universiteitsstudenten hoor ik doorgaans iets andere uitdrukkingen: “Ik heb college / Ik ga naar de faculteit”, “Ik ga studeren”, en ze hebben het doorgaans over “hoogleraren/docenten”, “studenten” en “studiegenoten”. Het woord “school” in Hogeschool heeft hier wellicht enige invloed op.

    Ik begrijp uit je woorden dat je hogeschool studenten graag meer zou zien als universiteits studenten, minder een “consumerende” rol, maar meer een actief participerende en ondernemende rol in de onderwijsorganisatie. Er zijn denk ik een aantal factoren die het huidige gedrag bepalen: de taal die we gebruiken om de kern activiteiten en de organisatie te beschrijven, hoe studenten bejegend worden door docenten (vaak toch wat “schools”), een studenten populatie die veelal uit de directe omgeving komt en vaak nog thuiswonend is (dus vrienden en familie blijven dichtbij, er is weinig noodzaak om nieuwe vrienden te maken en lid te zijn van een studievereniging die dat ondersteunt). Factoren die niet eenvoudig te beïnvloeden zijn.

  17. @M-K, ja, daar heb je zeker goede factoren te pakken!
    Over taalgebruik: Ik gebruik deze woorden zelf ook, omdat dit de gangbare manier is om erover te spreken. Misschien is daarmee stoppen de eerste stap naar een serieuzer studieklimaat.
    Over bejegening: Docenten willen inderdaad nogal eens schools zijn naar studenten, maar dat is wel dubbel, hoor. Enerzijds willen de studenten als volwassenen behandeld worden, maar anderzijds komt de meerderheid onvoorbereid opdagen of krijg ik de dag voor het tentamen mailtjes met “wat is de stof voor de toets?”. Zoek dat ff lekker zelf uit, want dat staat al sinds dag 1 in de cursusomschrijving en is meerdere keren gezegd. Volwassen behandeling moet je ook wel verdienen. Helaas hebben de docenten te vaak gezien dat studenten hun eigen verantwoordelijkheid niet nemen en gaan ze dus maar bemoederen. Dat is ook zelfbescherming, want anders komen er weer klachten vanuit de klassenvertegenwoordigers dat dingen niet duidelijk zijn of zakt de helft van de klas voor de toets en zit je met een bak herkansers. Overigens weiger ik categorisch om mee te gaan op “studiereizen”, omdat om duistere redenen de meereizende docenten verantwoordelijk gehouden worden voor de groep, alsof het tieners zijn. Mijn enige studiereis ooit bleek dus een schoolreisje te zijn, waarbij ik ettelijke nachtelijke uren op een eerste hulp door heb moeten brengen omdat een student zodanig veel gezopen had dat alcoholvergiftiging werd gevreesd. Dan heb ik dus blijkbaar te maken met scholieren, niet met studenten. Eens maar nooit weer!
    Over vrienden maken: Ja, die noodzaak wordt minder gevoeld als je sociale kring nog in je woonplaats is. Tegelijkertijd kan het makkelijk allebei. Stel dat er wel een bloeiend verenigingsleven is, dan sluiten mensen zich daar ook wel bij aan als ze in de eigen woonplaats vrienden hebben. Omdat het niet bestaat nu en mensen thuis hun kring hebben, is er geen gemis van zo’n vereniging en ontbreekt het initiatief om het op te starten. Zie daar een vicieuze cirkel! Ik moedig het dan ook zeker aan als onze studenten zich dan maar aansluiten bij een club op de Erasmus. Daar heb je echt veel verenigingen, voor elk wat wils, en als de drempel wat hoog voelt, is een studentensportvereniging misschien wel een perfecte oplossing.

  18. Teveel tussenuren is niet prettig, voor studenten niet en voor ons docenten ook niet. Wat Raymond grappig genoeg over het hoofd ziet, is dat het college/gesprek waarop gewacht moet worden kennelijk niet interessant genoeg is. Dat is een heel ander probleem, een dat veel meer aandacht verdient dan ‘accepteren we twee of drie tussenuren’. Uiteraard geven wij ook liever geen les tot vrijdagmiddag half vijf, maar het gebeurt nu eenmaal. Mijn SLC-gesprekken probeer ik ook zo te plannen dat het voor studenten beter uitkomt, ik rouleer de tijden en dan moeten er soms een paar wat langer wachten, maar hoe vaak gebeurt dat? Eén, twee keer per jaar ….
    Daarnaast is er wat betreft volwassenheid bij studenten ook wat te winnen. Hierboven werd al gerefereerd aan werken overdag: dat een student een dag(deel) geen les hebt, betekent niet dat hij/zij (mag ik dat nog zeggen?) dan niet aan school hoeft te werken. Het is geen HR-probleem als een student door de week niet kan werken! Een half jaar geleden kreeg ik van mijn manager ook te horen dat studenten het niet handig vonden dat een inleverdatum van een project en een excursie tegelijk vielen. Hoe lang ze dat van te voren wisten? Tien weken!

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top