Samenwerken op de Kralingse Zoom, lukt dat?
Gepubliceerd: 25 October 2017 • Leestijd: 4 minuten en 15 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Je kunt besluiten dat er moet worden samengewerkt, maar gebeurt het ook? Ja, kan voorzichtig worden geconcludeerd. Onderwijsmanagers en anderen zoeken samenwerkingsmogelijkheden tussen COM, IFM, RBS en IBK. Doel: één economisch domein, één Hogeschool Rotterdam Business School.
‘Meet & Greet the Future of Finance’ is een event voor afstudeerders en bedrijven dat het instituut IFM half oktober voor de tweede keer organiseert. Er is op z’n minst één verschil met vorig jaar: collega-instituut COM doet mee, en er is ‘& Commerce’ aan de event-naam toegevoegd. Een jaar geleden lag deze samenwerking niet voor de hand, COM zat toen tijdelijk in WTC, ongeveer 5 kilometer verderop.
Nu maken de twee instituten deel uit van de HR Business School waar van de vier instituten wordt verwacht dat ze samenwerken. En dat gebeurt dus ook; er is op z’n minst een begin mee gemaakt.
Met collega’s van andere instituten in hetzelfde kantoor
Lindsey Kartodimedjo, medewerker externe betrekkingen van IFM, maakt duidelijk dat dat alleen al blijkt uit het simpele feit ze nu met haar collega’s van de andere drie instituten in hetzelfde kantoor zit. ‘Samen met mijn directe collega heb ik aan de andere instituten voorgesteld om mee te doen met Future of Finance, en COM heeft besloten aan te sluiten. In het dagelijkse werk hebben we sowieso meer contact met elkaar, en vraag je aan elkaar: Joh, hoe doe jij dat?’
Bij de roosterdiensten heeft het samen in één kantoor zitten ook effect, ervaart Martijn de Ruiter, onderwijsmanager van hrm (IBK). ‘Als we op een moment net een extra lokaal nodig hebben, loop je naar je roosteraar die vervolgens direct aan zijn collega’s kan vragen of iemand nog een lokaaltje over heeft.’
Er was al twee jaar regelmatig overleg tussen COM, IFM, RBS en IBK
De samenwerking is niet van de ene op de andere dag ontstaan. Directeuren en onderwijsmanagers van de instituten COM, IFM, RBS en IBK hebben al twee jaar regelmatig overleg over de HR Business School.
‘Dat gebeurde dus toen wij nog niet allemaal in dit gebouw zaten en wij elkaar niet goed kenden’, vertelt De Ruiter. ‘Nu zitten we wel in hetzelfde gebouw en ken je de andere onderwijsmanagers.’ Het heeft ervoor gezorgd dat een goeie hrm-docent voor de hogeschool behouden is gebleven. ‘Omdat we een fixusopleiding zijn en hij een tijdelijk contract had, moesten we afscheid van hem nemen. Na overleg met een onderwijsmanager van een ander instituut kan hij op de HR Business School blijven werken. Als we elkaar niet zouden kennen, was dat niet gebeurd.’
Uitwisselen van docenten gebeurt al langer tussen opleidingen van IBK maar het is nu het instituut aan het overstijgen. De Ruiter: ‘Een van onze docenten die een minor heeft, heeft nu contact met een minor-eigenaar van international business & management studies (ibms); ze zoeken naar wat ze samen kunnen gaan doen.’ Bij trademanagement gericht op Azië (oma, van RBS) en entrepreneurship (COM) zijn ze al iets verder, vertelt Berry Andeweg, onderwijsmanager van de laatstgenoemde opleiding. ‘Wij gaan dit jaar samen een minor ontwikkelen.’
Ook vanuit international business and languages (ibl), een van de andere RBS-opleidingen, wordt er nadrukkelijk buiten het eigen instituut gekeken, vertelt onderwijsmanager Andrea Boogaard. ‘Ik ben in gesprek met global, een van de communities van commerciële economie (COM). We zijn aan het kijken hoe we kunnen samenwerken, bijvoorbeeld door docenten uit te wisselen en door een gezamenlijk programma uit te werken.’
‘Voor een docent is het een verrijking om eens bij een andere opleiding te werken’
In het verleden zijn er al docenten van onder andere commerciële economie bij ibl ‘in-gedetacheerd’, vertelt de onderwijsmanager. ‘Volgens mij is het een verrijking voor de docent om eens vrijblijvend bij een andere opleiding te werken. Bovendien kunnen we elkaar op deze manier soms ook helpen als de nood aan de man is. Dus dat je als het nodig is bij een ander instituut kunt vragen: heb je een docent finance beschikbaar? Zoiets is makkelijker nu we in één gebouw zitten. Een probleem is wel dat de roosters van de verschillende instituten zijn niet helemaal gelijk zijn.’
Boogaard vindt het bij de samenwerking ook van belang dat de opleidingen de studenten op zodanige wijze voorlichten dat zij die twijfelen tussen ibl en global de juiste keuze maken. Of dat ze tijdig switchen als de verkeerde keuze gemaakt hebben. ‘Onze opleidingen lijken op elkaar alleen zijn wij door zowel ons volledig Engelstalig programma als de internationale studentenpopulatie internationaler gericht. Global is vooral internationaal vanuit Nederland. Het is belangrijk dat studenten die het liefst een Nederlandstalige opleiding willen op global worden gewezen.’
Toenemende bereidheid om van elkaar te leren
Onderwijsmanagers Andeweg en De Ruiter benadrukken ook de bereidheid bij docenten om te willen samenwerken. De Ruiter: ‘Ja, dat vind ik nog het mooiste om te zien, de toenemende bereidheid om elkaar te helpen en om van elkaar te leren.’
Maar kon dat niet op Museumpark waar jullie zaten? Van elkaar leren had zeker gekund, stelt de onderwijsmanager. ‘Maar daar, met ISO (social work) en IvL (lerarenopleidingen), was het meer gescheiden. Je trekt blijkbaar toch meer naar je bloedgroep, het economische dat je deelt.’
Toch is nog niet iedereen op de Kralingse Zoom aan het samenwerken, merkt bijvoorbeeld Maartje Fokkema, docent bij IFM, het instituut dat wellicht het minste heeft met de drie andere instituten. Fokkema: ‘Eerlijk gezegd merken we nog weinig van de samenwerking. Wel hebben de instituutsmedezeggenschapsraden – ik zit in de van IFM – gezamenlijk allerlei problematiek met betrekking tot de nieuwbouw aangekaart. Zoals parkeren van auto’s, fietsen en scooters, en het roken.’
Focus ligt op bezuinigen, niet op samenwerken
Toch is IFM vooral met andere zaken bezig dan samenwerken, vertelt Fokkema. ‘Er is een nijpend gebrek aan geld waardoor iedereen zich het vuur uit de sloffen moet lopen. De focus van de directie is voornamelijk gericht op bezuinigen en het binnenhalen van meer middelen, vooral door langstudeerders te laten afstuderen.’
Gevolg is dat allerlei extraatjes worden afgeschaft. Fokkema: ‘Teamuitjes, chocoladeletters, de traditionele zomerbarbecue, er is geen geld voor. Om docentenuren vrij te maken is zelfs de professionalisering tijdelijk ‘on hold’ gezet. Je begrijpt dat onder deze omstandigheden docenten niet veel aandacht hebben voor mogelijkheden tot samenwerking met collega’s van andere instituten. Misschien kunnen andere instituten ons helpen, maar dat is dan toch iets wat de instituutsdirecteuren moeten initiëren.’
Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Bart Zwart
Aanvullend: de instituten IFM en RBS werken in de backoffice op het gebied van digitale toetsing steeds intensiever samen. Er liggen volop kansen om dit verder uit te breiden naar de andere twee instituten en om ook werk te maken van gezamenlijke vragenbanken met digitale oefenvragen voor studenten.
Verder dragen alle vier de instituten hun steentje bij aan het nieuwe digital learning lab op de Kralingse Zoom. Dat biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om kennisclips op te nemen voor vakgebieden waar meerdere opleidingen van de HR Business School profijt van kunnen hebben. Denk bijvoorbeeld aan marketing, recht of algemene economie.
Kortom, ook op digitaal vlak wordt er samengewerkt en er zijn mogelijkheden om dit snel verder uit te breiden.