De vraag stellen is ‘m beantwoorden en dat is ook meteen de meest duidelijke conclusie van de informele vergadering van de centrale medezeggenschapsraad (cmr) over de HRBS. Cmr-leden gingen maandagmiddag in kleine groepjes in gesprek met de afzonderlijke leden van het college van bestuur en HRBS-kwartiermaker Fred Feuerstake.

‘Bij het bedrijfsbureau weten ze van niks’

Collegelid Wijnand van den Brink reageerde enigszins verrast toen cmr-lid Joop Geerts hem vertelde dat medewerkers van een van de bedrijfsbureaus op de Kralingse Zoom ‘van niks’ weten als het om de organisatieverandering gaat. Geerts: ‘De informatie blijft hangen bij de onderwijsmanagers.’

Het kan niet dat het niet bekend is, reageerde Van den Brink. ‘Het mag niet nieuw zijn.’ Dat ‘het’ waar Van den Brink aan refereert, gaat onder andere om de docententeams die autonomer dan voorheen moeten gaan werken en daar zelf de ondersteuning bij moeten zoeken. Van de docententeams wordt verwacht dat ze voor samenwerking ook over de muren van hun huidige instituut kijken.

Case competities als voorbeeld

In divers samengestelde studententeams gebeurt dat al, gaf cmr-lid Helen de Haan als voorbeeld. ‘Neem de case competities met teams waarin verschillende instituten vertegenwoordigd zijn. Dat vereist samenwerking en omdat het moet, gaat het vanzelf. Aansturing zonder aansturing.’

Maar hoe zorg je ervoor dat opleidingen, dat docenten- en medewerkersteams, ‘in de wedstrijd komen’, vroeg collegevoorzitter Ron Bormans zich af. ‘Dat is de meest wezenlijke vraag. Hoe voelen zij zich uitgedaagd? Daar beoordeel ik ook dit hele proces op.’

Soms is het ook een woordenkwestie

Het beeld dat ‘de werkvloer’ niet betrokken is, wilde Bormans graag nuanceren. ‘Soms vragen medewerkers zich af of ze betrokken zijn, maar dan blijkt uit de praktijk dat ze al volledig in de wedstrijd zitten. Soms is het ook een woordenkwestie. Dan ‘moeten’ ze bijvoorbeeld aan contextrijk onderwijs doen en dan doen ze dat al, maar noemen ze het projectonderwijs.’

Professionele autonomie moet je laten groeien, concludeerde cmr-voorzitter Sjoerd van Vliet na de informele gesprekrondjes. ‘Geef ruimte om het te laten ontstaan. Dat werkt beter dan wanneer je het als een blauwdruk van bovenaf oplegt.’

Zelf gaan samenwerken

Wijnand van den Brink kon het daar alleen maar mee eens zijn, wijzend op een initiatief van het op locatie Kralingse Zoom gevestigde Centre of International Affairs (CoIA) en het Studenten Service Center die ‘zelf zijn gaan samenwerken’ met betrekking tot het aanvragen van studievisa voor buitenlandse studenten en andere IND-gerelateerde zaken.

Ook voor Van den Brinks collega-bestuurder Zakia Guernina, die binnen het college van bestuur de HRBS in haar portefeuille heeft, was het bereiken en ‘betrokken maken’ van de werkvloer een van de grootste uitdagingen. ‘Hoe gaan wij aan de bovenkant zorgen dat de onderkant ge-energised wordt en gefaciliteerd wordt.’

Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Katja Hermann