Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 april 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Hoe werkt dat eigenlijk, die werkplaatsen van de HR?

Gepubliceerd: 7 May 2018 • Leestijd: 4 minuten en 30 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Er is dit jaar in totaal 2,2 miljoen euro gereserveerd voor de werkplaatsen van de HR. Maar wat zijn het eigenlijk? Wat doen ze? Gebeurt er echt iets nieuws of gaat het vooral om oude wijn in nieuwe zakken? Het zijn vragen die leven in de organisatie, in elk geval bij de centrale medezeggenschapsraad (cmr).

Illustratie waarbij personen in een fysieke werkplaats met ordners etc. aan het werk zijn

Reden genoeg om het uit te zoeken en eens een kijkje te nemen bij enkele van die werkplaatsen.

Veranderingen die het onderwijs ten goede moeten komen

Parallel aan de in gang gezette decentralisering heeft de HR afgelopen najaar acht werkplaatsen in het leven geroepen (inlog). In die werkplaatsen werken docenten, onderzoekers en ondersteuners per thema aan veranderingen die het onderwijs ten goede moeten komen.

Maar gebeurt er al iets in die werkplaatsen?

‘We zijn pas net begonnen’, reageerde Angelien Sanderman, lid van het collegebestuur, onlangs op kritische vragen van de cmr. Margo Pluijter van de werkplaats inclusieve pedagogiek en didactiek (IPD) bevestigt de vaststelling van Sanderman. En dan loopt deze werkplaats – naar verluidt – voorop.

Project over langstudeerders

Eind maart verzamelden zich zo’n tachtig HR-medewerkers in de Arminiuskerk. Tijdens de bijeenkomst ging men in gesprek over onderwijsexperimenten waarmee een aantal docenten aan de slag gaat. ‘Zo komt er waarschijnlijk een minor over kwetsbare zwangeren’, vertelt Pluijter. ‘Het is een initiatief van drie docenten, van verloskunde, social work en financial services management. Ook is er een project over langstudeerders; de drie docenten die dat oppakken zijn al heel ver.’

De werkplaats hoopt binnenkort te starten met zo’n acht experimenten die allemaal iets moeten bijdragen aan het onderwijs. Pluijter: ‘Er doen docenten mee uit allerlei verschillende instituten. We hopen dat die docenten en instituten van elkaar gaan leren.’

Delen van kennis en ervaringen

Juist het delen van kennis en ervaringen moet de meerwaarde zijn van de werkplaats, vertelt Pluijter. ‘Daarbij moet de werkplaats van de docenten worden; ik als coördinator ben er om een en ander te organiseren en faciliteren.’

Met het introduceren van de werkplaats is er ruimte gemaakt om echt iets te gaan doen met ideeën. Bij IPD is er 0,1 fte voor het faciliteren en 0,1 fte voor onderzoek. Pluijter: ‘De rest van het geld gaat vooral naar de docenten die zich bijvoorbeeld één dag van de week met hun experiment gaan bezighouden. Op dat moment is er budget nodig waarmee de betreffende opleiding andere docenten (meer) kan inhuren. Ook zullen we de docenten uit de expertisegroep Inclusiviteit inzetten, zodat de innovatie echt wordt aangejaagd.’

Bedoeld als netwerkmoment, en er zijn workshops

De werkplaats inclusieve pedagogiek en didactiek (IPD) lijkt op de werkplaats onderwijsleertechnologie (WOLT), vertelt Pluijter. Dat geldt in elk geval voor de officiële start, halverwege april. Pakweg vijftig docenten en andere medewerkers zijn afgekomen op de bijeenkomst op de tiende verdieping van locatie Museumpark. Het is bedoeld als netwerkmoment en er zijn workshops, onder andere over digitale toetsomgevingen.

Sommige docenten hebben al een idee waar ze voor willen gaan, zoals bij de experimenten van IPD gebeurt. ‘Met een paar collega’s willen we voortgangstoetsen digitaal gaan aanbieden’, vertelt docent accountancy Omid Alozai. ‘We willen zorgen voor een gebruiksvriendelijk programma waarin de studenten ook feedback krijgen.’

Alozai neemt deel aan de workshop waarin wordt verteld hoe je, op het moment dat je al een idee hebt, het beste een voucher kunt aanvragen zodat er geld komt voor je idee en het ook echt kan worden uitgevoerd.

Oude wijn in nieuwe zakken?

Zonder dat de vraag over ‘oude wijn in nieuwe zakken’ wordt gesteld, vertelt coördinator Judith Vennix dat de WOLT is ontstaan uit Edulab, een aantal medewerkers dat op eigen initiatief aan de slag was gegaan. Het onderwerp krijgt nu meer handen en voeten in de werkplaats waar vier mensen (1,3 fte) werken. Zij vervullen een faciliterende en adviserende rol. De inzet van geld is ongeveer hetzelfde als bij IPD: er gaat dus vooral geld naar de experimenten.

Anne Potters, docent en onderwijsadviseur op de HR en ook aanwezig bij de bijeenkomst, vergelijkt de werkplaatsen met het vroegere innovatiefonds waar geld was voor ideeën. ‘De werkplaatsen zijn nadrukkelijk instituutsoverstijgend en toegankelijk georganiseerd. Dat vind ik erg goed. Ook is het goed dat de werkplaatsen aansluiten bij de energie die er al is, bij ideeën die al worden opgepakt’, vindt Potters die zich wel afvraagt hoe duurzaam de experimenten zijn. Potters: ‘Gaat het vooral om de ervaring die docenten opdoen met samenwerken of om een blijvende samenwerking? Een mix daarvan is waarschijnlijk het beste. Zo hou je ruimte om echt te experimenteren zonder dat je meteen weer wordt afgerekend op blijvende impact.’

Medewerkers van opleidingen uit verschillende instituten

Het gemeenschappelijke van in elk geval de hierboven beschreven werkplaatsen lijkt vooral de drang om kennis en ervaring te delen, juist ook tussen medewerkers van opleidingen uit verschillende instituten.

Het gebeurt ook bij de werkplaats internationalisering waar gestart is met vertegenwoordigers van tien opleidingen die maandelijks met elkaar in gesprek gaan over thema’s die te maken hebben met internationalisering. Het gaat bijvoorbeeld over de vraag met welke internationale partnerhogescholen en -universiteiten je in zee gaat, vertelt Enny Kraaijveld van de werkplaats. ‘Levert zo’n partner voldoende kwaliteit zodat we onze studenten daarnaartoe kunnen laten gaan en ze er ook daadwerkelijk iets kunnen leren?’

Bewustere keuzes maken met betrekking tot internationalisering

Onderwijsmanager Maarten de Pagter van logistics engineering denkt door het deelnemen aan de werkplaats bewustere keuzes te maken met betrekking tot internationalisering. ‘Dus dat je verder kijkt dan het uitwisselen van studenten, maar ook kijkt welke impact de samenwerking met een instelling heeft op je eigen onderwijs. Dus wat kun je ervan leren?’

Naar aanleiding van de gesprekken in de werkplaats vraagt De Pagter zich nu af wat de opleiding heeft aan het internationale netwerk EFLE waar de opleiding deel van uitmaakt. ‘Wij krijgen een beetje de indruk dat het een soort ons-kent-onsnetwerk aan het worden is, terwijl wij willen dat het meer over onderwijs en onderzoek gaat. Hoe gaan we dat met elkaar realiseren?’

Hoe ga je om met buitenlandse studenten?

Binnen de werkplaats wisselen de onderwijsmanagers bijvoorbeeld ook ervaringen uit over hoe je omgaat met buitenlandse studenten die jouw opleiding bezoeken. ‘Zet je deze studenten gewoon in een klas of zorg je voor extra begeleiding en heb je aandacht voor culturele verschillen?’

Kraaijveld vertelt dat de werkplaats tussen nu en november opleidingen ook individuele ondersteuning gaat bieden bij het werken aan de eigen ambities. ‘Daarna gaan we kijken wat we met elkaar hebben geleerd en willen we die kennis verder delen met de HR. Ook willen we het eerste jaar eindigen met een conferentie.’

Onderwijsmanager De Pagter ziet in elk geval de meerwaarde van de werkplaats. ‘Het is een mooi initiatief om de internationalisering bij je opleiding een impuls te geven. Het zorgt er ook voor dat je bewuster met het onderwerp bezig bent.’

Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Evi Penders

De 8 werkplaatsen:
-Werkplaats Hogeschool
-Werkplaats Masteropleidingen
-Werkplaats Techniek
-Werkplaats Economie
-Werkplaats Inclusieve pedagogiek en didactiek
-Werkplaats Onderwijsleertechnologie
-Werkplaats Internationalisering
-Werkplaats Nieuwe bedrijvigheid

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top