Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Reconstructie: Hoe kon het zo misgaan met Inepad?

Gepubliceerd: 5 April 2018 • Leestijd: 10 minuten en 4 seconden • Nieuws

De Hogeschool Rotterdam is in verlegenheid gebracht door een uit de hand gelopen online buitenlandavontuur met de RBS-masteropleiding consultancy and entrepreneurship. Het onderwijs aan studenten in Brazilië werd na een jaar stopgezet. Schade: 3,5 ton en tientallen gefrustreerde studenten. Wat is er precies gebeurd? Hoe heeft het plan om te experimenteren met online onderwijs zo uit de hand kunnen lopen?

De geschiedenis gaat terug tot 2014. Toen gaf collegevoorzitter Ron Bormans opdracht aan de directeur van de Rotterdam Business School (RBS), Cees van der Kraan, om de verliesgevende masteropleidingen van RBS binnen drie jaar rendabel te maken, anders zou het college de opleidingen sluiten.

Bij RBS ontstond daarop het plan om een van de masters, de door de NVAO geaccrediteerde master consultancy and entrepreneurship (MCE), online te gaan aanbieden.

Om meer buitenlandse studenten naar deze master te krijgen, ging RBS een samenwerking aan met Inepad, een Braziliaanse private onderwijsorganisatie. Inepad is gevestigd in Ribeirão Preto, een plaats zo groot als Rotterdam, zo’n driehonderd kilometer landinwaarts vanaf kustplaats São Paulo. De instelling was bekend bij een van de RBS-docenten, vandaar dat het contact gemakkelijk werd gelegd.

‘European education, wherever you are!’

RBS en Inepad tuigden samen een online opleiding op die werd aangeprezen met de leus ‘European education, wherever you are!’ en 65 studenten begonnen in de loop van collegejaar 2015-16 met het volgen van colleges: 64 Brazilianen en één Iraniër. De studenten die Profielen sprak, waren allen tevreden over het geboden onderwijs en zeer teleurgesteld toen de stekker er voor hen onverwacht werd uitgetrokken.

Maar de examencommissie van RBS, verantwoordelijk voor de kwaliteit van de diploma’s, vond dat ze onvoldoende zicht had op wat er aan de andere kant van de wereld gebeurde. Zij kon de toetskwaliteit niet goed beoordelen. De commissie trok daarom aan de bel, eerst bij de RBS-directie en later bij het college van bestuur (cvb). Het college nam het signaal van de examencommissie zodanig serieus dat het in september 2016 besloot de opleiding te sluiten. Kosten: 3,5 ton. Daarvan gaat 2,5 ton naar de gedupeerde studenten, beschrijven we in een apart artikel. Hoe heeft het plan om te experimenteren met online onderwijs zo uit de hand kunnen lopen? Een reconstructie.

De menselijke factor: misbruik van vertrouwen en bevoegdheden

Nadat cvb-voorzitter Bormans RBS-directeur Van der Kraan de instructie had gegeven de private RBS-masteropleidingen financieel gezond te maken, legde Van der Kraan in januari 2015 het plan aan hem voor om te gaan experimenteren met online onderwijs en om daarvoor samenwerking te zoeken met de organisatie Inepad in Brazilië.

Bormans gaf de RBS-directievoorzitter hiervoor toestemming en gaf hem richtlijnen mee over de rechtmatigheid en de lestaal. De eerste verwijst naar de onderwijs- en examenregeling (de OER), de tweede naar het feit dat de opleiding in het Engels moest worden gegeven. Bormans ‘vertrouwde op het zorgvuldig in acht nemen daarvan’.

Dit blijkt uit de conclusies en aanbevelingen van een rapport over de besluitvorming rond ‘Inepad’, waar Profielen beschikking over heeft gekregen. Dit rapport is in juni 2017 opgesteld door de riskmanager en de compliance officer van de hogeschool, respectievelijk Alexander van den Assum en Herman Veenema.

Misbruik

Een van de verwijten die de opstellers van het rapport Van der Kraan maken, is dat hij – ondanks een negatief advies van de hogeschooljuristen – een contract met Inepad ondertekende. Hij deed dat toen Inepad het afgesproken deel van de collegegeldinkomsten, negen maanden na de start van de opleiding, nog steeds niet aan de hogeschool had overgemaakt. Van der Kraan was hiertoe niet bevoegd, zo blijkt uit interne regelgeving: Dit soort contracten moet worden ondertekend door het college. Van den Assum en Veenema kwalificeren de ondertekening door Van der Kraan als misbruik. ‘Deze ondertekening was in strijd met het advies van de juristen en met de instructie van Bormans om rechtmatig te handelen. Het bewuste karakter van dit handelen kwalificeert dit als misbruik.’

In het contract sprak Van der Kraan met Inepad voorwaarden af die heel anders waren dan de aantrekkelijke financiële resultaten die hij aanvankelijk in een businessplan had geschetst: Van de collegegeldopbrengsten van 22.000 euro per student (voor een opleiding van twee jaar) zou een derde voor de hogeschool zijn. Én de opbrengsten zouden lager worden al naar gelang er meer studenten zouden komen. (Inepad reageert niet op vragen van Profielen over de verdeling van de collegegelden.)

‘De directeur die zijn bevoegdheden te boven ging’

Bovendien werden de toetsen van de online master in het Portugees afgenomen, tegen de expliciete eis van het cvb in om Engels als voertaal te hanteren. ‘Dat illustreert het doelbewust negeren van de aanwijzingen van het college van bestuur’, zegt Bormans.

Van den Assum en Veenema concluderen in hun rapport dat ‘de directeur zaken die zijn bevoegdheden te boven gingen voor zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en daarbij intimiderend en solistisch optreden niet schuwde. De toenmalige RBS-directievoorzitter heeft onjuist gehandeld en onjuist gebruikgemaakt van het hem toegekende vertrouwen.’ Uit de conclusies van het rapport kan niet opgemaakt worden waarom de rapporteurs tot de conclusies over intimiderend optreden komen.

‘Ik zou zeggen dat hier sprake is van pure laster’

De in 2016 vanwege fraude ontslagen directeur Cees van der Kraan ontkent in een schriftelijke reactie dat Inepad überhaupt een project van hem was. Het was volgens hem van een docent en van de toenmalige onderwijsmanager van de masters. ‘Ik heb daar geen andere bemoeienis mee gehad dan aangeven dat het een leuk idee was.’ Over het rapport zegt hij: ‘Ik zou zeggen dat hier sprake is van pure laster, kwaadsprekerij en, kom, hij is toch weg.’ Een serie vervolgvragen vindt hij ‘te gek voor een reactie’. Hij zegt nog wel dat hij nooit in Brazilië is geweest en dat de zorgen van de examencommissie zijn opgepakt door zijn mededirecteur, Mira Ruiken.

Mira Ruiken wil niet meewerken aan een interview voor Profielen. Wel laat ze via de woordvoerder van de hogeschool weten dat de voorstelling van zaken door Van der Kraan niet klopt. ‘Ik hoor dat niet van medewerkers van RBS en de feitelijke analyse van Van den Assum en Veenema spreekt het tegen. Ook tijdens de evaluatiebijeenkomsten over Inepad is het beeld dat Van der Kraan schetst op geen enkele wijze naar voren gekomen.’

Ontwerpfout opleiding: examencommissie niet betrokken

Misschien nog belangrijker dan het feit dat de directeur een contract tekende dat hij niet had mogen ondertekenen, is het feit dat de examencommissie van RBS ‘niet betrokken, noch gevraagd was bij de opzet en inrichting van de opleiding en van de toetsing’. Dit zegt Jan de Waard, voorzitter van de examencommissie van RBS, in een schriftelijke reactie.

‘De examencommissie hoorde voor de start van de online opleiding, uit de wandelgangen, dat er een online opleiding in de startblokken stond’, schrijft hij. Daarop vond er over de risico’s van een dergelijke onderneming een gesprek plaats tussen de voorzitter van de examencommissie, het externe lid van de examencommissie en de toenmalige onderwijsmanager van de RBS-masters.

Tekortschietende toetsing

Tussen september 2015 en eind mei 2016 vroeg de examencommissie bij de RBS-directie geregeld aandacht voor de tekortschietende toetsing. Eind mei liet de examencommissie de directie weten ‘dat er ten aanzien van de borging van de toetsing en examinering van het programma in Brazilië weinig vooruitgang werd geboekt, terwijl het eerste inschrijvingsjaar intussen nagenoeg verstreken was.’

Een van de problemen was de lestaal. De examencommissie kon naar eigen zeggen de kwaliteit van de Portugeestalige tentamens niet controleren. ‘Dit was een punt van zorg’, zegt voorzitter De Waard.

Twijfel over eindkwalificaties

Van den Assum en Veenema schrijven: ‘De beoordeling van de kwaliteit van examens was vrijwel buiten het bereik van de hogeschool komen te liggen.’

Er werd ‘niet voldaan aan de kwaliteitseisen, in ieder geval ten aanzien van accreditatiestandaarden 3 en 4 (die voor toetsing en bewaking van het hbo-niveau, red.)’, schrijft De Waard in zijn eerste mail. Of de examens voor de online versie van de master consultancy and entrepreneurship anders waren dan die van de opleiding zoals die op de Hogeschool Rotterdam wordt aangeboden, weet Profielen niet. In de Nederlandse setting is de borging van de toetskwaliteit als voldoende beoordeeld.

Welke andere problemen er waren met de toetskwaliteit en examinering, is Profielen niet duidelijk geworden. De examencommissie gaf geen antwoord op vervolgvragen en verwees na de beantwoording van twee schriftelijke vragenrondes door naar het college van bestuur. De woordvoerder van de hogeschool herhaalde daarop dat de examencommissie de toetskwaliteit niet kon garanderen. Ze voegde daaraan toe dat de commissie ‘een aantal feitelijke gebreken had geconstateerd die reden waren om te twijfelen of de beoogde eindkwalificaties werden behaald’. Op de vraag welke gebreken dat waren, schreef de woordvoerder dat de ‘examencommissie het bij de gegeven antwoorden wil laten’.

Over de kwaliteit van de examinatoren had de examencommissie van RBS geen twijfels, zegt De Waard. De examinatoren werden in Brazilië ingehuurd door Inepad om de Portugeestalige examens van de studenten na te kunnen kijken. ‘Eén van hen had eerder een masteropleiding bij RBS afgerond’, schrijft de examencommissie.

Alle alarmbellen gaan af

Hoe dan ook liet de voorzitter van de examencommissie halverwege juni 2016 aan de RBS-directie weten dat de examencommissie overwoog het college van bestuur te informeren over de tekortschietende toetsing. Op 22 juni deed hij dat daadwerkelijk. Volgens collegevoorzitter Bormans gingen toen bij hem ‘alle alarmbellen af’.

Een ontwerpfout, noemt Bormans het feit dat de examencommissie niet betrokken werd. ‘Wat hier fout is gegaan, is dat de examencommissie niet voldoende kon waarnemen wat daar gebeurde. En dat had de leiding van RBS van tevoren moeten weten. Als het zo is dat je de kwaliteit niet kunt garanderen, dan moet je er niet aan beginnen. Punt. Aan de bestuurstafel en bij de mensen van de staf die erbij betrokken zijn geweest, is verondersteld dat het zo georganiseerd zou worden dat de examencommissie wél kon vaststellen hoe dat in elkaar zat. Het is een ontwerpfout geweest van de leiding van RBS om het te doen zoals ze het hebben gedaan. Redenerend vanuit de ruimte die RBS gekregen had – de onderwijs- en examenregeling – had het niet zo ontworpen mogen worden.’

Verkokering

Directeur Van der Kraan opereerde niet in een vacuüm. Bij RBS was een team docenten en een lector betrokken, onder leiding van onderwijsmanager van de masteropleidingen. Binnen de diensten CcS, AIC en OeO was bekend dat RBS met overzeese activiteiten bezig was. Een medewerker van het centre of international affairs (coia) reisde naar Inepad in Brazilië. ‘En toch gaf geen van de betrokkenen blijk van een juiste inschatting van de aard van de activiteiten en de potentiële risico’s’, concluderen Van den Assum en Veenema. Niemand nam het initiatief voor een projectorganisatie met daarin medewerkers van de diensten en RBS. ‘Verkokering’ is het woord dat Veenema en Van den Assum hiervoor gebruiken.

Zo ongeveer alle mogelijke controlemechanismen binnen de hogeschool hebben gefaald, oordelen Veenema en Van den Assum. Van alle mensen die van de activiteiten in Brazilië op de hoogte waren, trok alleen de examencommissie na ruim een jaar aan de bel.

Steken gevallen bij bureaucratisch handwerk

‘Er zijn steken gevallen bij het verrichten van het bureaucratisch handwerk’, schrijven Van den Assum en Veenema ook. ‘Het schriftelijk bevestigen van afspraken gebeurde niet of onnauwkeurig. Hetzelfde gold voor de schriftelijke beantwoording van brieven of mails, het rappelleren bij niet nagekomen acties, het (op tijd) documenteren van besluiten en het archiveren van brieven en memo’s.’ Collegebesluiten ontbraken.

‘Dat klopt’, reageert Bormans. ‘Het edele bureaucratische handwerk van goed documenteren, goed vastleggen, dat had beter gemoeten. Dat boetekleed moeten we met z’n allen aantrekken, maar ik ben daar eindverantwoordelijk voor. Dat moet gewoon beter.’

Onvoldoende bestuurlijk toezicht

Daarbovenop is ‘het functioneren van de checks and balances van de hogeschool, waarop het college van bestuur als eerste aanspreekbaar is, gedurende een vrij lange periode (begin 2015 tot juni 2016) tekortgeschoten’, schrijven Van den Assum en Veenema. ‘Die checks and balances moeten ervoor zorgen dat het goede gedaan wordt en dat datgene wat gedaan wordt goed gedaan wordt, dat risico’s worden gesignaleerd en bespreekbaar gemaakt, en dat zorgvuldige besluitvorming mogelijk is.’

Het tekortschieten hiervan zorgde ervoor dat er ‘geen toezicht is geweest op de financiële verplichtingen die werden aangegaan en dat er geen blijken van bestuurlijke aandacht voor de onderwijskwaliteit zijn gevonden’.

Collegevoorzitter Bormans zei in een interview in november tegen Profielen dat hij wel degelijk ‘zeer, zeer intensief’ met Van der Kraan over de plannen voor de online master in Brazilië had gesproken. ‘Tijdens bilo’s (een overleg tussen twee personen, red.) en buiten bilo’s. Maar dat is in die periode dus slecht gedocumenteerd.’

In een reactie op dit artikel benadrukt Bormans dat hij wel degelijk voldoende toezicht heeft gehouden. Hij heeft ‘duidelijke richtlijnen’ meegegeven aan de ex-directeur van RBS. ‘Elk systeem zal falen als de hoofdrolspelers zich niet aan de kaders houden of zelfs contracten ondertekenen waartoe ze niet gemachtigd zijn.’

Wat de rol van de tweede RBS-directeur, Mira Ruiken, in dit geheel is geweest, is onduidelijk. Volgens Van den Assum en Veenema zegt Ruiken ‘niet op de ontwikkelingen aangesloten te zijn geweest, terwijl kwaliteitszorg wel in haar portefeuille zat’. De examencommissie schrijft in haar reactie aan Profielen dat ze niet alleen Van der Kraan, maar ook Ruiken inlichtte over haar zorgen over de toetsing in Brazilië.

Directeur ontslagen vanwege fraude, niet vanwege Inepad

Drie maanden nadat de stekker uit de Braziliaanse opleiding was getrokken, werd directeur Van der Kraan ontslagen. Hem werd verweten ruim een ton te hebben verduisterd, 5.000 euro aan sponsorgeld te hebben betaald aan een volleybalvereniging waarvan hij bestuurslid was, en voor ongeveer 800 euro privé-uitgaven te hebben gedaan met de zakelijke creditcard. Het dienstverband werd in december 2016 door de rechter zonder vergoeding ontbonden. De rechter stelde dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen. Door de strafrechter werd hij een halfjaar later veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Hij ging tegen die uitspraak in beroep. Dat beroep moet nog voorkomen.

De problemen rond ‘Inepad’ hebben geen rol gespeeld in de ontslagzaak, omdat er in deze zaak geen bewijzen zijn gevonden van strafbare feiten, zegt collegevoorzitter Ron Bormans. Hij heeft wel laten onderzoeken of er bij het opzetten van de online master sprake is geweest van fraude, maar daarvoor zijn geen aanwijzingen gevonden.

En zo kon het dat de hogeschool flinke averij opliep. Naast 65 gefrustreerde studenten en vele verloren manuren in een gefnuikte opleiding, is de financiële schade minstens drieënhalve ton. Volgens het onderzoeksrapport en het college is deze schade niet het gevolg van fraude of andere strafbare feiten, maar wel van een eigengereide directeur, een ontwerpfout van de opleiding, falende bureaucratie en onvoldoende bestuurlijk toezicht. Dat wel.

Tekst: Dorine van Namen & Olmo Linthorst
Illustraties: Demian Janssen

Het rapport van Van den Assum en Veenema dateert van 26 juni 2017 en werd eind oktober 2017 in de raad van toezicht van de Hogeschool Rotterdam besproken. Even later kreeg Profielen de conclusies van het rapport ter beschikking en halverwege februari volgde een specificatie van de kosten die zijn gemoeid met het sluiten van de opleiding. Die lopen op tot ongeveer 3,5 ton, beschrijven we in een apart artikel.
Cees van der Kraan reageerde in maart 2018 voor het eerst op vragen om een reactie. Een reactie van Ron Bormans van het college van bestuur lees je hier.
Dit artikel wordt je aangeboden door Profielen, het nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam. Like what you see? Like ons dan op Facebook en blijf via je eigen tijdlijn op de hoogte van het laatste nieuws. Liever een nieuwsbrief? Meld je hier aan voor een wekelijkse update.

Reacties

Laat een reactie achter

2 Responses to Reconstructie: Hoe kon het zo misgaan met Inepad?

  1. Wat een verhaal zeg! Jammer dat de stilteruimte per direct is gesloten waar je rustig kan zitten om de affaire-Inepad te laten bezinken, te kunnen verwerken, en je te kunnen bezinnen. De KZ had er wel één. Die is ook gesloten. Wat een pech! Maar, wacht even, Museumpark heeft er één voor iedereen! 😉

  2. Nou, die Cees heeft er wel een rommeltje van gemaakt. Ik hoop dat er niet nog meer lijken uit de kast komen vallen.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top